Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ais-Noodsignaal; Navigeren Naar Een Noodsignaal-Uitzending; Symbolen Voor Zoeken Van Ais-Noodsignaaltoestel; Ais-Uitzendingen Met Testwaarschuwingen Inschakelen - Garmin Volvo Penta GLASS COCKPIT Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Volvo Penta GLASS COCKPIT:
Inhoudsopgave

Advertenties

Wanneer een object dat met een MARPA-tag is gelabeld, of
een schip met AIS de veilige zone rond uw boot binnenvaart,
verschijnt er een melding en gaat er een alarmsignaal af. Het
object wordt als een gevaar op het scherm aangegeven. Als
het alarm is uitgeschakeld, wordt er geen melding en geen
alarmsignaal gegeven, maar blijft het object op het scherm
aangeduid als gevaarlijk.
2
Selecteer Bereik.
3
Selecteer een afstand voor de straal van de veilige zone rond
uw schip.
4
Selecteer Tijd tot.
5
Selecteer een tijdstip waarop het alarmsignaal afgaat als een
schip blijft afkoersen op doorkruising van de veilige zone.
Om bijvoorbeeld 10 minuten van tevoren te worden
gewaarschuwd, voordat een aanstaande doorkruising
mogelijk plaatsvindt, stelt u Tijd tot in op 10. Het alarm gaat
dan af 10 minuten voordat het schip de veilige zone
doorkruist.

AIS-noodsignaal

Zelfstandig werkend AIS-noodsignaaltoestel dat uw positie
uitzendt indien het in noodgevallen worden geactiveerd. De
kaartplotter kan signalen ontvangen van Search and Rescue
Transmitters (SART), Emergency Position Indicating Radio
Beacons (EPRIB), en andere Man Overboord-signalen.
Noodsignaal-uitzendingen zijn andere uitzendingen dan
standaard-AIS-uitzendingen, dus zien ze er ook anders uit op de
kaartplotter. In plaats van een noodsignaal-uitzending te volgen
om een aanvaring te voorkomen, kunt u een noodsignaal-
uitzending volgen om een vaartuig of persoon in nood te
lokaliseren en te helpen.

Navigeren naar een noodsignaal-uitzending

Als u een noodsignaal-uitzending ontvangt, wordt er een
noodsignaalalarm weergegeven.
Selecteer Bekijk > Ga naar om naar de oorsprong van de
uitzending te navigeren.

Symbolen voor zoeken van AIS-noodsignaaltoestel

Symbool Beschrijving
Uitzending van AIS-noodsignaaltoestel. Selecteer dit
symbool om meer informatie over de uitzending weer te
geven en de navigatie te starten.
Uitzending weggevallen.
Testuitzending. Wordt weergegeven als het noodsignaaltoe-
stel van een vaartuig wordt getest. Het gaat in dit geval niet
om een noodgeval.
Testuitzending weggevallen.

AIS-uitzendingen met testwaarschuwingen inschakelen

Als u wilt voorkomen dat u een groot aantal testwaarschuwingen
en symbolen ontvangt in drukke gebieden, zoals jachthavens,
kunt het ontvangen van AIS-testwaarschuwingen in- of
uitschakelen. Als u een AIS-noodtoestel wilt testen, moet u de
kaartplotter inschakelen om testwaarschuwingen te ontvangen.
1
Selecteer Instellingen > Alarmen > AIS.
2
Selecteer een optie:
• Als u EPRIB-testsignalen (Emergency Position Indicating
Radio Beacon) wilt ontvangen of negeren, selecteert u
AIS-EPIRB-testuitzending.
• Als u MOB-testsignalen (Man Overboard) wilt ontvangen
of negeren, selecteert u AIS-MOB-testuitzending.
• Als u SART-testsignalen (Search and Rescue
Transponder) wilt ontvangen of negeren, selecteert u AIS-
SART-test.

AIS-ontvangst uitschakelen

De ontvangst van het AIS-signaal is standaard ingeschakeld.
10
Selecteer Instellingen > Overige schepen > AIS > Uit.
De AIS-functionaliteit wordt uitgeschakeld voor alle kaarten
en 3D-kaartweergaven. Dit is inclusief het zoeken en volgen
van AIS-schepen, het melden en volgen van
aanvaringsgevaar als schepen te dicht in de buurt komen en
informatie over AIS-schepen.

Kaartmenu

OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing op alle
kaarten. Voor een aantal opties zijn premiumkaarten of
aangesloten accessoires, zoals radar, vereist.
Selecteer Menu op een kaart.
Lagen: Hiermee past u de presentatie van de verschillende
elementen op de kaarten aan
Quickdraw Contours: Schakelt het tekenen van
bodemcontouren in en laat u labels voor viskaarten maken
(Garmin Quickdraw Contours kaarten, pagina
Instellingen: Hiermee past u de kaartinstellingen aan
(Kaartinstellingen, pagina
Wijzig overlays: Hiermee wijzigt u welke gegevens worden
getoond op het scherm
pagina
3).

Kaartlagen

U kunt de lagen in kaarten gebruiken om kaartfuncties in en uit
te schakelen en aan te passen. De instellingen zijn alleen van
toepassing op de gebruikte kaart of kaartweergave.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn van toepassing op alle
kaarten en kaartplottermodellen. Voor een aantal opties zijn
premiumkaarten of aangesloten accessoires vereist.
Selecteer in een kaart Menu > Lagen.
Kaart: Hiermee toont en verbergt u aan kaarten gerelateerde
elementen
(Instellingen kaartlaag, pagina
Mijn boot: Hiermee toont en verbergt u aan de boot
gerelateerde elementen
pagina
11).
Gebruikersgegevens: Hiermee toont en verbergt u
gebruikersgegevens, zoals via-punten, grenzen en tracks.
Ook opent u zo lijsten met gebruikersgegevens
laag Gebruikersgegevens, pagina
Overige schepen: Hiermee past u de manier aan waarop
andere vaartuigen worden getoond
schepen, pagina
11).
Water: Hiermee toont en verbergt u diepte-elementen
(Instellingen waterlaag, pagina
Quickdraw Contours: Hiermee toont en verbergt u Garmin
Quickdraw gegevens
(Garmin Quickdraw Contours
instellingen, pagina
14).
Sporen: Hiermee toont en verbergt u sporen op de 3D-
kaartweergave.
Afstandcirkels: Hiermee toont en configureert u de presentatie
van afstandringen op de 3D-kaartweergave. Afstandcirkels
zijn handig om afstanden te visualiseren in bepaalde
kaartweergaven.

Instellingen kaartlaag

Selecteer Menu > Lagen > Kaart op een kaart.
Satellietfoto's: Bij gebruik van bepaalde premiumkaarten kunt u
op de navigatiekaart satellietbeelden met hoge resolutie
weergeven van het land of van zowel het land als de zee
(Satellietbeelden op de navigatiekaart weergeven, pagina
Getijden & strom.: Toont indicators van stromingenstations en
getijdenstations op de kaart
stromingen weergeven, pagina
schuifregelaar voor getijden en stromingen in, waarmee u de
(Kaartlagen, pagina
12).
12).
(De gegevensoverlays aanpassen,
10).
(Instellingen laag Mijn boot,
(Instellingen
11).
(Instellingen laag Overige
11).
(Indicaties voor getijden en
8) en schakelt de
Kaarten en 3D-kaartweergaven
10).
8).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave