APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
Optie
SHARPNESS (SCHERPTE)
BLACK LEVEL (ZWARTNIVEAU)
TINT (TOON)
COLOR (KLEUR)
COLOR TEMPERATURE (KLEURTEMPERATUUR)
COLOR TEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
RED (ROOD)
100
Waarden
Functie
0–100
Stelt de beeldscherpte
0–100
Stel het helderheidsniveau
in de donkerste delen van
het beeld
0–100
Stelt de beeldtoon
0–100
Stelt de kleurdiepte van het
beeld
NORMAL
Stelt de kleurtemperatuur
(NORMAAL)
WARM (WARM)
USER (GEBRUIKER)
COOL (KOUD)
0–100
Stelt de hoeveelheid rood in
het beeld
Aantekeningen
(indien van
toepassing)
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTURE MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTURE MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTURE MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTURE MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
Selecteer USER
(GEBRUIKER) om de
hoeveelheid rood,
groen en blauw in het
beeld aan uw wensen
aan te passen.
Selecteer één van de
andere waarden van
deze optie om de
hoeveelheid rood,
groen en blauw in het
beeld in te stellen met
standaardwaarden.
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) in
COLOR TEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
selecteert.