Schermafbeeldingen vastleggen
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartuitsparing.
2
Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Schermafdruk
opslaan > Aan.
3
Ga naar een scherm waarvan u een opname wilt maken.
4
Houd Home minimaal zes seconden ingedrukt.
Schermafbeeldingen naar een computer kopiëren
1
Verwijder de geheugenkaart uit de kaartplotter en plaats
deze in een kaartlezer die is aangesloten op een computer.
2
Open in Windows Verkenner de map Garmin\scrn op de
geheugenkaart.
3
Kopieer een .BMP-bestand op de kaart en plak dit bestand in
de gewenste map op de computer.
Problemen oplossen
Mijn toestel ontvangt geen GPS-signalen
Als het toestel geen satellietsignalen ontvangt, kan dit
verschillende oorzaken hebben. Als het toestel over een grote
afstand is verplaatst sinds de laatste keer dat satellietsignalen
werden ontvangen of als het toestel langer dan een paar weken
of maanden uitgeschakeld is geweest, kan het voorkomen dat
het toestel satellietsignalen niet meer goed ontvangt.
• Controleer of de nieuwste softwareversie op het toestel is
geïnstalleerd. Als dat niet het geval is, werkt u de software
van het toestel bij.
• Als het toestel een interne GPS-antenne gebruikt, zorg dan
dat het toestel zich in de open lucht bevindt met vrij zicht,
zodat de interne antenne het GPS-signaal kan ontvangen. In
een cabine moet het toestel dichtbij een venster worden
gemonteerd, zodat het GPS-signaal kan worden ontvangen.
Als het toestel in een cabine niet kan worden gemonteerd op
een plek waar het satellietsignalen kan ontvangen, dient u
een externe GPS-antenne te gebruiken.
• Zorg dat de externe GPS-antenne is aangesloten op de
kaartplotter of het NMEA netwerk. Zie de
installatiehandleiding van de GPS-antenne voor
aansluitschema's en -informatie.
• Als uw toestel een externe GPS-antenne gebruikt die
aangesloten is op het NMEA 2000 netwerk, selecteert u
Instellingen > Communicatie > NMEA 2000-instelling >
Toestellenlijst. Controleer of de antenne op deze lijst
verschijnt. Als hij niet verschijnt, controleert u de antenne-
installatie en de NMEA 2000 netwerkinstallatie.
• Als het toestel meerdere GPS-antennebronnen heeft,
selecteert u een andere bron
pagina
2).
Ik kan mijn toestel niet inschakelen of mijn toestel
gaat steeds uit
Als uw toestel steeds uitgaat of niet kan worden ingeschakeld,
kan dit wijzen op een probleem met de voeding. Controleer het
volgende om te proberen de oorzaak van het voedingsprobleem
te vinden en het probleem te verhelpen.
• Controleer of de voedingsbron stroom geeft.
U kunt dit op verschillende manieren controleren. U kunt
bijvoorbeeld controleren of andere toestellen op dezelfde
voedingsbron wel goed functioneren.
• Controleer de zekering in de voedingskabel.
De zekering bevindt zich in een houder die deel uitmaakt van
de rode draad van de voedingskabel. Controleer of de
geïnstalleerde zekering de juiste capaciteit heeft. Op het
label op de kabel of in de installatiehandleiding staat
aangegeven welke capaciteit de zekering moet hebben.
Controleer of de zekeringsdraad in de zekering niet kapot is.
Appendix
(De GPS-bron selecteren,
U kunt de zekering testen met een multimeter. Als de
zekering in orde is, geeft de multimeter 0 Ohm aan.
• Controleer of er ten minste 10 Volt spanning op het toestel
staat - 12 Volt wordt aangeraden.
U kunt het voltage controleren door de gelijkstroomspanning
te meten tussen het contrabusje en de aarde van de
voedingskabel. Als de spanning minder bedraagt dan 10 Volt,
gaat het toestel niet aan.
• Als het toestel voldoende stroom krijgt, maar niet aangaat,
kunt u contact opnemen met Garmin Product Support op
support.garmin.com.
Mijn toestel maakt geen via-punten op de juiste
locatie
U kunt handmatig een via-puntlocatie invoeren om gegevens
tussen toestellen over te brengen en te delen. Als u een via-punt
hebt ingevoerd met behulp van coördinaten en het punt niet op
de gewenste locatie wordt weergegeven, komen de kaartdatum
en het positieformaat van het toestel mogelijk niet overeen met
de kaartdatum en het positieformaat die oorspronkelijk zijn
gebruikt om het via-punt te markeren.
Het positieformaat heeft betrekking op de manier waarop de
positie van de GPS-ontvanger op het scherm wordt
weergegeven. De positie wordt gewoonlijk weergegeven in
graden en minuten (breedtegraad/lengtegraad) met opties voor
graden, minuten en seconden, alleen graden of een van de
diverse grid-indelingen.
De kaartdatum is een rekenmodel dat een deel van het
aardoppervlak weergeeft. Lengte- en breedtegraadlijnen op een
papieren kaart zijn altijd gerelateerd aan een bepaalde
kaartdatum.
1
Zoek uit welke kaartdatum en welk positieformaat werden
gebruikt toen het oorspronkelijke via-punt werd gemaakt.
Als het oorspronkelijke via-punt is overgenomen van een
kaart, moet op de kaart een legenda aanwezig zijn waarin de
kaartdatum en het positieformaat staan vermeld die zijn
gebruikt om die kaart te maken. Meestal staat deze legenda
in de buurt van de productcode van de kaart.
2
Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Eenheden.
3
Selecteer de juiste kaartdatum- en positieformaatinstellingen.
4
Maak het via-punt opnieuw.
Contact opnemen met Garmin Support
• Ga naar
support.garmin.com
producthandleidingen, veelgestelde vragen video's en
klantondersteuning.
• Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
• Bel in het VK met 0808 238 0000.
• Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
Specificaties
Specificaties
Toestel
Specificatie
Modellen van acht
Afmetingen (B×H×D)
inch
Schermgrootte (B×H)
Gewicht
Max. vermogen bij
10 V gelijkstroom
Nominale opgenomen
stroom bij 12 V gelijk-
stroom
voor hulp en informatie, zoals
Afmetingen
265 × 190 × 115 mm
7
31
(10
/
× 7
/
×
16
64
17
4
/
in.)
32
47
171 × 130 mm (6
/
64
1
5
/
in.)
8
3,23 kg (7,12 lb.)
28 W
1,3 A
×
57