Ondersteunde kaarten .............. 12 Voorinstellingen beheren ............4 Garmin Quickdraw Contours kaarten ......12 Het type boot instellen ..............4 Water in kaart brengen met de functie Garmin Quickdraw De schermverlichting aanpassen ..........4 contouren .................. 12 De kleurmodus aanpassen ............4 Een label toevoegen aan een Garmin Quickdraw Contours Het startscherm aanpassen ............
Pagina 4
Het actieve spoor opslaan ........... 19 Echoloodopnamen afspelen ..........26 Een lijst met opgeslagen sporen weergeven ....... 19 Traditioneel, Garmin ClearVü en SideVü echolood instellen ..26 Een opgeslagen spoor bewerken ........19 Het zoomniveau instellen op het echoloodscherm ....26 Een spoor opslaan als route ..........
Pagina 5
Een gedeeltelijke bewakingszone inschakelen ....32 Een DSC-contactpersoon toevoegen ........38 Een bewakingszone uitschakelen ........32 Inkomende noodoproepen ............38 MARPA ..................32 Naar een schip in nood navigeren ........38 Symbolen voor zoeken met MARPA ........32 Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren via een Een MARPA-tag aan een object toewijzen ......
Pagina 6
Pc-weergave configureren ............48 Radio ................43 Pc-weergavemodus verlaten ..........48 De standaardinstellingen voor ouderlijk toezicht Garmin VIRB® actiecamera's ........... 48 herstellen ................. 43 Een VIRB 360 actiecamera aansluiten ........ 48 Alle vergrendelde kanalen wissen op een SiriusXM Een VIRB actiecamera aansluiten ........48 Radio ................
Pagina 7
Instellingen voor overige schepen ..........53 Instellingen die worden gesynchroniseerd op het Garmin Marine Network ..................54 De fabrieksinstellingen van de kaartplotter herstellen ....54 Gebruikersgegevens beheren en delen ..... 54 Via-punten, routes en sporen vanaf HomePort naar een kaartplotter kopiëren ..............54 Een bestandstype selecteren voor via-punten en routes van andere leveranciers ..............
Volvo Penta Hiermee wordt een nieuw via-punt gemaakt product. De Volvo Penta Glass Cockpit, ontstaan uit een samenwerking Hiermee maakt u een route met koerswijzigingen naar de tussen Volvo Penta en Garmin...
Home te selecteren. en luchtfoto's van havensteden, havens, jachthavens en andere Als er meerdere schermen zijn geïnstalleerd op het Garmin nuttige punten weergeven. U kunt lege geheugenkaarten Marine Network, kunt u ze groeperen in een station. Een station plaatsen om Garmin Quickdraw ™...
Een item toevoegen aan favorieten • Als u de gegevens wilt veranderen die op de pagina en in de extra gegevensbalken worden weergegeven, selecteert Selecteer op het startscherm een categorie aan de u Overlays en selecteert u een optie. rechterkant. •...
• Selecteer Wis om de voorinstelling te verwijderen. VOORZICHTIG • Selecteer Herstel alles om alle voorinstellingen terug te Met deze functie kunnen gebruikers informatie verzenden. zetten naar de fabrieksinstellingen. Garmin doet geen uitspraken over de nauwkeurigheid, volledigheid of actualiteit van door gebruikers ingediende ActiveCaptain ™...
Wi‑Fiverbindingen en breng een verbinding met en eenvoudig gebruikersgegevens, zoals via-punten en routes, het Garmin toestel tot stand aan de hand van de naam die en overzetten, verbinding maken met de Garmin Quickdraw het wachtwoord dat u hebt ingevoerd in het Garmin toestel.
U dient deze instelling aan te passen als de sensor niet naar de Verbinding met draadloze toestellen biedt u de mogelijkheid om voorzijde van de boot is gericht, exact parallel aan de Garmin apps, zoals ActiveCaptain, te gebruiken. middenlijn. OPMERKING: De voorzijde van de sensor wordt aangegeven Wi‑Fi netwerk...
hierbij naar de grootste objecten en groen naar de kleinste Op uw huidige locatie op het scherm wordt een punaise objecten. weergegeven. De afstand en de hoek vanaf de pin staan vermeld in de hoek. Viskaart: Biedt een gedetailleerde weergave van de bodemcontouren en dieptepeilingen op de kaart.
Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan een afgaand getijde en een omhoog wijzende pijl wijst op een berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor opkomend getijde. Wanneer u met de cursor over de indicatie een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en van het getijdenstation gaat, wordt de hoogte van het getijde bij obstakelhoogte.
Selecteer op de waterkaart een camerapictogram: Voorliggende koers en geprojecteerde koers van geactiveerde AIS-doelen • Selecteer om een luchtfoto weer te geven. Wanneer informatie over de voorliggende koers en over de • Selecteer om een perspectieffoto weer te geven. De COG (koers over de grond) door een geactiveerd AIS-doel foto is gemaakt vanuit het perspectief van de camera in de wordt aangeleverd, wordt de voorliggende koers van het doel...
Het gaat in dit geval niet Water: Hiermee toont en verbergt u diepte-elementen om een noodgeval. (Instellingen waterlaag, pagina 11). Testuitzending weggevallen. Quickdraw Contours: Hiermee toont en verbergt u Garmin Quickdraw gegevens (Garmin Quickdraw Contours instellingen, pagina 14). AIS-uitzendingen met testwaarschuwingen inschakelen...
tijd kunt instellen voor de getijden en stromingen die worden Leylijn-filter: Filtert de leylijngegevens gebaseerd op de vermeld op de kaart. ingevoerde tijdsinterval. U moet een hoger getal invullen als u een vloeiendere leylijn wilt krijgen, waarbij wijzigingen in de Navigatiemiddelen: Toont navigatiehulpmiddelen op de kaart.
Lus: Hiermee kunt u de voorgestelde of waargenomen weergegevens opeenvolgend (in een lus) weergeven. U kunt kaarten aanschaffen bij Garmin. Als u kaarten koopt bij een andere leverancier dan Garmin, kies de leverancier dan Legenda: Hiermee toont u de weerlegenda, waarbij de ernst zorgvuldig voordat u tot aankoop overgaat.
Selecteer Aan de slag > Quickdraw Community > Aan de downloaden die andere gebruikers hebben gemaakt. slag. Als uw toestel over Wi‑Fi technologie beschikt, kunt u de Als u geen Garmin Connect account hebt, maak er dan een ActiveCaptain app gebruiken voor toegang tot de Garmin aan. Quickdraw Community...
Contours kaarten weer. De optie Contours community geeft De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische de kaarten weer die u hebt gedownload van de Garmin kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is Quickdraw Community.
Elementaire navigatievragen • Selecteer Menu > Navigatie stoppen. • Wanneer u met Auto Guidance navigeert, selecteert u Vraag Antwoord Menu > Navigatieopties > Navigatie stoppen. Hoe kan ik ervoor zorgen dat Navigeer met Ga naar (Een directe de kaartplotter mij in de koers instellen en volgen met behulp Via-punten richting wijst waarin ik wil gaan...
Naar een opgeslagen waypoint zoeken en navigeren Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te VOORZICHTIG gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers). De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische kaartgegevens.
Selecteer een optie: huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u • Als u een naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en voert van de koers afwijkt. u de naam in. Controleer de koers die met de magenta lijn wordt •...
Een opgeslagen Auto Guidance route wijzigen waarden zijn relatief in plaats van absoluut. Om ervoor te zorgen dat de Auto Guidance lijn op de juiste afstand van de Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto kust wordt geplaatst, kunt u de plaatsing van de Auto Guidance paden.
navigatie door nauw vaarwater is vereist voor de Controleer de koers, die met een gekleurde lijn is geselecteerde bestemming. aangegeven. Herhaal stap 3 t/m 9 in ieder geval nog één keer. Gebruik Volg de lijn langs elk traject van de route, vermijd land, daarbij elke keer een andere bestemming tot u vertrouwd ondiep water en andere obstakels.
U kunt via-punten, sporen en routes delen met alle compatibele Selecteer een grensvorm. toestellen die met het Garmin Marine Network (Ethernet) zijn Volg de instructies op het scherm. verbonden. Een route omzetten in een grens...
Als het eindpunt vóór de startlijn ligt, is de lijn wit. Dit betekent In de zeilmodus Het type boot instellen, pagina 4 kunt u leylijnen dat de snelheid van de boot moet worden verhoogd om de weergeven op de navigatiekaart. Leylijnen kunnen erg handig startlijn op het juiste moment te bereiken.
Ga voor meer informatie over welke transducer het beste voldoet aan uw eisen naar www.garmin.com/transducers. OPMERKING: Als u Garmin ClearVü scanning sonar wilt Er zijn verschillende echoloodweergaven waarmee u de vis in ontvangen, hebt u een compatibele kaartplotter of viszoeker en het gebied kunt weergeven.
Afstanden meten op het echoloodscherm U kunt de afstand tussen twee punten in de SideVü echoloodweergave meten. Selecteer in de SideVü echoloodweergave een locatie op het scherm. Selecteer Meet. Er verschijnt een punaise op het scherm op de selecteerde locatie. Selecteer een andere locatie.
Het transducertype selecteren Voordat u het transducertype kunt selecteren, moet u weten welk transducertype u in uw bezit hebt. Deze kaartplotter is compatibel met een aantal verschillende transducers, zoals de Garmin ClearVü transducers die ™ beschikbaar zijn op www.garmin.com/transducers. Als u een transducer aansluit die bij de kaartplotter is geleverd, moet u mogelijk het transducertype instellen om het echolood correct te laten functioneren.
De naam van de bron wordt alleen voor de huidige weergave Sleep het scherm of selecteer in een echoloodweergave. gewijzigd. Als u bijvoorbeeld de naam van de Garmin ClearVü Selecteer een locatie. echoloodbron wilt wijzigen, moet u de Garmin ClearVü...
Schuifsnelheid: Hiermee stelt u in hoe snel de U kunt het bereik van de diepteschaal voor traditionele en echoloodgegevens van rechts naar links schuiven Garmin ClearVü echoloodweergaven, en het bereik van de schuifsnelheid instellen, pagina 26). breedteschaal voor de SideVü echoloodweergave aanpassen.
Selecteer een optie: scherm te tekenen voor iedere kolom met echoloodgegevens die wordt ontvangen. Dat is vooral handig als u het echolood • Selecteer Automatisch om het bereik automatisch te gebruikt in diep water, omdat het echoloodsignaal langer laten aanpassen door de kaartplotter. onderweg is naar de bodem en weer terug naar de •...
U kunt opgeven welke frequenties in het echoloodscherm stallatie-instellingen worden weergegeven. Selecteer in een Traditioneel, Garmin ClearVü of SideVü Selecteer in een echoloodweergave Menu > Frequentie. echoloodscherm Menu > Echoloodinstelling > Installatie. Selecteer een frequentie die is afgestemd op uw behoeften Zendsnelheid: Stelt de tijdsduur tussen echoloodsignalen in.
U kunt de behoudtijd vergroten, zodat de echoloodresultaten Zenden: Hiermee kunt u de transducer laten stoppen met langer worden weergegeven. uitzenden. FrontVü alarm: Hiermee kunt u een alarm instellen dat afgaat Panoptix echolood instellen wanneer de diepte aan de voorkant van het vaartuig minder is dan de gespecificeerde waarde (Het FrontVü...
Dit geld voor Panoptix transducers in de echoloodweergaven FrontVü, LiveVü Forward, en RealVü 3D Forward. Wanneer u uw compatibele kaartplotter aansluit op een optionele maritieme radar van Garmin, zoals een GMR ™ Straalbreedte: Hiermee stelt u de breedte in van de omlaag...
Een radarvrije zone inschakelen en aanpassen Wanneer u uw kaartplotter aansluit op een optionele maritieme U kunt een gebied aangeven waarin de radarscanner geen radar van Garmin, kunt u radargegevens projecteren op de signalen verzendt. navigatiekaart of de viskaart. OPMERKING: GMR Fantom en xHD2 radarmodellen De gegevens worden op de radaroverlay weergegeven op basis ondersteunen twee radarvrije zones.
MotionScope Doppler radartechnologie ™ De GMR Fantom radar gebruikt het Doppler-effect om bewegende doelen te detecteren en te markeren, onder andere om aanvaringen te voorkomen, zwermen vogels te signaleren en veranderende weersomstandigheden in de gaten te houden. Het Doppler-effect is de frequentieverandering in de radarecho, veroorzaakt door de relatieve beweging van het doel.
Informatie weergeven over een object dat met een Het bereik en de peiling tot een doelobject meten MARPA-tag is gelabeld Voordat u de VRM en de EBL kunt aanpassen, moet u deze eerst weergeven op het radarscherm (De VRM en de EBL U kunt het bereik, de peiling, de snelheid en andere informatie weergeven, pagina 33).
Pagina 42
geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de voorkomen door de versterking te verminderen of door het radaroverlay geldt. radarbereik korter te maken. OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de radarmodellen.
Pagina 43
OPMERKING: Het ligt aan het type radar dat u gebruikt, of de Draaisnelheid: Stelt de voorkeursdraaisnelheid van de radar in. instellingen voor regenruis die voor één radarmodus worden De optie Hoge snelheid kan worden gebruikt om de geconfigureerd, wel of niet voor de andere radarmodi of de vernieuwingsfrequentie te verhogen.
Pagina 44
Het systeem maakt tevens handmatige besturing en Overlaybalk voor de stuurautomaat verschillende modi voor automatische stuurfuncties en patronen mogelijk. Als de kaartplotter verbonden is met een compatibel Garmin stuurautomaatsysteem kunt u de stuurautomaat vanaf de kaartplotter aanzetten en aansturen. Werkelijke koers...
De stuurautomaat inschakelen Selecteer in het stuurautomaatscherm Menu > Patroonkoers > Zigzag. Wanneer u de stuurautomaat inschakelt, neemt de Selecteer zo nodig Amplitude en selecteer het aantal stuurautomaat de roerbediening over en houdt de voorliggende graden. koers van uw boot aan. Selecteer zo nodig Periode en selecteer een bepaalde duur.
Wanneer uw kaartplotter is verbonden met een marifoon die gevallen. compatibel is met Garmin NMEA 2000 en u een SOS- of man- • Wanneer u een noodoproep vanwege een man-over-boord over-boord-locatie markeert, wordt op de marifoon de pagina...
Persoonlijke standaardoproepen afzonderlijke meters en de gegevens van elke meter wijzigen. Open een meterpagina. Wanneer u de kaartplotter aansluit op een Garmin marifoon, kunt u de interface van de kaartplotter gebruiken voor het Selecteer Menu > Vervang metergegevens. uitvoeren van persoonlijke standaardoproepen.
Indien nodig selecteert u een aandrijflijn. Gegevens van getijdenstation, stromingen- station of zon- en maanstanden voor een Selecteer Aan. andere datum weergeven Voer de resterende hoeveelheid brandstof in waarbij het alarm moet afgaan. Selecteer Info > Getijden & strom.. Indien nodig herhaalt u stap 2 t/m 4 voor alle aandrijflijnen. Selecteer Getijden, Stromen, of Zon en maan.
Pagina 49
kaartplotter herkent de mediaspeler automatisch wanneer deze Zones inschakelen en uitschakelen voor het eerst wordt aangesloten. Als u de luidsprekers op uw boot in zones hebt ingedeeld, kunt u niet-gebruikte zones uitschakelen. U kunt media afspelen van bronnen die op de mediaspeler zijn aangesloten en bronnen die met het NMEA 2000 netwerk zijn Selecteer in het mediascherm Menu >...
Voorinstelling selecteren Selecteer Blader > Voorinstel. > Huidige opslaan. Selecteer in een mediascherm Voorinstel.. Een DAB-voorinstelling in een lijst selecteren Selecteer een voorinstelling in de lijst. Selecteer in het DAB-mediascherm Blader > Voorinstel. > Voorinstellingen bekijken. Selecteer Stem af op kanaal. Selecteer een voorinstelling in de lijst.
Selecteer Blader > Ouderlijk toezicht > Vergrendel/ en alle beslissingen die u neemt met betrekking tot navigatie op ontgrendel. basis van de weersinformatie. Garmin kan niet aansprakelijk Er wordt een lijst met zoekresultaten weergegeven. Naast worden gesteld voor eventuele gevolgen van het gebruik van vergrendelde kanalen is een vinkje zichtbaar.
kleuren wordt aangegeven. De neerslag wordt afzonderlijk of in waarschuwingen, orkaanwaarschuwingen, weerrapporten voor combinatie met andere informatie over het weer weergegeven. de luchtvaart, waarschuwingen voor regio's, weerfronten en drukcentra, oppervlaktedruk en weerboeien weergegeven. Selecteer Grafieken > Neerslag. De tijdstempel linksboven op het scherm geeft aan hoeveel Gegevens over de weersverwachting voor een andere tijd er is verlopen sinds de informatie voor het laatst door de tijdsperiode weergeven...
Drukeenheden worden weergegeven in millibar (mb), inches Symbool Weer Symbool Weer kwik (inHg) of hectopascal (hPa). Onweersbuien Sneeuw (sneeuwbuien, lichte sneeuwbuien, sneeuw- Kleurarceringen, zoals gedefinieerd in de legenda linksboven op stormen, jachtsneeuw, natte het scherm, geven de oppervlaktetemperatuur van het water sneeuw, ijsregen, ijsmotregen) aan.
U kunt een gebied bij de boei selecteren en de verwachting Compatibele toestellen omvatten videotoestellen die zijn bekijken. aangesloten op de poorten van de kaartplotter of op het Garmin Selecteer een locatie op de kaart in een weerkaart. Marine Network, maar ook ondersteunde netwerkvideocamera's (IP-camera's), encoders en thermische camera's.
Videovoorkeuzes activeren op een videocamera in het De bewegingen van videocamera's aansturen netwerk LET OP U kunt camera's in het netwerk snel terugzetten op de vooraf Richt de camera niet op de zon of zeer heldere objecten. ingestelde waarden. Hierdoor kan schade aan de lens optreden. Tik in een videoscherm op het scherm.
A/V, meters, bed.. De videobron wordt gewijzigd in Video 1. Vanaf de kaartplotter kunt u opnamen starten en stoppen op de VIRB actiecamera. Garmin VIRB actiecamera's ® OPMERKING: Het VIRB beeld wordt op de kaartplotter in een...
Systeeminformatie: Geeft informatie over de toestellen in het kaartinformatie (indien beschikbaar), de softwareversie van de netwerk en de softwareversie. optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id Stationsgegevens: Hier kunt u het station instellen. weergeven. U kunt deze gegevens nodig hebben om de...
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance Gebruikersgegevens delen: Hiermee kunt u via-punten en beschikbaar bij premiumkaarten. routes delen via het Garmin Marine Network. Op alle kaartplotters die via-punten en routes delen moet deze OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing op alle instelling zijn ingeschakeld.
Instellingen > Voorkeuren > Navigatie selecteert u Hoge snelheid NMEA. > Auto Guidance > Afstand kustlijn > Dichtstbijzijnd. • Voor ondersteuning van invoer of uitvoer van Garmin Als u Dichtstbijzijnd of Verst hebt geselecteerd in stap 8, gegevens voor communicatie met Garmin software, controleert u de plaatsing van de Auto Guidance lijn en selecteert u Garmin.
Functies: Toont een lijst met geïnstalleerde EVC-functies. • laat het alarm afgaan wanneer vissen van elke grootte worden gedetecteerd. Onderdelen: Toont een lijst met geïnstalleerde hardware- onderdelen. • laat het alarm alleen afgaan wanneer middelgrote of grote vissen worden gedetecteerd. Software: Toont een lijst met softwareversies voor geïnstalleerde EVC-functies.
Als de melding zich blijft voordoen, neem dan contact op met OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar als u over Garmin Product Support. geldige dieptegegevens beschikt. Een knop toevoegen De afstand meten: U kunt knoppen toevoegen aan het systeem.
• Bootpictogram (Kan niet worden gesynchroniseerd tussen alle modellen) op het Garmin Marine Network De volgende toestellen synchroniseren bepaalde instellingen De fabrieksinstellingen van de kaartplotter zodra ze zijn verbonden met het Garmin Marine Network. herstellen • echoMAP 70 serie ™...
U kunt kaarten van de kaartplotter kopiëren naar een Ga op uw computer naar garmin.com/express. geheugenkaart, zodat u deze kunt gebruiken met HomePort. Volg de instructies op het scherm om de Garmin Express Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf. applicatie te downloaden, te installeren en te openen.
Druk op het GRID externe invoertoestel tegelijkertijd op + en Selecteer Downloaden naast GPSMAP serie met SD kaart. HOME. Lees en accepteer de voorwaarden. Op alle kaartplotters in het Garmin Marine Network wordt nu Selecteer Downloaden. een selectiepagina geopend. Kies een locatie en selecteer Sla op.
Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren • Als het toestel voldoende stroom krijgt, maar niet aangaat, Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en plaats kunt u contact opnemen met Garmin Product Support op deze in een kaartlezer die is aangesloten op een computer. support.garmin.com.