INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND, HET UITRUSTINGSNIVEAU EN EVENTUELE
OPTIES VAN DE AUTO.
d
Controlelampje van de richting-
aanwijzers
g
Controlelampje mistlichten voor
f
Controlelampje mistachterlicht
\[
Controlelampje
brandstofbesparing
Raadpleeg de paragraaf "Hulp bij brandstof-
besparing" in hoofdstuk 2.
©
Waarschuwingslampje
Dit gaat branden bij het aanzetten
van het contact, en dooft na enkele secon-
des. Het kan met andere waarschuwings-
lampjes op het instrumentenpaneel oplich-
ten.
Als het lampje oplicht, moet u de auto bin-
nenkort bij een merkdealer laten controle-
ren.
Î
Controlelampje van snelheids-
regelaar/-begrenzer
Zie voor de werking de paragrafen "snel-
heidsregelaar" en "snelheidsbegrenzer" in
hoofdstuk 2.
É
Controlelampje voorverwar-
ming
(dieselmotor)
Bij het aanzetten van het contact licht dit
lampje op; de motor wordt voorverwarmd.
Als de voorverwarming is beëindigd, dooft
het lampje en kan de motor worden gestart.
voor
(4/4)
u
Controlelampje markeringslicht
k
Controlelampje dimlicht
á
Controlelampje grootlicht
Ò
Waarschuwingslampje elektro-
nische storing van de robotver-
snellingsbak of water in de dieselbrand-
stof
Dit knippert als u het contact aan zet (stil-
staande motor), brandt dan enkele secon-
des voor het dooft.
Als het oplicht tijdens het rijden, kan dit
duiden op een storing van de rekeneenheid
van de robotversnellingsbak of is er water in
de dieselbrandstof.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
1.47