Pagina 1
Rider 16 Gebruiksaanwijzing Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en begint niet te werken voor u alles duidelijk heeft begrepen. 101 91 33-36...
INHOUDSOPGAVE Gebruiksaanwijzing voor Rider 16 Afstelling van rem .......... 20 Inleiding ............... 2 Controle en afstelling van de gaskabel ..21 Rijden en transport op de openbare weg ..2 Vervangen van brandstoffilter ......21 Slepen .............. 2 Vervangen van luchtfilter ........ 22 Gebruik ............
INTRODUCTIE Beste klant, Gefeliciteerd met uw keuze voor een Husqvarna Rider. De Husqvarna Riders zijn volgens een uniek concept gebouwd. Ze zijn voorzien van een frontgemonteerd maaiaggregaat en een gepatenteerde sturing op de achterwielen. De Rider werkt heel effectief, ook op kleine en nauwe oppervlakken. De regelaars en de hydrostatische transmissie die met de pedalen worden geregeld, dragen ook bij aan het prestatievermogen van de machine.
INTRODUCTIE Goede service De producten van Husqvarna worden over de hele wereld verkocht. Dit gebeurt alleen via de serviceverlenende vakhandel, zodat we de klant de best mogelijke ondersteuning en service kunnen bieden. Voordat het product werd afgeleverd is de machine gecontroleerd en afgesteld door uw dealer.
VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Deze symbolen staan op de zitmaaier en in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer deze zorgvuldig, zodat u weet wat zij betekenen. Lees de gebruiksaanwijzing. Achteruit Neutraal Snel Langzaam Motor uit Accu Choke Brandstof Oliedruk Maaihoogte Achteruit Vooruit Ontsteking Hydrostatische free-wheel Gebruik een gehoorbescherming Handrem...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Deze instructies zijn er voor uw veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. Dit symbool betekent dat het gaat om belangrijke veiligheidsvoorschriften waarop gewezen dient te worden. Het gaat om uw veiligheid en om de bedrijfszekerheid van de zitmaaier. Algemeen gebruik: •...
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Let op het verkeer als u werkt in de nabijheid En doe dit niet : van een weg of deze oversteekt. • Vermijd onnodige zwenkingen op hellingen, en • Wees voorzichtig als u om een vast voorwerp als dat toch noodzakelijk is, zwenk dan lang- heen gaat, zodat de messen er niet tegenaan zaam en geleidelijk naar beneden, indien slaan.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Maai niet in de buurt van randen, sloten of e. Stal de zitmaaier of brandstofreservoirs nooit zandbanken. De zitmaaier kan plotseling rond binnenshuis waar open vuur is, zoals bijvoor- slaan, als een wiel over de rand van een steile beeld in een ketelhuis, of elektrische apparatuur helling of een sloot komt of als een rand inzakt.
Pagina 9
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Voorkom het teveel bijvullen van brandstof. IIs er benzine gemorst op de zitmaaier, neem deze dan op en wacht tot deze vervlogen is voordat de motor wordt gestart. Als u over uw kleding hebt geknoeid, moet deze worden vervangen. •...
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft een Rider 16. voetpedalen mogelijk maakt. Deze zitmaaier is uitgerust met een motor van Briggs Een pedaal voor het vooruit en een pedaal voor het &...
PRESENTATIE Gas- en Chokebediening Met de gasbediening wordt het toerental van de motor geregeld en daardoor ook de rotatiesnelheid van de messen. De bediening wordt ook gebruikt om de chokefunc- tie te activeren. Bij het inschakelen van de choke- functie krijgt de motor een vetter brandstof/lucht- mengsel, hetgeen een koude start vergemakkelijkt.
PRESENTATIE Maaikast De Rider 16 kan worden uitgerust met vier verschillende maai-elementen. Achteruitworp - 970 mm Zijuitworp - 970 mm BioClip - 900 mm, 1030 mm Hendel voor instelling van de maaikast De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of maaistand te zetten.
PRESENTATIE Hendel voor instelling van de maaihoogte Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 9 verschillende standen. Element met zij/achteruitworp, 40-90 mm. BioClipelement, 45-95 mm. Zitting De zitplaats heeft een gelede bevestiging aan de voorkant en kan voorover worden geklapt. De zitting kan ook worden afgesteld in de lengterichting.
RIJDEN Voor de start * Lees de veiligheidsvoorschriften en de informatie over de plaatsing van de bedienings- organen en de functies voor de start door (zie de bladzijden 5–12). * Voer het dagelijks onderhoud uit voor de start (zie het onderhoudsschema op bladzijde 18). Stel de zitplaats af in de gewenste stand.
Pagina 15
RIJDEN Bij warme motor: 4. Zet de gasbediening precies tussen stand 1 en 2. 5. Draai de contactsleutel naar de startstand. STOP START BELANGRIJKE INFORMATIE Laat de startmotor niet langer dan 6 secon- den achter elkaar draaien. Als de motor niet start wacht dan ca.
RIJDEN Rijden met de zitmaaier 1. Los de handrem door het rempedaal in te drukken. 2. Druk voorzichtig een van de pedalen in totdat de gewenste snelheid is verkregen. Bij vooruit rijden, druk pedaal (1) in of bij achter- uit rijden, pedaal (2). 3.
RIJDEN 4. Druk de blokkeerknop op de hendel voor de maaikast in en laat de maaikast zakken. BELANGRIJKE INFORMATIE De levensduur van de aandrijfriemen wordt aanzienlijk verlengd als de motor loopt met een laag toerental als de messen worden ingeschakeld. Geef daarom pas gas als de maaikast is neergelaten in de maaistand.
RIJDEN WAARSCHUWING! Rijd nooit met de zitmaaier over een terrein met een helling van meer dan 15°. Maai hellingen recht naar boven en recht naar beneden, nooit dwars. Vermijd plotselinge richtingsveranderingen. MAX 15 Afzetten van de motor Laat de motor bij voorkeur een minuut stationair lopen om weer de normale werktemperatuur te krijgen voordat hij wordt afgezet, als hij hard heeft moeten werken.
ONDERHOUD Onderhoudsschema Hier volgt een lijst van het onderhoud dat moet worden gepleegd aan de zitmaaier. Voor de punten die in deze gebruiksaanwijzing niet worden beschreven, dient u naar een bevoegde onderhoudswerkplaats te gaan. Onderhoudsintervallen Dagelijks in uren Blad- Onderhoud onderhoud zijde voor de start...
ONDERHOUD Demonteren van de kappen van de zitmaaier De motorkap De motor wordt bereikbaar voor onderhoud als de motorkap is opgeklapt. Klap de zitplaats naar voren, maak de rubberen clip onder de zitplaats los en klap de kap achterover. De frontkap Maak de snelsluiting van de frontkap los en til de kap van zijn plaats.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de bestu- ringskabels De besturing wordt geregeld met behulp van kabels. Deze kunnen zich nadat de zitmaaier een tijd in gebruik is geweest, uitrekken, hetgeen betekent dat de afstelling van de besturing gewijzigd kan zijn. De besturing wordt gecontroleerd en afgesteld op de volgende manier: 1.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de gaskabel Als de motor niet reageert zoals het hoort bij gas geven of als het maximale toerental niet wordt bereikt, kan het nodig zijn de gaskabel af te stellen. 1. Maak de klemschroef (bij de pijl) los en schuif de gashendel naar de chokestand.
ONDERHOUD Vervangen van het luchtfilter Als de motor zwak lijkt of onregelmatig loopt kan de oorzaak zijn dat het luchtfilter is verstopt. Het is daarom belangrijk om met regelmatige tussenpozen het luchtfilter te vervangen (zie het onderhoudsschema op bladzijde 18 voor de juiste onderhoudsintervallen).
ONDERHOUD Controleren van het luchtfilter van de brandstofpomp Controleer regelmatig of het luchtfilter van de brandstofpomp vrij is van vuil. Het filter kan indien nodig worden gereinigd met een penseel. Controleren van het zuurniveau in de accu Controleer of het zuurniveau van de accu ligt tussen de markeringen.
ONDERHOUD Controle van veiligheidssysteem De zitmaaier is uitgerust met een veiligheidssysteem dat starten of rijden onder de volgende condities verhindert. De motor moet alleen gestart kunnen worden wanneer het maaielement omhoog getild is en de hydrostaatpedalen in neutraalstand staan. Startmotor Functioneert De bestuurder hoeft niet op de bestuurderszitting te zitten.
ONDERHOUD Controle van de spanning van de ban- De spanning van de banden moet zijn 60 kPa (0,6 kg/cm ) voor alle wielen. Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de spanning voor de achterbanden worden vermin- derd tot 40 kPa (0,4 kg/cm Hoogste toegestane spanning is 100 kPa (1,0 kg/cm BELANGRIJKE INFORMATIE...
ONDERHOUD Monteren van het maai-element 1. Plaats de Rider op een vlakke ondergrond en activeer de parkeerrem, zie blz. 10. Controleer of de hendel voor het instellen van de maaihoogte in de laagste stand staat. Zorg ervoor dat er steunwielen op het maai- element (1) zijn gemonteerd.
ONDERHOUD Controleren en afstellen van de druk op de ondergrond van de maaikast Om het beste maairesultaat te bereiken moet de maaikast de ondergrond volgen zonder daar al te stevig tegen aan te liggen. De druk wordt afgesteld met een schroef aan iedere kant van de zitmaaier.
ONDERHOUD Afstelling van de parallelliteit van het maai-element 1. Demonteer de frontkap en de rechter vleugelkap volgens de beschrijving op blz. 19. 2. Maak de moeren van de parallelliteitsstang los. 3. Schroef de stang uit (tegen de klok in) om de achterkant van de kap te laten zakken.
ONDERHOUD Vervangen van de riemen van het maai- element Vervangen van riemen op een BioClip-element Een BioClip-element wordt aangedreven door twee tandriemen die de rotatie van de messen synchroniseren. De riemen zitten onder een kap op het maai-element. 1. Verwijder het maaielement, zie bladzijde 28. 2.
Pagina 31
ONDERHOUD BELANGRIJKE INFORMATIE Op een BioClip-element moeten de mes- sen in een hoek van 90° ten opzichte van elkaar staan. Anders kunnen de messen tegen elkaar aanlopen en beschadigingen aan het maai-element veroorzaken. 5. Montage: Zet eerst de onderste riem erop en daarna de bovenste.
ONDERHOUD Servicestand voor maai-element Om bij schoonmaken, reparatie en service goed bij het element te kunnen, kan dit in servicestand gezet worden. De servicestand houdt in dat het element omhoog geklapt is en vergrendeld in verticale positie. In servicestand zetten 1.
Pagina 33
ONDERHOUD 4. Monteer de twee steunwielen aan beide kanten van het achterdeel van het element. WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril bij het demonteren van de maaikast. De veer die de riem spant kan eraf springen en persoonlijk letsel veroorzaken. 5. Maak de veer van de spanrol van de aandrijfriem los.
ONDERHOUD 8. Til de aandrijfriem eraf (1). Trek vervolgens de borgspie (2) eruit. Neem voorzichtigheid in acht zodat uw hand niet klem komt te zitten. 9. Trek het frame naar voren en plaats de splitpen terug. 10.Pak de voorkant van het element beet, trek het uit en breng het omhoog naar de servicestand.
ONDERHOUD Controle van de messen Om het beste maairesultaat te bereiken is het belangrijk dat de messen niet beschadigd zijn en dat zij goed zijn geslepen. Controleer of de bevestigingsbouten van de mes- sen zijn vastgedraaid. BELANGRIJKE INFORMATIE Het vervangen of slijpen van de messen moet worden uitgevoerd door een bevoeg- de onderhoudswerkplaats.
ONDERHOUD Vervangen van breekpen (BioClip) Om het BioClipelement en de aandrijving daarvan te beschermen wanneer op een hindernis wordt gebotst moeten de messen voorzien zijn van een breekpen. Op iedere mesbout zit een gebogen verende glijring. Deze ring moet altijd door een nieuwe worden vervangen wanneer de mesbout losgemaakt wordt.
SMEREN Controlere van het oliepeil van de motor Controleer het oliepeil in de motor als de zitmaaier horizontaal staat. Klap de motorkap omhoog volgens de beschrijving op blz. 19. Maak de peilstok los en trek deze omhoog. Maak de stok droog en monteer deze weer. De peilstok moet helemaal zijn ingeschroefd.
SMEREN Controleren van het oliepeil van de transmissie 1. Verwijder de kap op de transmissie. Maak de beide schroeven los (een aan iedere kant) en til de transmissiekap eraf. 2. Controleer of er olie in de olietank van de transmissie zit. Vul indien nodig bij met motorolie SAE 10W/30 (klasse SF-CC).
STORINGSSCHEMA Probleem Maatregel De motor start niet • Geen brandstof in de brandstoftank • Bougie defect • Bougie-aansluiting defect • Vuil in de vergasser of de brandstofleiding De startmotor krijgt • Accu leeg de motor niet rond • Slecht contact tussen kabel en accupool •...
STALLEN Winterstalling Om de zitmaaier klaar te maken voor stalling, deze Aan het eind van het maaiseizoen moet de zitmaaier onmiddellijk in orde worden gemaakt voor stalling, stappen volgen: ook als deze langer dan 30 dagen niet gebruikt gaat 1. Maak de zitmaaier zorgvuldig schoon, in het bijzonder onder de maaikast.
TECHNISCHE SPECIFICATIES Afmetingen Rider 16 Lengte zonder element 2145 mm Breedte zonder element 1050 mm Hoogte 1060 mm Dienstgewicht 245 kg incl. element Asafstand 855 mm Spoorbreedte Voor: 715 mm, achter: 625 mm Bandenafmeting 16 x 6,50 x 8 Bandenspanning,...
Husqvarna AB, S-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat de zitmaaiers Husqvarna Rider 16 met een serienummer uit 1998 en verder (het jaar met daaropvolgend het serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming zijn met de voorschriften in de Richtlijnen: - van 14 juni 1989 „betreffende machines”...
SERVICEJOURNAAL RIDER 16 Datum, meterstand, stempel, Maatregel handtekening Leverantieservice 1. Vul de accu met accuzuur en laad de accu vier uur op. 2. Monteer het stuur, de zitting en eventuele overige onderdelen. 3. Stel het maaiaggregaat af: Stel de hefveer af (het ”gewicht” van het maaielement moet 12- 15 kg worden).