Pagina 1
Rider 11/13 H Rider 11 Bio/13 H Bio Gebruiksaanwijzing Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen. 101 91 29-36...
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 11 en Rider 13 H Rider 11 Bio en Rider 13 H Bio Verklaring van de symbolen ....... 2 Controleren oliepeil motor ......20 Veiligheidsvoorschriften ........3 Controleren koelluchtinlaat motor ....20 Algemeen gebruik ..........3 Controle van luchtfilter brandstofpomp ..
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Hydrostatische free-wheel Gebruik een Koppeling in...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Deze instructies zijn er voor uw veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. Dit symbool betekent dat het gaat om belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gewezen dient te worden. Het gaat om uw veiligheid en om de bedrijfszekerheid van de zitmaaier. Algemeen gebruik: •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Let op het verkeer als u werkt in de nabijheid • Voorkom het starten en stoppen op een helling. van een weg of deze oversteekt. Als de banden beginnen te slippen, de messen afzetten en langzaam de helling afrijden. •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Maai niet in de buurt van randen, sloten of • Controleer het brandstofpeil voor ieder gebruik zandbanken. De zitmaaier kan plotseling rond en laat plaats over voor de brandstof om zich uit slaan, als een wiel over de rand van een steile te zetten, aangezien de warmte van de motor en helling of een sloot komt of als een rand inzakt.
Pagina 7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Voorkom het teveel bijvullen van brandstof. IIs er benzine gemorst op de zitmaaier, neem deze dan op en wacht tot deze vervlogen is voordat de motor wordt gestart. Als u over uw kleding hebt geknoeid, moet deze worden vervangen. •...
PRESENTATIE Presentatie De Rider 11 en Rider 11 Bio heeft een Wij feliciteren u met uw keuze voor een uitstekend versnellingsbak van het „inline-type” met 5 kwaliteitsproduct. versnellingen vooruit en één achteruit. In deze gebruiksaanwijzing worden vier modellen Op de Rider 13 H en Rider 13 H Bio vindt de...
PRESENTATIE RIDER 11/11 BIO Gas- en Chokebediening Met de gasbediening wordt het toerental van de motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. De bediening wordt ook gebruikt om de chokefunc- tie te activeren. Bij het inschakelen van de choke- functie krijgt de motor een vetter brandstof/lucht- mengsel, hetgeen een koude start vergemakkelijkt.
PRESENTATIE RIDER 13 H/13 H BIO Gas- en Chokebediening Met de gasbediening wordt het toerental van de motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. De bediening wordt ook gebruikt om de chokefunc- tie te activeren. Bij het inschakelen van de choke- functie krijgt de motor een vetter brandstof/lucht- mengsel, hetgeen een koude start vergemakkelijkt.
De Rider 11 Bio en Rider 13 H Bio hebben een BioClip-element met 2 messen. Hendel voor instelling van de maaikast De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of maaistand te zetten.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden ingesteld op 9 verschillende standen. Maai-element met achteruitworp, 40-90 mm. BioClip-element, 45-95 mm. Zitplaats De zitplaats heeft een gelede bevestiging aan de voorkant en kan voorover worden geklapt. De zitting kan ook worden afgesteld in de lengterichting.
De blokkering van de handrem wordt automat- isch uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingedrukt. De Rider 11 en Rider 11 Bio heeft het rempedaal en de blokkeerknop aan de rechterkant. Rider 13 H 3. Voor Rider 11 en Rider 11 Bio: Zet de versnellingshendel in stand „N”...
Pagina 14
RIJDEN Bij koude motor: 4. Schuif de gasbediening naar stand 3 (chokestand). In deze stand krijgt de motor een vetter mengsel, hetgeen ervoor zorgt dat de motor makkelijker start. Bij warme motor: 5. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2. 6.
Bij vooruit rijden, druk pedaal (1) in of bij achter- uit rijden, pedaal (2). Voor Rider 11 en Rider 11 Bio Ontkoppel de motor en schakel de gewenste versnelling in. Om de achteruitversnelling in te schakelen moet de blokkeerknop worden ingedrukt.
RIJDEN 3. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de maaihoogtehendel. Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de bandenspanning van beide voorwielen gelijk is (60 kPa). 4. Druk de blokkeerknop op de hendel voor de maaikast in en laat de maaikast zakken. BELANGRIJKE INFORMATIE De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk verlengd als de motor loopt met...
1. Haal de maaikast omhoog door de hendel naar achter te trekken tot de eindstand. 2. Rider 11 en Rider 11 Bio: Trek de gashendel naar achteren en zet de versnellingshendel in z’n vrij „N”. Draai het contactslot naar stand „STOP”.
Reinig het voorfilter van het luchtfilter (schuimplastic) Controleer de maaikast Controleer de spanning van de banden (60 kPa) Ververs de motorolie Stel de remmen af – Rider 11 en Rider 11 Bio Controleer de spieriemen – Controleer de koelflenzen van de hydrostaat –...
De voorkap Rider 11 en Rider 13 H Maak de bouten in de voorkap (3 stuks) los en til de kap van zijn plaats. De voorkap van de Rider 11 Bio en de Rider 13 H Maak het snapslot los en til de kap eraf. – Nederlands...
Pagina 20
Rechter vleugelkap Maak de bouten in de vleugelkap los (2 en 3). Op de Rider 13 H en Rider 13 H Bio moet ook de voetplaat (1) verwijderd worden. Linker vleugelkap Maak de bouten in de vleugelkap los en til de kap van zijn plaats.
ONDERHOUD Controleren van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier horizontaal staat. Klap de motorkap omhoog volgens de beschrijving op blz. 18. Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak de stok droog en monteer deze weer. De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de bestu- ringskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1.
ONDERHOUD Controle van de rem Rider 11 en Rider 11 Bio De rem is van het type schijfrem en zit gemonteerd op de versnellingsbak. Controleer of de rem juist is afgesteld door de afstand te meten tussen de remhefboom en de voorste rand van de uitsparing op het chassis.
ONDERHOUD Controleren van het oliepeil van de transmissie Rider 13 H en Rider 13 H Bio 1. Verwijder de transmissiekap. Maak de beide bouten (een aan iedere kant) los en til de transmissiekap van zijn plaats. 2. Controleer of er olie in de olietank van de transmissie zit.
ONDERHOUD Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie het onderhoudsschema op bladzijde 17 voor de juiste onderhoudsintervallen).
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de druk op de ondergrond van de maaikast Rider 11 Bio en Rider 13 H Bio Om het beste maairesultaat te bereiken moet de maaikast de ondergrond volgen zonder daar al te stevig tegen aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een schroef aan iedere kant van de zitmaaier.
Monteer de rechter vleugelkap en de frontkap. Afstellen van de parallelliteit van het maaielement op de Rider 11 Bio en de Rider 13 H Bio 1. Demonteer de frontkap en de rechter vleugelkap volgens de beschrijving op bladzijde 18.
ONDERHOUD RIDER 11/11 BIO Servicestand voor BioClip 90 Om bij schoonmaken, reparatie en service goed bij het element te kunnen, kan dit in servicestand gezet worden. De servicestand houdt in dat het element omhoog geklapt is en vergrendeld in verticale positie.
Pagina 29
ONDERHOUD RIDER 11/11 BIO 4. Monteer de twee steunwielen aan beide kanten van het achterdeel van het element. 5. Maak de veer van de spanrol van de aandrijfriem los. 6. Zet een voet vlakbij het wiel aan de voorkant van het element en til de voorzijde van het...
ONDERHOUD RIDER 11/11 BIO 7. Til de aandrijfriem eraf (1). Trek vervolgens de borgspie (2) eruit. Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet klem komt te zitten. 8. Trek het frame naar voren en doe de borgspie er weer in.
ONDERHOUD Controle van de messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en dat zij goed zijn geslepen. Controleer of de bevestigingsbouten van de mes- sen zijn vastgedraaid. BELANGRIJKE INFORMATIE Het vervangen of slijpen van de messen moet worden uitgevoerd door een be- voegde onderhoudswerkplaats.
6. Laat de motor warmlopen, controleer daarna of er geen lekkage voorkomt bij de olieplug. BELANGRIJKE INFORMATIE Smeren Rider 11 en Rider 11 Bio Gebruikte motorolie is schadelijk voor de gezondheid en mag volgens de wet niet op Alle gewrichten en lagers zijn bij de productie de grond of in de natuur worden gegoten, gesmeerd met molybdendisulfidevet.
ONDERHOUD Het smeren van de riemspanner De riemspanner moet regelmatig gesmeerd worden met een goede kwaliteit molybdeendisulfidevet. 1 st. smeerpunt aan de rechterkant onder de onderste poelie van de motor, tot het vet eruit komt. Bij dagelijks gebruik moet het smeren twee keer per week worden uitgevoerd.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de gaskabel Wanneer de motor niet naar behoren reageert op gas geven, zwarte rook uitstoot of als het maximum toerental niet bereikt wordt, kan het nodig zijn de gaskabel af te stellen. 1. Maak de klemschroef (bij de pijl) los en schuif de gashendel naar de chokestand.
STORINGSSCHEMA Probleem Maatregel De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougie defect • Bougie-aansluiting defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt • Accu leeg de motor niet rond • Slecht contact tussen kabel en accupool •...
STALLEN Winterstalling Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze stappen volgen: Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, bijzonder onder de maaikast. Herstel lak- ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat beschadigingen om roestaanvallen te voorko- worden.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen Rider 11 Rider 13 H Lengte 2000 mm 2000 mm Breedte 960 mm 960 mm Hoogte 1060 mm 1060 mm Dienstgewicht 225 kg 225 kg Asafstand 820 mm 820 mm Spoorbreedte 610 mm 625 mm Bandenafmeting 16 x 6,50 x 8...
Pagina 38
TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen Rider 11 Bio Rider 13 H Bio Lengte zonder element 2145 mm 2145 mm Breedte zonder element 1050 mm 1050 mm Hoogte 1060 mm 1060 mm Dienstgewicht 245 kg incl. element 245 kg incl. element Asafstand 855 mm...
Husqvarna AB, S-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaiers Husqvarna Rider 11 /13 H en Rider 11 Bio/13 H Bio met een serienummer uit 1998 en verder (het jaar met daaropvolgend het serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de Richtlijnen: - van 14 juni 1989 „betreffende machines”...