Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna Rider 1030 BioClip
Pagina 1
Rider 1030 BioClip Rider 1200 Gebruiksaanwijzing Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen. 101 89 37-36...
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 1030 BioClip en Rider 1200 Verklaring van symbolen ........2 Controle van luchtfilter brandstofpomp ..17 Veiligheidsvoorschriften ........3 Controleren van luchtinlaat transmissie ..18 Algemeen gebruik ........... 3 Controleren van het oliepeil van de transmissie ............. 18 Rijden op hellingen ..........
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Hydrostatische free-wheell ! ! ! ! ! Gebruik een...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Deze instructies zijn er voor uw veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. Dit ingevoegde symbool betekent dat het gaat om belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gewezen dient te worden. Het gaat om uw veiligheid en om de bedrijfszekerheid van de zitmaaier. Algemeen gebruik: •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Gebruik de zitmaaier nooit als u onder invloed • Vermijd het starten en stoppen op een helling. bent van alcohol, drugs of bepaalde medicijnen. Als de banden beginnen te slippen, de messen afzetten en langzaam de helling afrijden. •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Kinderen Tragische ongevallen kunnen gebeuren als de chauffeur niet opmerkzaam op kinderen is in de buurt van de zitmaaier. Kinderen worden vaak aangetrokken door de zitmaaier en het maaien. Ga er nooit van uit dat een kind blijft waar u het het laatst zag.
Pagina 8
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Voorkom het teveel bijvullen van brandstof. Is er benzine geknoeid op de zitmaaier, neem deze dan op en wacht totdat deze is vervlogen voordat de motor wordt gestart. Als u over uw kleding hebt geknoeid, moet deze worden vervangen. •...
Rider 1030 Bioclip en de Rider 1200. die een traploze variatie van de snelheid met de Rider 1030 Bioclip en Rider 1200 zijn uitgerust met voetpedalen mogelijk maakt. Vanguard V-Twin motoren van Briggs & Station met Een pedaal voor het vooruit en een pedaal voor het 18 paardekrachten.
PRESENTATIE Gasbediening De gasbediening regelt het toerental van de motor en daarmee ook de rotatiesnelheid van de messen. Om het toerental van de motor te verhogen of verlagen wordt de bediening vooruit resp. achteruit gebracht. Chokebediening De chokebediening wordt gebruikt voor de koude start om de motor een vetter brandstofmengsel te geven.
PRESENTATIE Maaikast Rider 1030 heeft een Bioclip-kast die het gras fijnverdeelt door het meerdere keren te knippen voordat het weer als mest op de grasmat terug wordt gebracht. De maaikast van de Rider 1200 heet een achteruitworp, d.w.z. dat het afgemaaide gras achter de maaikast naar buiten wordt geworpen.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 7 verschillende standen. Om een regelmatige maaihoogte te krijgen is het belangrijk dat de bandenspanning van de beide voorwielen gelijk is (60 kPa). Handrem De handrem wordt op de volgende wijze aangezet: 1.
RIJDEN Voor de start • Lees de veiligheidsvoorschriften en de presenta- tie van de zitmaaier voor de start door (zie de bladzijden 3–10). • Voer het dagelijks onderhoud uit voor de start (zie het onderhoudsschema op bladzijde 15). • Stel de zitplaats af in de gewenste stand. Starten van de motor 1.
RIJDEN 5. Als de motor start, laat dan de contactsleutel meteen terug springen naar de neutrale stand. BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan ca. 5 seconden achter elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca. 10 seconden voordat de volgende startpoging wordt gedaan.
RIJDEN 3. Kies de gewenste maaihoogte (1–7) met de hendel voor het instellen van de maaihoogte. 4. Druk de blokkeerknop op de hendel in en laat de maaikast zakken. Maaitips WAARSCHUWING! Reinig de grasmat van stenen en andere voorwerpen die door de mes- sen kunnen worden weggeslingerd.
RIJDEN WAARSCHUWING! Rijd nooit met de zitmaaier over een terrein met een helling van meer dan 15°. Maai hellingen recht naar boven en recht naar beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge richtingsverande- ringen. MAX 15 Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan. Onderhoudsintervallen Dagelijks Blad- in uren onderhoud Onderhoud zijde voor de start...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motorkap Maak de twee rubberen lussen aan de achterkant van de motorkap los en til de kap van zijn plaats. De voorkap Demonteer de bouten (1, 2 en 3) en til de voorkap van zijn plaats.
ONDERHOUD Controleren van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier horizontaal staat. Demonteer de motorkap volgens de beschrijving op bladzijde 16. Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak de stok droog en monteer deze weer. De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd.
ONDERHOUD Controleren van de luchtinlaat van de transmissie Controleer of de luchtinlaat van de transmissie niet is verstopt. Controleren van het oliepeil van de transmissie 1. Controleer het oliepeil van de transmissie door te kijken door het net van de luchtinlaat. Het oliepeil moet liggen tussen de „MIN”- en „MAX”- markeringen op het oliereservoir bij 20°C.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de besturingskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de rem Controleer of de rem juist is afgesteld door de zitmaaier op een licht aflopende helling te zetten en de rem aan te trekken. Als de zitmaaier niet stil staat moet de rem worden afgesteld.
ONDERHOUD Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie het onderhoudsschema op bladzijde 15 voor de juiste onderhoudsintervallen).
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de druk op de ondergrond van de maaikast Om het beste maairesultaat te bereiken moet de maaikast de ondergrond volgen zonder daar al te stevig tegen aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een schroef aan iedere kant van de zitmaaier.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de parallelliteit van de maaikast Opdat het maairesultaat mooi is, is het belangrijk dat de maaikast parallel ligt aan de ondergrond. Controleer dat op de volgende wijze: 1. Zet de zitmaaier op een vlakke ondergrond. 2.
ONDERHOUD Demonteren van de maaikast De maaikast kan worden losgemaakt van de zitmaaier bij bijvoorbeeld reiniging of controle van messen en bouten. Demonteer de maaikast op de volgende wijze: 1. Demonteer de frontkap volgens de beschrijving op bladzijde 16. 2. Demonteer de trekstang (1). Eventueel kan een breekijzer worden gebruikt als de haarspeldveer is verwijderd, om voorzichtig de trekstang uit zijn houder te wrikken.
ONDERHOUD Verversen van de motorolie De motorolie moet de eerste keer worden vervangen na acht gebruiksuren. Daarna moet verversing plaatsvinden na iedere 50 gebruiksuren. Als de motor hard moet werken of bij een hoge temperatuur dan moet de olie worden ververst na iedere 25 gebruiksuren.
ONDERHOUD Vervangen van het oliefilter 1. Demonteer de motorkap volgens de beschrijving op bladzijde 16. 2. Tap de motorolie af volgens de beschrijving onder „Verversen van motorolie” op bladzijde 25. 3. Demonteer het oliefilter. Indien nodig een filter- trekker gebruiken. 4.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de gaskabel Controleer of de motor reageert bij gas geven en of het juiste toerental wordt bereikt bij volgas geven. Indien het nodig is de gaskabel af te stellen, kan dat als volgt gebeuren: 1. Maak de klemschroef los en schuif de gas- bediening naar de volgas-stand.
ONDERHOUD Controle van de spanning van de banden De spanning van de banden moet zijn 60 kPa (0,6 kg/cm ) voor alle wielen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden vermind- erd tot 40 kPa (0,4 kg/cm Hoogste toegestane spanning is 100 kPa (1,0 kg/cm BELANGRIJKE INFORMATIE...
STORINGSSCHEMA Probleem Oorzaak De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougies defect • Bougie-aansluitingen defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt de motor niet rond • Accu leeg • Slecht contact bij kabelaansluitingen van de accupool •...
STALLEN Winterstalling Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier stappen volgen: onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het worden.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Rider 1030 BioClip, Rider 1200 Afmetingen Rider 1030 BioClip Rider 1200 Lengte 2300 mm 2300 mm Breedte 1120 mm 1280 mm Hoogte 1085 mm 1085 mm Dienstgewicht 300 kg 300 kg Asafstand 855 mm 855 mm Spoorbreedte 710 mm...