Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Voor Installatie Van Transducer; Sonarfrequenties - Garmin VOLVO PENTA GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VOLVO PENTA GLASS COCKPIT:
Inhoudsopgave

Advertenties

van shift kan invloed hebben op de schuifsnelheid,
omdat gegevens buiten het dieptebereik van het
geselecteerde gebied niet worden verwerkt. Hierdoor
is minder tijd benodigd voor het vervangen en
verwerken van de gegevens. U kunt inzoomen op
het geselecteerde gebied, zodat u de resultaten beter
en met een hogere resolutie kunt evalueren dan met
alleen inzoomen mogelijk is.
Bodemzoeklimiet: Beperkt het zoeken naar de bodem
tot de geselecteerde diepte als de instelling Bereik
is ingesteld op Auto. Om de tijd die nodig is om de
bodem te vinden te minimaliseren, kunt u een diepte
selecteren om het zoeken naar de bodem te beperken.
Het toestel zoekt niet dieper dan de geselecteerde
diepte.

Instellingen voor installatie van transducer

Deze instellingen zijn van toepassing op de volgende
sonartypen.
• Traditioneel
• Garmin ClearVü
• Garmin SideVü
Selecteer optie in een geschikte sonarweergave.
• Selecteer in een Traditioneel sonarscherm Opties >
Echoloodinstelling > Installatie.
• Selecteer in een Garmin ClearVü sonarweergave
Opties > ClearVü instellingen > Installatie.
• Selecteer in een Garmin SideVü sonarweergave
Opties > SideVü instellen > Installatie.
Zendsnelheid: Stelt de tijdsduur tussen sonarsignalen
in. Als u de zendsnelheid verhoogt, wordt
de schuifsnelheid verhoogd, maar dit kan ook
zelfinterferentie veroorzaken.
Als u de zendsnelheid verlaagt, wordt tijdsduur tussen
opeenvolgende pulsen vergroot, wat zelfinterferentie
kan oplossen. Deze optie is alleen beschikbaar voor de
Traditioneel sonarweergave.
Zendvermogen: Hiermee kunt u de echo van de
transducer nabij het oppervlak verminderen. Een lager
zendvermogen vermindert de echo van de transducer,
maar kan ook de sterkte van de echosignalen verlagen.
Deze optie is alleen beschikbaar voor de Traditioneel
sonarweergave.
Filterbreedte: Hiermee kunt u de randen van het doel
definiëren. Een korter filter verscherpt de randen van
doelen, maar geeft mogelijk meer ruis. Een langer filter
verzacht de randen van doelen en vermindert mogelijk
ook de ruis. Deze optie is alleen beschikbaar voor de
Traditioneel sonarweergave.
Links/rechts spiegelen: Wijzigt de SideVü weergave-
oriëntatie van links naar rechts. Deze optie is alleen
beschikbaar voor de SideVü sonarweergave.
Herstel sonarstandaarden: Hiermee herstelt u alle
fabrieksinstellingen van de sonar.
Viszoeker met sonar
Transducers: Hiermee kunt u de transducer wijzigen,
details over de transducers bekijken en details op een
geheugenkaart opslaan.

Sonarfrequenties

OPMERKING: De beschikbare frequenties zijn afhankelijk
van de gebruikte transducers.
Door de frequentie in te stellen, past u de sonar aan voor
uw specifieke doel en de aanwezige waterdiepte.
Hogere frequenties maken gebruik van smallere bundels
en zijn daarom beter voor snelle weergave en bij een
ruwe zee. De weergave van bodem en thermoclines
(inversielagen) kan beter zijn wanneer u een hogere
frequentie gebruikt.
Lagere frequenties maken gebruik van bredere bundels,
die de visser meer doelen laten zien, maar kunnen ook
meer oppervlakteruis genereren en de continuïteit van
bodemsignalen verslechteren bij een ruwe zee. Bredere
bundels genereren grotere visbogen, waardoor ze ideaal
zijn voor het opsporen van vis. Bredere bundels werken
ook beter in diep water, omdat de lagere frequentie beter
doordringt in diep water.
Met CHIRP frequenties kunt u elke puls een reeks
frequenties laten doorlopen voor een betere scheiding
van doelen in diep water. U kunt CHIRP gebruiken om
doelen, zoals vissen in een school, te onderscheiden
en voor toepassing in diep water. CHIRP presteert
over het algemeen beter dan toepassingen met één
enkelvoudige frequentie. Omdat sommige vissen beter
worden weergegeven met een vaste frequentie, moet
u rekening houden met uw doelstellingen en met de
wateromstandigheden wanneer u CHIRP frequenties
gebruikt.
Bij sommige transducers kunt u ook vooraf ingestelde
frequenties aanpassen voor elk transducerelement.
Dit betekent dat u de frequentie met behulp van
de voorinstellingen snel kunt wijzigen wanneer de
wateromstandigheden en uw doelstellingen veranderen.
Wanneer u twee frequenties tegelijk gebruikt in de
gesplitste frequentieweergave, kunt u dieper kijken met de
lagere frequentie en tegelijkertijd meer details zien met de
hogere frequentie.
Wees u altijd bewust van lokale voorschriften inzake
sonarfrequenties. Om groepen orka's te beschermen, kan
het bijvoorbeeld verboden zijn om frequenties tussen 50
en 80 kHz te gebruiken binnen een halve mijl van een
groep orka's. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om
het toestel te gebruiken in overeenstemming met alle
toepasselijke wetten en verordeningen.
De transducerfrequentie selecteren
OPMERKING: U kunt niet de frequentie voor alle
sonarweergaven en transducers aanpassen.
U kunt selecteren welke frequenties in het sonarscherm
worden weergegeven.
LET OP
49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave