Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Rider 155 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 155 Controleren van luchtfilter van de Introductie ............2 brandstofpomp ..........25 Rijden en transport op de openbare weg ..2 Controleren van het zuurniveau in de accu ... 25 Slepen .............. 2 Ontstekingssysteem ........26 Toepassing ............
INTRODUCTIE Beste klant, Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn volgens een uniek concept gebouwd. Ze zijn voorzien van een frontgemonteerd maaiaggregaat en een gepatenteerde sturing op de achterwielen. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. Bij elkaar geplaatste hendels en een hydrostatische transmissie die met pedalen wordt geregeld, dragen ook bij tot de prestaties van de machine.
INTRODUCTIE Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht. Dit gebeurt alleen via de serviceverlenende vakhandel, zodat we de klant de best mogelijke ondersteuning en service kunnen bieden. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Neutraal Snel Langzaam Motor uit Choke Brandstof Oliepeil Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Hydrostatische free-wheel Gebruik een gehoorbescherming Handrem Waarschuwing...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn gemaakt voor uw veiligheid. Lees ze aandachtig door. WAARSCHUWING! Het ingevoegde symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies onder de aandacht gebracht moeten worden. Het betreft uw veiligheid. Algemeen gebruik • Lees alle instructies uit deze gebruiksaanwijzing en op de machine voordat u hem start.
Pagina 8
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees voorzichtig bij het ronden van een vast WAARSCHUWING! voorwerp, zodat de messen er niet tegen aan De uitlaatgassen van de motor van komen. Rijd nooit over vreemde voorwerpen de machine, inclusief bepaalde heen. stoffen daarin, en sommige •...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Rijden op hellingen Het rijden op hellingen is een van de operaties waar het risico het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de machine omver valt, hetgeen ernstig letsel of overlijden kan veroor- zaken. Alle hellingen vragen om extra voorzichtig- heid.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Kinderen • Ernstige ongelukken kunnen gebeuren als men niet alert is op kinderen in de buurt van de machine. Kinderen worden vaak door de machine en de maaiwerkzaamheden aange- trokken. Ga er nooit van uit dat kinderen op de plek blijven waar u ze het laatst zag.
Pagina 11
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Als er lekkage is opgetreden in het brand- stofsysteem mag de motor niet gestart worden voordat dit is verholpen. • Bewaar de machine en de brandstof zodanig dat er geen risico bestaat dat lekkende brandstof of brandstofdampen schade kunnen veroorzaken. •...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimtes die ventilatie missen. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en levensgevaarlijk gas. • Stop om de uitrusting te inspecteren wanneer u tegen een voorwerp aanrijdt. Repareer, indien nodig, voordat u start. •...
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft een Rider 155. Deze zitmaaier is uitgerust met een motor van Een pedaal voor het vooruit en een pedaal voor het Kohler van 15,5 paardenkrachten.
PRESENTATIE Gas- en Chokebediening Met de gasbediening wordt het toerental van de motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. De bediening wordt ook gebruikt om de chokefunc- tie te activeren. Bij het inschakelen van de choke- functie krijgt de motor een vetter brandstof/lucht- mengsel, hetgeen een koude start vergemakkelijkt.
PRESENTATIE Maaikast De Rider 155 kan worden uitgerust met vier verschillende maai-elementen. BioClip - 900 mm/36" Combi - 1120 mm/44" Combi - 1030 mm/41" Zie ”Onderhoud\Controle van messen” voor de identificatie van het maai-element. 6017-214 Hendel voor instelling van de maaikast De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of maaistand te zetten.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 9 verschillende standen. Combi, 40-90 mm (1 9/16" - 3 9/16") BioClipelement, 45-95 mm (1 3/4" - 3 3/4") 6004-013H Zitting De zitplaats heeft een gelede bevestiging aan de voorkant en kan voorover worden geklapt.
RIJDEN BELANGRIJKE INFORMATIE Het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de bestuurderszitting mag niet geblokkeerd zijn door bijv. kledingstukken, bladeren, gras of viezigheid. Dat verslechtert de koeling van de motor. Risico van ernstige motorbeschadigingen. 8009-431 Voor de start • Lees de veiligheidsvoorschriften en de informatie over de plaatsing van de bedienings- organen en de functies voor de start door (zie de bladzijden 5–12).
Pagina 18
RIJDEN Bij warme motor: 4. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2. 6007-005H 5. Draai de contactsleutel naar de startstand. BELANGRIJKE INFORMATIE STOP START Laat de startmotor niet langer dan 10 seconden achter elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 60 seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
RIJDEN Rijden met de zitmaaier 1. Zet de parkeerrem los door het parkeerrempedaal in te drukken en het vervolgens omhoog te laten komen. 6017-012 2. Druk voorzichtig een van de pedalen in totdat de gewenste snelheid is verkregen. Bij vooruit rijden, druk pedaal (1) in of bij achter- uit rijden, pedaal (2).
RIJDEN 4. Druk de blokkeerknop op de hendel voor de maaikast in en laat de maaikast zakken. BELANGRIJKE INFORMATIE De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk verlengd als de motor loopt met een laag toerental als de mes- sen worden ingeschakeld. Geef daarom pas gas als de maaikast is neergelaten in de maaistand.
RIJDEN WAARSCHUWING! Rijd nooit met de zitmaaier over een terrein met een helling van meer dan 15°. Maai hellingen recht naar boven en recht naar beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge richtingsveranderingen. MAX 15 6007-002 Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan. Onderhoudsintervallen Dagelijks in uren Blad- Onderhoud onderhoud zijde voor de start...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motorkap De motor wordt bereikbaar voor onderhoud als de motorkap is opgeklapt. Klap de zitplaats naar voren, maak de rubberen clip onder de zitplaats los en klap de kap achterover. 6008-001 De frontkap Maak de snelsluiting van de frontkap los en til de kap van zijn plaats.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de bestu- ringskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1.
ONDERHOUD Afstellen van de gaskabel Als de motor niet reageert zoals het hoort bij gas geven of als het maximale toerental niet wordt bereikt, kan het nodig zijn de gaskabel af te stellen. 1. Maak de klemschroef (bij de pijl) los en schuif de gashendel naar de chokestand.
ONDERHOUD Vervangen van het brandstoffilter Vervang het op de leiding gemonteerde brandstoffil- ter iedere 100 uur (een keer per seizoen) of vaker als het verstopt is. Vervang het filter op de volgende wijze: 1. Klap de motorkap omhoog. 2. Haal de slangklemmen weg bij het filter. Gebruik een platte tang.
ONDERHOUD 5. U kunt het papierfilter voorzichtig tegen een hard oppervlak slaan om stof te verwijderen. Probeer het niet te wassen of met perslucht schoon te maken. 8009-461 6. Plaats het papierfilter en controleer of het goed op zijn plaats zit. Draai de vleugelmoer van het papierfilter vast en installeer de voorreiniger over het papierfilter.
ONDERHOUD Ontstekingssysteem De motor is voorzien van een elektronische ontsteking. Alleen de bougie heeft onderhoud nodig. Aanbevolen bougie, zie hoofdstuk ”Technische gegevens”. BELANGRIJKE INFORMATIE Een verkeerd type bougie kan de motor beschadigen. Trek de bougiedop los en maak het rond de bougie schoon. Verwijder de bougie met een 5/8"...
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. De motor moet alleen gestart kunnen worden wanneer het maaielement omhoog getild is en de hydrostaatpedalen in neutraalstand staan. Startmotor Functioneert De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Hoofdzekering De zekering zit in een losse houder onder het deksel van de accubak, voor de accu. Type Platte stift, 15 A. Gebruik geen andere zekering bij het vervangen. Een gesprongen zekering geeft aan dat de stift verbrand is. Trek de zekering uit de houder om te vervangen.
ONDERHOUD Monteren van het maai-element 1. Plaats de Rider op een vlakke ondergrond en activeer de parkeerrem. Controleer of de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand staat. Zorg ervoor dat er steunwielen op het maai- element (1) zijn gemonteerd.
ONDERHOUD Monteren van BioClip 90 Wanneer de BioClip 90 gemonteerd moet worden, moeten het steunwiel van de aandrijfriem gedemonteerd worden. 1. Maak de veer van het spanwiel los, zie de cirkel op de tekening. 2. Verwijder de borgspie (1) die naast het steunwiel is geplaatst.
ONDERHOUD Afstelling van de parallelliteit van het maai-element 1. Demonteer de frontkap en de rechter vleugelkap volgens de beschrijving op blz. 21. 2. Maak de moeren van de parallelliteitsstang los. 3. Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de kap te verhogen. Schroef de stang in (verkorten) om de achterkant van de kap te verlagen.
ONDERHOUD Vervangen van de riemen van het maai- BELANGRIJKE INFORMATIE element Op een BioClip-element moeten de mes- Vervangen van riem op BioClip 90 sen onderling in een hoek van 90° staan. Anders kunnen de messen tegen elkaar De BioClip 90 wordt aangedreven door een aanlopen en ernstige beschadigingen aan tandriem die het draaien van de messen het maai-element veroorzaken.
ONDERHOUD Servicestand voor maai-element Om bij schoonmaken, reparatie en service goed bij het element te kunnen, kan dit in servicestand gezet worden. De servicestand houdt in dat het element omhoog geklapt is en vergrendeld in verticale positie. In servicestand zetten 1.
Pagina 36
ONDERHOUD 4. Monteer de twee steunwielen aan beide kanten van het achterdeel van het element. WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril bij het demonteren van de maaikast. De veer die de riem spant kan eraf springen en persoonlijk letsel veroorzaken. 6017-221 5. Maak de veer van de spanrol van de aandrijfriem los.
ONDERHOUD WAARSCHUWING! Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet bekneld raakt. 7. Til de aandrijfriem eraf (1). Trek vervolgens de borgspie (2) eruit. Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet klem komt te zitten. 6017-225 8. Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug.
ONDERHOUD Controle van de messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en dat zij goed zijn geslepen. Controleer of de bevestigingsbouten van de mes- sen zijn vastgedraaid. BELANGRIJKE INFORMATIE Het vervangen of slijpen van de messen moet worden uitgevoerd door een bevoegde onderhoudswerkplaats.
ONDERHOUD Vervangen van breekpen (BioClip 90) Om het BioClipelement en de aandrijving daarvan te beschermen wanneer op een hindernis wordt gebotst moeten de messen voorzien zijn van een breekpen. Op iedere mesbout zit een gebogen verende glijring. Deze ring moet altijd door een nieuwe worden vervangen wanneer de mesbout losgemaakt wordt.
SMEREN Controlere van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier horizontaal staat met gestopte motor. Klap de motorkap omhoog volgens de beschrijving op blz. 19. Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak de stok droog en monteer deze weer.
SMEREN Oliefilter vervangen Vervang het oliefilter om de 200 bedrijfsuren. Tap eerst de olie af via de plug aan de onderkant van het filter. Verwijder het oude filter met een oliefiltergereedschap. Smeer de rubberen afdichting met nieuwe olie, installeer het filter vervolgens door het met de hand stevig naar rechts te draaien.
STORINGSSCHEMA Probleem Maatregel De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougie defect • Bougie-aansluiting defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt • Accu leeg de motor niet rond • Slecht contact tussen kabel en accupool •...
STALLEN Winterstalling Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier stappen volgen: onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het worden.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen Rider 155 Lengte zonder element 2020 mm/6.61 ft Breedte zonder element 880 mm/2.89 ft Hoogte 1070 mm/3.52 ft Dienstgewicht 247-260 kg/543-572 incl. element Asafstand 855 mm/2.8 ft Spoorbreedte Voor: 715 mm/2.34 ft, achter: 625 mm/2.05 ft Bandenafmeting 16 x 6.50 x 8...
Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaier Husqvarna Rider 155 met een serienummer uit het jaar 2002 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJN VAN DE RAAD: - van 22 juni 1998 ”betreffende machines”...
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening Leverantieservice 1. Vul de accu met accuzuur en laad de accu vier uur op. 2. Monteer het stuur, de zitting en eventuele overige onderdelen. 3. Stel het maaiaggregaat af: Stel de hefveer af (het ”gewicht” van het maaielement moet 12-15 kg/26.5-33 lbs worden).
Pagina 47
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening Nederlands –...
Pagina 48
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening – Nederlands...
Pagina 49
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening Nederlands –...
Pagina 50
SERVICEJOURNAAL Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening – Nederlands ´®z+H-U¶6x¨...