Toont zwevende doelen als symbolen en
achtergrondsonarinformatie.
Toont zwevende doelen als symbolen
met dieptegegevens en achtergrondsonarinfor-
matie.
Hiermee worden zwevende doelen als
symbolen weergegeven.
Hiermee worden zwevende doelen als
symbolen met dieptegegevens weergegeven.
Beeld-vooruit: Hiermee kunt u het beeld van het sonar
versnellen door meer dan een kolom met gegevens
op het scherm te tekenen voor iedere kolom met
sonargegevens die wordt ontvangen. Dat is vooral
handig als u het sonar gebruikt in diep water, omdat
het sonarsignaal langer onderweg is naar de bodem en
weer terug naar de transducer.
Met de instelling 1/1 wordt één kolom met informatie
op het scherm getekend voor ieder signaal dat retour
wordt ontvangen van de sonar. Met de instelling 2/1
worden twee kolommen met informatie op het scherm
getekend voor ieder signaal dat retour wordt ontvangen
van de sonar en dit systeem wordt voortgezet bij de
instellingen 4/1 en 8/1.
Echo-oprekking: Hiermee kunt u de grootte van echo's
op het scherm wijzigen, waardoor het gemakkelijker
wordt om afzonderlijke echo's op het scherm te zien.
Wanneer objecten moeilijk te onderscheiden
kunt u met echo-oprekking de doelen duidelijker
zichtbaar maken op het scherm. Als de echo-
oprekkingswaarde te hoog is, vallen de doelen samen.
Als de waarde te laag is
kunt u ze moeilijker onderscheiden.
U kunt echo-oprekking en filterbreedte samen
gebruiken om de beste combinatie van resolutie en
ruisonderdrukking te bereiken. Als u echo-oprekking en
filterbreedte laag instelt, heeft het beeld de hoogste
resolutie, maar is het ook het gevoeligst voor ruis. Als u
echo-oprekking hoog en filterbreedte laag instelt, heeft
het beeld een lagere resolutie, maar grotere objecten.
Als u echo-oprekking en filterbreedte hoog instelt, heeft
het beeld de laagste resolutie, maar is het ook het
minst gevoelig voor ruis. Het wordt niet aangeraden om
echo-oprekking laag en filterbreedte hoog in te stellen.
Overlaygegevens: Hiermee kunt u de gegevens instellen
die op het sonarscherm worden weergegeven.
48
zijn,
, zijn de doelen klein en
Sonaralarmen
WAARSCHUWING
De sonaralarmfunctie is alleen een hulpmiddel voor
situationeel bewustzijn en voorkomt misschien niet onder
alle omstandigheden dat u aan de grond loopt. Het is uw
verplichting om een veilige bediening van het vaartuig te
garanderen.
VOORZICHTIG
De instelling Zoemer moet zijn ingeschakeld om
alarmen te laten horen
(Scherm- en geluidsinstellingen,
pagina
91). Het niet instellen van akoestische alarmen
kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar op alle
transducers.
Selecteer in een geschikte sonarweergave Opties >
Echoloodinstelling > Alarmen.
U kunt de sonaralarmen ook openen door Instellingen >
Alarmen > Echolood te selecteren.
Ondiep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als
de diepte onder de opgegeven waarde komt.
Diep water: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat als de
diepte boven de opgegeven waarde komt.
FrontVü alarm: Hiermee stelt u een alarm in dat afgaat
als de diepte aan de voorkant van het vaartuig minder
is dan de gespecificeerde waarde. U voorkomt zo dat u
strandt
(Het FrontVü dieptealarm instellen, pagina
Dit alarm is alleen beschikbaar met Panoptix FrontVü
transducers.
Watertemperatuur: Hiermee stelt u een alarm in dat
afgaat als de transducer een temperatuur doorgeeft
die 2°F (1,1°C) hoger of lager is dan de opgegeven
temperatuur.
Contour: Hiermee kunt u opgeven dat er een alarm moet
afgaan als het toestel een zwevend doel detecteert
in de opgegeven diepte vanaf het wateroppervlak en
vanaf de bodem.
Vis: Hiermee kunt u een geluidsalarm instellen voor als
het toestel een zwevend doel detecteert.
•
laat het alarm afgaan wanneer vissen van
elke grootte worden gedetecteerd.
•
laat het alarm alleen afgaan wanneer
middelgrote of grote vissen worden gedetecteerd.
•
laat het alarm alleen afgaan wanneer grote
vissen worden gedetecteerd.
Geavanceerde sonarinstellingen
Selecteer in een Traditioneel sonarscherm Opties >
Echoloodinstelling > Geavanceerd.
Shift: Hiermee stelt u het dieptebereik voor de sonar
in. Op deze manier kunt u met een hogere resolutie
inzoomen op de geselecteerde diepte.
Als u shift gebruikt, werkt Bodem volgen mogelijk niet
correct, omdat de sonar naar gegevens zoekt binnen
het dieptebereik van het geselecteerde gebied, dat
mogelijk niet tot de bodem is ingesteld. Het gebruik
51).
Viszoeker met sonar