RUITENWISSER, RUITENSPROEIER VOOR
Contact aan, verplaats de schakelaar 1
– A uit.
– B wissen met intervallen.
Afhankelijk van de auto, vegen de wis-
sers met tussenpozen van enkele secon-
den. De duur van het interval is te regelen
door de ring (2) te verdraaien;
– C langzaam continu wissen.
– D snel continu wissen.
De standen B, C en D zijn toegankelijk
met contact aan.
1.64
(1/2)
Auto's met functie automatisch
wissen
Bij draaiende motor: verplaats de schake-
1
laar 1.
– A uit.
A
– B automatisch wissen
In deze stand signaleert het systeem
B
water op de voorruit en schakelt het
C
wissen in met een aangepaste wis-
snelheid:
D
– E: minimumgevoeligheid
– F: maximumgevoeligheid
NB: bij mist of sneeuwval, werkt de rui-
tenwisser niet altijd automatisch en blijft
deze onder controle van de bestuurder.
– C langzaam continu wissen.
– D snel continu wissen.
De stand C is toegankelijk met contact
aan. De standen B en D zijn uitsluitend
toegankelijk bij draaiende motor.
1
E
2
F
Bijzonderheid
Tijdens het rijden gaat de wisser langza-
mer werken als de auto stopt. Voorbeeld:
van snel continu wissen gaat u naar lang-
zaam continu wissen.
Zodra de auto weer gaat rijden, beginnen
de wissers weer met de oorspronkelijk inge-
stelde snelheid te werken.
Als u de schakelaar 1 in een andere stand
zet, schakelt u daarmee dit automatisme uit.
Wanneer de auto gestart wordt met de scha-
kelaar in stand D, zullen de ruitenwissers
langzaam continu wissen. U moet de scha-
kelaar opnieuw in stand D zetten om snel
continu wissen in te schakelen.