KINDERVEILIGHEID:
2-persoonsauto
4-persoonsauto
bevestiging met de autogordel (1/2)
³
Controleer de staat van de airbag
voordat u een passagier laat
plaatsnemen of een kinderzitje installeert.
Kinderzitje bevestigd met behulp van de
gordel
¬
Plaats toegelaten voor de bevesti-
ging met de gordel van een als
"Universeel" goedgekeurd zitje;
²
Plaats verboden voor het installe-
ren van een kinderzitje.
Door het gebruik van een niet
bij de auto passend kinder-
veiligheidssysteem wordt de
baby of het kind niet correct be-
schermd. Het kan ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen.
L E V E N S G E VA A R
GEVAAR
VAN
LETSEL: controleer voordat
u een kinderzitje op de plaats
van de passagier voorin installeert, of de
airbag wel is uitgeschakeld (raadpleeg
de paragraaf "Kinderveiligheid: uitscha-
kelen, inschakelen van de passagier-
sairbagairbag voorin" in hoofdstuk 1).
O F
ERNSTIG
1.31