Husqvarna Rider 11 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor Rider 11:
- Gebruiksaanwijzing (56 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (43 pagina's) ,
- Gebruiksaanwijzing (40 pagina's)
Gerelateerde Handleidingen voor Husqvarna Rider 11
Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider 11
- Pagina 1 Gebruiksaanwijzing Rider 11 Rider 13 Rider 11 Bio Rider 13 Bio Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
- Pagina 2 Svenska –...
-
Pagina 3: Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 11 en Rider 13 Rider 11 Bio en Rider 13 Bio Inleiding ............... 2 Demontage van de kappen van Rijden en transport op de openbare weg ..2 de zitmaaier ........... 22 Slepen .............. 2 Controle en afstelling van besturingskabels ..24 Gebruik ............ -
Pagina 4: Introductie
INTRODUCTIE Beste klant, Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn volgens een uniek concept gebouwd. Ze zijn voorzien van een frontgemonteerd maaiaggregaat en een gepatenteerde sturing op de achterwielen (sommige modellen). De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De regelaars en de hydrostatische transmissie die met de pedalen worden geregeld, dragen ook bij aan het prestatievermogen van de machine. -
Pagina 5: Goede Service
INTRODUCTIE Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht. Dit gebeurt alleen via de serviceverlenende vakhandel, zodat we de klant de best mogelijke ondersteuning en service kunnen bieden. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer. -
Pagina 6: Verklaring Van De Symbolen
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Hydrostatische free-wheel Koppeling uit Handrem... -
Pagina 7: Veiligheidsinstructies
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. WAARSCHUWING! Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de aandacht gebracht moeten worden. Het betreft uw veiligheid. Algemeen gebruik • Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing en op de machine voordat u hem start. - Pagina 8 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het ronden van een vast WAARSCHUWING! voorwerp, zodat de messen er niet tegen aan De uitlaatgassen van de motor van komen. Rijd nooit over vreemde voorwerpen de machine, inclusief bepaalde heen. stoffen daarin, en sommige machineonderdelen bevatten of •...
-
Pagina 9: Rijden Op Hellingen
Hoog gras kan hindernissen verbergen. • Rij langzaam. Gebruik kleine stuurbewegingen. Rider 11: Kies een lage versnelling, zodat u niet hoeft te stoppen om te schakelen. De machine 8010-054 Wees extra voorzichtig bij het rijden op hellingen. -
Pagina 10: Kinderen
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Kinderen • Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men niet alert is op kinderen in de buurt van de machine. Kinderen worden vaak door de machine en de maaiwerkzaamheden aange- trokken. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst zag. - Pagina 11 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Als er lekkage is opgetreden in het brand- stofsysteem mag de motor niet gestart worden voordat dit is verholpen. • Bewaar de machine en de brandstof zodanig dat er geen risico bestaat dat lekkende brandstof of brandstofdampen schade kunnen veroorzaken. •...
-
Pagina 12: Transport
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimtes die ventilatie missen. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en levensgevaarlijk gas. • Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u tegen een voorwerp aanrijdt. Repareer, indien nodig, voordat u start. •... -
Pagina 13: Presentatie
PRESENTATIE Presentatie De Rider 11 en Rider 11 Bio heeft een versnellingsbak van het ”inline-type” met 5 Wij feliciteren u met uw keuze voor een uitstekend versnellingen vooruit en één achteruit. kwaliteitsproduct. Op de Rider 13 en Rider 13 Bio vindt de... -
Pagina 14: Presentatie Rider 11/11 Bio
PRESENTATIE RIDER 11/11 BIO Gas- en Chokebediening Met de gasbediening wordt het toerental van de motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. De bediening wordt ook gebruikt om de choke- functie te activeren. Bij het inschakelen van de... -
Pagina 15: Presentatie Rider 13 /13 Bio
PRESENTATIE RIDER 13 /13 BIO Gas- en Chokebediening Met de gasbediening wordt het toerental van de motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. De bediening wordt ook gebruikt om de choke- functie te activeren. Bij het inschakelen van de chokefunctie krijgt de motor een vetter brandstof/ luchtmengsel, hetgeen een koude start vergemakkelijkt. -
Pagina 16: Maaikast
PRESENTATIE Maaikast De Rider 11 en Rider 13 hebben een maaikast met uitworp naar achteren, d.w.z. het afgemaaide gras wordt naar achteren uit de maaikast geworpen. 6004-009Hy De Rider 11 Bio en Rider 13 Bio hebben een BioClip-element met 2 messen. -
Pagina 17: Hendel Voor Instelling Van De Maaihoogte
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden ingesteld op 9 verschillende standen. Maai-element met achteruitworp, 40-90 mm BioClip-element, 45-95 mm 6004-013H Rider 13 H Zitplaats De zitplaats heeft een gelede bevestiging aan de voorkant en kan voorover worden geklapt. -
Pagina 18: Rijden
• Laat het rempedaal opkomen terwijl de knop ingedrukt wordt gehouden. De blokkering van de handrem wordt automat- isch uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingedrukt. De Rider 11 en Rider 11 Bio heeft het rempedaal en de blokkeerknop aan de rechterkant. Rider 13 6007-002H 3. - Pagina 19 RIJDEN Bij koude motor: 4. Schuif de gasbediening naar stand 3 (choke- stand). In deze stand krijgt de motor een vetter mengsel, hetgeen ervoor zorgt dat de motor makkelijker start. 6007-004H Bij warme motor: 5. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2. 6007-005H 6.
-
Pagina 20: Rijden Met De Zitmaaier
Druk voorzichtig een van de pedalen in totdat de gewenste snelheid is verkregen. Bij vooruit rijden, druk pedaal (1) in of bij achter- uit rijden, pedaal (2). Voor Rider 11 en Rider 11 Bio Ontkoppel de motor en schakel de gewenste 6007-010H versnelling in. -
Pagina 21: Maaitips
RIJDEN 3. Kies de gewenste maaihoogte (1–9) met de maaihoogtehendel. Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de bandenspanning van beide voorwielen gelijk is (60 kPa). 6007-008H 4. Druk de blokkeerknop op de hendel voor de maaikast in en laat de maaikast zakken. BELANGRIJKE INFORMATIE De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk verlengd als de motor... -
Pagina 22: Starten Op Helling, Handgeschakelde Versnellingsbak
1. Haal de maaikast omhoog door de hendel naar achter te trekken tot de eindstand. 6007-014H 2. Rider 11 en Rider 11 Bio: Trek de gashendel terug en breng de versnellingshendel in zijn vrij ”N” zonder de achteruitvergrendelknop in te drukken. -
Pagina 23: Onderhoud
Controleer de maaikast Controleer de spanning van de banden (60 kPa) Smeren van riemspanner Smeer gewrichten en assen Stel de remmen af – Rider 11 en de Rider 11 Bio Controleer de spieriemen – Controleer de koelflenzen van de hydrostaat –... -
Pagina 24: Demonteren Van De Kappen Van De Zitmaaier
De voorkap Rider 11 en Rider 13 Maak de bouten in de voorkap (3 stuks) los en til de kap van zijn plaats. 6008-002Hy De voorkap van de Rider 11 Bio en de Rider 13 Bio Maak het snapslot los en til de kap eraf. 6017-215... - Pagina 25 ONDERHOUD Rechter vleugelkap Maak de bouten in de vleugelkap los (2 en 3). Op de Rider 13 en Rider 13 Bio moet ook de voetplaat (1) verwijderd worden. 6008-003H Linker vleugelkap Maak de bouten in de vleugelkap los en til de kap van zijn plaats.
-
Pagina 26: Controleren En Afstellen Van De Besturingskabels
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de besturingskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1. -
Pagina 27: Controle Van De Rem Rider 11 En Rider 11 Bio
ONDERHOUD Controle van de rem Rider 11 en Rider 11 Bio De rem is van het type schijfrem en zit gemonteerd op de versnellingsbak. Controleer of de rem juist is afgesteld door de afstand te meten tussen de remhefboom en de voorste rand van de uitsparing op het chassis. -
Pagina 28: Controleren En Afstellen Van De Gaskabel
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de gaskabel Wanneer de motor niet naar behoren reageert op gas geven, zwarte rook uitstoot of als het maximum toerental niet bereikt wordt, kan het nodig zijn de gaskabel af te stellen. 1. Maak de klemschroef (bij de pijl) los en schuif de gashendel naar de chokestand. -
Pagina 29: Vervangen Van Luchtfilter
ONDERHOUD Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie ”Onderhoud\Onderhoudsschema” voor de juiste serviceinterval). Vervangen van het luchtfilter gebeurt op de volgende wijze: 1. -
Pagina 30: Controleren Van Het Luchtfilter Van De Brandstofpomp
ONDERHOUD Controleren van het luchtfilter van de brandstofpomp Controleer regelmatig of het luchtfilter van de brandstofpomp vrij is van vuil. Het filter kan indien nodig worden gereinigd met een penseel. Controleren van het zuurniveau van de accu Controleer of het zuurniveau van de accu ligt tussen de markeringen. -
Pagina 31: Controleren Veiligheidssysteem
De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten. Startmotor Functioneert Controleer dagelijks of het veiligheidssysteem werkt door te proberen om de motor te starten wanneer aan een van deze voorwaarden niet is voldaan. Ontstekings- Functioneert systeem niet Rider 11 Rider 13 Nederlands –... -
Pagina 32: Controle Van De Spanning Van De Banden
ONDERHOUD Controle van de spanning van de banden De spanning van de banden moet zijn 60 kPa (0,6 kp/cm ) voor alle wielen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden verminderd tot 40 kPa (0,4 kp/cm Hoogste toegestane spanning is 100 kPa (1,0 kp/cm BELANGRIJKE INFORMATIE... -
Pagina 33: Controleren Van De Parallelliteit Van De Maaikast
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de druk op de ondergrond van de maaikast Rider 11 Bio en Rider 13 Bio Om het beste maairesultaat te bereiken moet de maaikast de ondergrond volgen zonder daar al te stevig tegen aan te liggen. -
Pagina 34: Afstelling Van De Parallelliteit Van De Maaikast Rider 11 En Rider
6. Na de uitgevoerde afstelling moet de parallelliteit opnieuw worden gecontroleerd. 7. Monteer de rechter vleugelkap en de frontkap. Afstellen van de parallelliteit van het maaielement op de Rider 11 Bio en de Rider 13 Bio 1. Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa (0,6 kp/cm 2. -
Pagina 35: Onderhoud Rider 11 Bio/13 Bio
ONDERHOUD RIDER 11 BIO/13 BIO Servicestand voor BioClip 90 Om bij schoonmaken, reparatie en service goed bij het element te kunnen, kan dit in servicestand gezet worden. De servicestand houdt in dat het element omhoog geklapt is en vergrendeld in verticale positie. - Pagina 36 ONDERHOUD RIDER 11 BIO/13 BIO 4. Monteer de twee steunwielen aan beide kanten van het achterdeel van het element. WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril bij het demonteren van de maaikast. De veer die de riem spant kan eraf 6017-221 springen en persoonlijk letsel veroorzaken.
-
Pagina 37: Uit Servicestand Halen
ONDERHOUD RIDER 11 BIO/13 BIO WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet klem komt te zitten. 8. Til de aandrijfriem eraf (1). Trek vervolgens de borgspie (2) eruit. 6017-225 9. Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug. -
Pagina 38: Controle Van De Messen
ONDERHOUD Controle van de messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en dat zij goed zijn geslepen. Controleer of de bevestigingsbouten van de mes- sen zijn vastgedraaid. BELANGRIJKE INFORMATIE Het vervangen of slijpen van de messen moet worden uitgevoerd door een be- voegde onderhoudswerkplaats. -
Pagina 39: Verversen Van De Motorolie
SMEREN Controleren van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier horizontaal staat. Klap de motorkap omhoog. Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak de stok droog en monteer deze weer. De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd. Maak daarna de peilstok los en trek deze weer omhoog. -
Pagina 40: Controleren Van Het Oliepeil Van De Transmissie
SMEREN Controleren van het oliepeil van de transmissie Rider 13 H en Rider 13 H Bio 1. Verwijder de transmissiekap. Maak de beide bouten (een aan iedere kant) los en til de transmissiekap van zijn plaats. 6008-039H 2. Controleer of er olie in de olietank van de transmissie zit. -
Pagina 41: Smeren Van De Voorwiellagers
SMEREN Smeren Rider 11 en Rider 11 Bio Smeren van de voorwiellagers Op de Rider met achteruitworp moeten de frontkap en de vleugelkappen verwijderd worden zodat de beugel opgetild kan worden om het wiel te verwijderen. 1. Verwijder de plastic kap die het midden van het wiel bedekt. -
Pagina 42: Storingsschema
STORINGSSCHEMA Probleem Maatregel De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougie defect • Bougie-aansluiting defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt • Accu leeg de motor niet rond • Slecht contact tussen kabel en accupool •... -
Pagina 43: Stallen
STALLEN Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze Winterstalling stappen volgen: Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat bijzonder onder de maaikast. -
Pagina 44: Technische Specificaties
TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen Rider 11 Rider 13 Lengte met maai-element 2040 mm 2040 mm Breedte met maai-element 960 mm 960 mm Hoogte 1070 mm 1070 mm Werkgewicht met maai-element 216 kg 219 kg Asafstand 820 mm 820 mm Spoorbreedte 610 mm... - Pagina 45 TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen Rider 11 Bio Rider 13 Bio Lengte zonder maai-element 2010 mm 2010 mm Lengte met maai-element 2220 mm 2220 MM Breedte zonder maai-element 880 mm 880 mm Breedte met maai-element 1000 mm 1000 mm Hoogte 1070 mm...
-
Pagina 46: Eg-Verklaring Van Overeenstemming
(Geldt alleen voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaiers Husqvarna Rider 11/11 Bio en Rider 13/13 Bio met een serienummer uit het jaar 2002 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: - van 22 juni 1998 ”betreffende machines”... -
Pagina 47: Na De Eerste 5 Uur
4. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de motor zit. 5. Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de transmissie zit. (Niet voor Rider 11) 6. Controleer de luchtdruk van de banden (60 kPa, 0,6 bar) en stel deze af. -
Pagina 48: Servicejournaal
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○... - Pagina 49 SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○...
- Pagina 50 SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○...
- Pagina 51 Nederlands –...
- Pagina 52 114 00 48-36 ´+H$s¶6G¨ 2002W07...