CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
A
2
Waarschuwingslampje geopend(e)
portier(en)
Waarschuwingslampje motor
op stand-by
Raadpleeg de paragraaf "Functie Stop and
Start" in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje motor
kan niet op stand-by worden
gezet
Raadpleeg de paragraaf "Stop and Start-
functie" in hoofdstuk 2.
(4/5)
Controlelampje ECO-modus.
Dit lampje gaat branden wanneer
de ECO -modus wordt geactiveerd.
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het
rijden, zuinig rijden" in hoofdstuk 2.
Ò
Waarschuwingslampje elektro-
nische storing
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en dooft na enkele secondes.
Als het tijdens het rijden oplicht, wijst dit op
een storing in de rekeneenheid van het in-
spuitsysteem.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
Š‰
Indicatielampje voor overschake-
len naar de volgende versnelling.
Ze lichten op om u te adviseren naar een
hogere versnelling (pijl omhoog) of lagere
versnelling (pijl omlaag) te schakelen.
Waarschuwing bij verlies van
bandenspanning
Raadpleeg de paragraaf "Waarschuwing bij
verlies van bandenspanning" in hoofdstuk 2.
U
Waarschuwingslampje snel-
heidsafhankelijke stuurbekrach-
tiging
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en dooft na enkele secondes.
Als het tijdens het rijden oplicht, wijst dit op
een storing in het systeem. Raadpleeg zo
spoedig mogelijk een merkdealer.
1.47