4
Selecteer een optie:
• Als u een naam wilt wijzigen, selecteert u Naam en voert
u de naam in.
• Als u een waypoint wilt selecteren in de
koerswijzigingslijst, selecteert u Wijzig wendingen >
Gebruik lijst met koerswijzigingen en selecteert u een
waypoint in de lijst.
• Als u een koerswijziging wilt selecteren, gaat u naar
Wijzig wendingen > Gebruik kaart en selecteert u een
locatie op de kaart.
Naar een opgeslagen route zoeken en navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Vooruit om de route te navigeren vanaf het
beginpunt dat is gebruikt bij het maken van de route.
• Selecteer Achteruit om de route te navigeren vanaf het
bestemmingspunt van de route dat is gebruikt bij het
maken van de route.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere paarse
lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers van uw
huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde
koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u
van de koers afwijkt.
5
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
6
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
7
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Naar een opgeslagen route zoeken en parallel aan
deze route navigeren
Voordat u een lijst met routes kunt doorzoeken en naar de
gewenste route kunt navigeren, moet u ten minste één route
maken en opslaan.
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer Offset om op een opgegeven afstand parallel aan
de oorspronkelijke route te navigeren.
5
Geef aan hoe u langs de route wilt navigeren:
• Selecteer Vooruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
links van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Vooruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het vertrekpunt bij het maken van de route naar
rechts van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Achteruit - bakboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar links van de oorspronkelijke route.
• Selecteer Achteruit - stuurboord om de route te volgen
vanaf het bestemmingspunt bij het maken van de route
naar rechts van de oorspronkelijke route.
6
Selecteer OK indien nodig.
Er wordt een magenta lijn weergegeven. Een dunnere paarse
lijn in de magenta lijn geeft de gecorrigeerde koers van uw
Navigatie met een kaartplotter
huidige positie naar de bestemming aan. De gecorrigeerde
koers is dynamisch en beweegt met uw boot mee wanneer u
van de koers afwijkt.
7
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
8
Volg de magenta lijn langs elk traject van de route, vermijd
land, ondiep water en andere obstakels.
9
Wanneer u van de koers bent afgeweken, volg dan de
paarse lijn (gecorrigeerde koers) om naar uw bestemming te
gaan of ga terug naar de magenta lijn (directe koers).
Een opgeslagen route verwijderen
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Bekijk > Wis.
Alle opgeslagen routes verwijderen
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Wis
gebruikergegevens > Routes en Auto Guidance paden.
Auto Guidance
VOORZICHTIG
De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische
kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is
van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het volgen
van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en
andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
U kunt Auto Guidance gebruiken om de beste route naar uw
bestemming in kaart te brengen. Auto Guidance gebruikt uw
kaartplotter om kaartgegevens, zoals waterdiepte en bekende
obstakels, te scannen en op basis daarvan een route te
berekenen en voor te stellen. U kunt de route onderweg
wijzigen.
Een Auto Guidance route instellen en volgen
1
Selecteer een bestemming
2
Selecteer Navigeren naar > Auto Guidance.
3
Controleer de route die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
4
Selecteer Start navigatie.
5
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt, geeft
een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie Auto
Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en
obstakelhoogte.
Een Auto Guidance route maken en opslaan
1
Selecteer Info > Gebruikersgegevens > Routes en Auto
Guidance paden > Nieuw > Auto Guidance.
2
Selecteer een beginpunt en vervolgens Volgende.
3
Selecteer een bestemming en daarna Volgende.
4
Selecteer een optie:
• Als u een obstakel wilt bekijken en de route in de buurt
daarvan wilt wijzigen, selecteert u Gevaren weerg.
• Als u de route wilt wijzigen, selecteert u Pad aanpassen
en volgt u de instructies op het scherm.
• Als u de route wilt wissen, selecteert u Annuleer Auto
Guidance.
• Als u de route wilt opslaan, selecteert u OK.
(Bestemmingen, pagina
15).
17