Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider 18 ProFlex
Pagina 1
Rider 18 ProFlex Rider 20 ProFlex Gebruiksaanwijzing Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen. 101 89 84-36...
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 18 ProFlex en Rider 20 ProFlex Verklaring van symbolen ........2 Controle en afstelling stuurkabels ....19 Veiligheidsvoorschriften ........3 Afstelling van de rem ........20 Algemeen gebruik ........... 3 Controleren van zuurniveau accu ....20 Controleren veiligheidssysteem ....
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Gebruik een Hydrostatische free-wheell Handrem...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Deze instructies zijn er voor uw veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. Dit ingevoegde symbool betekent dat het gaat om belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gewezen dient te worden. Het gaat om uw veiligheid en om de bedrijfszekerheid van de zitmaaier. Algemeen gebruik: •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Gebruik de zitmaaier nooit als u onder invloed • Vermijd het starten en stoppen op een helling. bent van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen. Als de banden beginnen te slippen, de messen afzetten en langzaam de helling afrijden. •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Kinderen Tragische ongevallen kunnen gebeuren als de chauffeur niet opmerkzaam op kinderen is in de buurt van de zitmaaier. Kinderen worden vaak aangetrokken door de zitmaaier en het maaien. Ga er nooit van uit dat een kind blijft waar u het het laatst zag.
Pagina 8
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Wees zeer voorzichtig bij het omgaan met accu- zuur. Zuur op de huid kan ernstige wonden door invreting veroorzaken. Bij knoeien op de huid onmiddellijk spoelen met water. Zuur in de ogen kan blindheid veroorzaken, raadpleeg een arts. •...
PRESENTATIE Presentatie Gefeliciteerd met de aanschaf van een uitstekend De krachtoverbrenging van de motor wordt kwaliteitsproduct, de Rider ProFlex. Deze verzorgd door een hydrostatische versnellingsbak gebruiksaanwijzing beschrijft twee modellen, Rider die een traploze variatie van de snelheid met de 18 ProFlex en Rider 20 ProFlex. voetpedalen mogelijk maakt.
PRESENTATIE Gasbediening De gasbediening regelt het toerental van de motor en daarmee ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of verlagen wordt de bediening vooruit resp. achteruit gebracht. Chokebediening De chokebediening wordt gebruikt voor de koude start om de motor een vetter brandstofmengsel te geven.
PRESENTATIE Maai-element Voorbeelden van accessoires voor de Rider: De Rider 18 ProFlex en de Rider 20 ProFlex kunnen worden uitgerust met een aantal • Borstel verschillende elementen. • Sneeuwschuif Een BioClip-element dat het gras fijnmaakt door het • Wielverzwaarders een aantal malen te maaien voordat het als meststof weer terug het gras in gaat.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 7 verschillende standen. Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de bandenspanning van de beide voorwielen gelijk is (60 kPa). Handrem De handrem wordt op de volgende wijze aangezet: 1.
RIJDEN Voor de start • Lees de veiligheidsvoorschriften en de presenta- tie van de zitmaaier voor de start door (zie de bladzijden 3–10). • Voer het dagelijks onderhoud uit voor de start (zie het onderhoudsschema op bladzijde 15). • Stel de zitplaats af in de gewenste stand. Starten van de motor 1.
RIJDEN 5. Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achter elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 10 secon- den voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
RIJDEN 3. Kies de gewenste maaihoogte (1–7) met de hendel voor het instellen van de maaihoogte. 4. Druk de blokkeerknop op de hendel in en laat de maaikast zakken. Maaitips WAARSCHUWING! Reinig de grasmat van stenen en andere voorwerpen die door de mes- sen kunnen worden weggeslingerd.
RIJDEN WAARSCHUWING! Rijd nooit met de zitmaaier over een terrein met een helling van meer dan 15°. Maai hellingen recht naar boven en recht naar beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge richtingsverand- eringen. MAX 15 Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan. Onderhoudsintervallen Dagelijks in uren Blad- onderhoud Onderhoud zijde voor de...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motorkap Maak de twee rubberen lussen aan de achterkant van de motorkap los en til de kap van zijn plaats. De neuskap Maak de snelsluiting los en til de neuskap van zijn plaats.
ONDERHOUD Controleren van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier horizontaal staat. Demonteer de motorkap volgens de beschrijving op bladzijde 16. Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak de stok droog en monteer deze weer. De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd.
ONDERHOUD Controleren van de luchtinlaat van de transmissie Controleer of de luchtinlaat van de transmissie niet is verstopt. Controleren van het oliepeil van de transmissie 1. Controleer het oliepeil van de transmissie door te kijken door het net van de luchtinlaat. Het oliepeil moet liggen tussen de „MIN”- en „MAX”- markeringen op het oliereservoir bij 20°C.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de besturingskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1.
ONDERHOUD Afstelling van de rem De rem wordt op de volgende manier afgesteld: 1. Maak de borgmoeren (A) los. 2. Strek de kabel met de afstelschroef (B) totdat alle speling in de kabel verdwijnt. 3. Draai de borgmoeren (A) vast. WAARSCHUWING! Een slecht afgestelde rem kan leiden tot een verminderd...
ONDERHOUD Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie het onderhoudsschema op bladzijde 15 voor de juiste onderhoudsintervallen).
ONDERHOUD De onderdelen van het maai-element In de onderstaande instructies wordt een maai- element met achteruitworp afgebeeld. De werkwijze is voor alle elementen echter dezelfde indien niets anders wordt aangegeven. De onderdelen die worden genoemd zijn: A. Vergrendeling E. Stang voor hoogte- instelling B.
ONDERHOUD 4. Schuif het element zo verder dat de binnenste tapeinden (B) in de gleuven van het gereedschapsframe zitten. 5. Bij het monteren van een maai-element, moet u ook de achterste bevestiging van de stang voor de hoogte-instelling monteren. Ontlast de stang door het voorste deel van het frame omhoog te trekken.
ONDERHOUD Instellen van parallelliteit en hoogte van zowel een maai-element met achteruitworp als een BioClip-element De basismachine wordt in de fabriek afgesteld. Wanneer een van de maai-elementen wordt ge- monteerd is een afstelling van de parallelliteit en de hoogte nodig. Uitgangspositie: 1.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de druk op de ondergrond van de maaikast Om het beste maairesultaat te bereiken moet de maaikast de ondergrond volgen zonder daar al te stevig tegen aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een schroef aan iedere kant van de zitmaaier.
ONDERHOUD Servicestand voor maai-element Om bij schoonmaken, reparatie en service goed bij het element te kunnen, kan dit in de servicestand gezet worden. De servicestand houdt in dat het element omhoog geklapt is en in verticale positie vergrendeld is. In servicestand zetten 1.
ONDERHOUD Demonteren van maai-element 1. Plaats de Rider op een vlakke ondergrond. 2. Zet de rem vast door het pedaal in te drukken en dit met de drukknop te vergrendelen. 3. Til het element met de hefhendel omhoog. 4. Verwijder de neuskap. 5.
Pagina 30
ONDERHOUD 9. Maak de stang voor de hoogte-instelling los door het achterste deel omhoog te brengen. Bij het verwijderen van het maai-element moet u de stang ontlasten door het voorste deel van het frame omhoog te trekken. 10. Trek tegelijkertijd aan het handvat en het element.
ONDERHOUD Demonteren van de riem Uitgangspositie bij het demonteren van de riem: • Er mag geen element op de Rider gemonteerd zijn. • Het voorste deel van de riem moet rond het handvat van de haakbeveiliging hangen. Hoe het voorste deel van de riem van de voorste riemschijf wordt gehaald, blijkt uit de punten 5-8 op bladzijde 27.
ONDERHOUD Monteren van de riem 1. Leg de riem vanaf de voorkant op zijn plaats en laat het voorste deel rond het handvat van de haakbeveiliging hangen. 2. Leg de riem op het tussenwiel en tegen het steunwiel. 3. Monteer de stuurplaat onder het steunwiel en haal de schroef aan met twee 13 mm sleutels.
ONDERHOUD Vervangen van de riemen van het maai- element Riemen vervangen op een BioClip-element Een BioClip-element wordt aangedreven door twee tandriemen die de rotatie van de messen synchroniseren. De riemen zitten onder een kast op het maai-element. 1. Maak de voorste spie / bout van de parallel- stang los en vouw de stang naar achteren.
Pagina 34
ONDERHOUD BELANGRIJKE INFORMATIE Op een BioClip-element moeten de mes- sen onderling in een hoek van 90 staan. Anders kunnen de messen tegen elkaar aanlopen en ernstige beschadigingen aan het maai-element veroorzaken. 4. Montage: Zet eerst de onderste riem en vervol- gens de bovenste er weer op.
ONDERHOUD Verversen van de motorolie De motorolie moet de eerste keer worden vervangen na acht gebruiksuren. Daarna moet verversing plaatsvinden na iedere 50 gebruiksuren. Als de motor hard moet werken of bij een hoge temperatuur dan moet de olie worden ververst na iedere 25 gebruiksuren.
ONDERHOUD Vervangen van het oliefilter 1. Demonteer de motorkap volgens de beschrijving op bladzijde 16. 2. Tap de motorolie af volgens de beschrijving onder „Verversen van motorolie” op bladzijde 25. 3. Demonteer het oliefilter. Indien nodig een filter- trekker gebruiken. 4.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de gaskabel Controleer of de motor reageert bij gas geven en of het juiste toerental wordt bereikt bij volgas geven. Ga in geval van twijfel naar een servicewerkplaats. Indien het nodig is de gaskabel af te stellen, kan dat als volgt gebeuren: 1.
ONDERHOUD Controle van de spanning van de banden De spanning van de banden moet zijn 60 kPa (0,6 kg/cm ) voor alle wielen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden vermind- erd tot 40 kPa (0,4 kg/cm Hoogste toegestane spanning is 80 kPa (0,8 kg/cm BELANGRIJKE INFORMATIE Een verschillende spanning in de voor-...
STORINGSSCHEMA Probleem Oorzaak De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougies defect • Bougie-aansluitingen defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond • Accu leeg • Slecht contact bij kabelaansluitingen van de accupool •...
STALLEN Winterstalling Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, stappen volgen: ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het worden.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Rider ProFlex Afmetingen Rider 18 ProFlex Rider 20 ProFlex Lengte zonder element 2 300 mm 2 300 mm Breedte zonder element 1 280 mm 1 280 mm Hoogte 1 085 mm 1 085 mm Dienstgewicht 300 kg 350 kg...
Husqvarna AB, S-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaiers Husqvarna Rider 18 ProFlex / Rider 20 ProFlex met een serienummer uit 1998 en verder (het jaar met daaropvolgend het serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de Richtlijnen: - van 14 juni 1989 „betreffende machines”...