Controle van de spanning van de banden
De spanning van de banden moet zijn 60 kPa
(0,6 kp/cm
2
) voor alle wielen.
Om het aandrijfvermogen te verbeteren, kan de
spanning voor de achterbanden worden verminderd
2
tot 40 kPa (0,4 kp/cm
).
Hoogste toegestane spanning is 100 kPa
(1,0 kp/cm
2
).
BELANGRIJKE INFORMATIE
Een verschillende spanning in de
voorbanden brengt met zich mee dat de
messen het gras maaien op een
verschillende hoogte.
Controleren van de koelluchtinlaat van
de motor
Klap de motorkap omhoog.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is
van gebladerte, gras en vuil.
Bij een verstopte koelluchtinlaat wordt de koeling
van de motor slechter, hetgeen kan leiden tot
schade aan de motor.
30
– Nederlands
ONDERHOUD
6008-030
6008-006