KINDERVEILIGHEID: uitschakelen, inschakelen van de passagiersairbag voorin
1
Uitschakelen van de
passagiersairbags voorin
(voor de auto's die hiermee uitgerust
zijn)
Voordat u een kinderzitje installeert op de
passagiersstoel voorin, als dit toegestaan is,
moet u de aanvullende veiligheidsvoorzie-
ningen van de autogordel van de voorpas-
sagier (zijairbags (afhankelijk van de auto),
frontale airbags, enz.) uitschakelen.
1.36
2
Om de aanvullende veiligheidsvoorzie-
ningen van de autogordel van de voor-
passagier uit te schakelen: zet het contact
uit, druk de grendel 1 in en draai hem in de
stand OFF. De airbag is uitgeschakeld.
Met contact aan moet u controleren of het
controlelampje 2 op het instrumentenpaneel
brandt.
Dit lampje blijft constant branden om u
eraan te herinneren dat u een kinderzitje
kunt gebruiken, omdat de passagiersair-
bag uitgeschakeld is.
(1/3)
Het in- en uitschakelen van de
passagiersairbag moeten bij
stilstaande auto gebeuren.
Als dit bij rijdende auto ge-
beurt, lichten de controlelampjes
©
en
op.
Om de staat van de airbag weer in over-
eenstemming te brengen met de stand
van de grendel, zet u het contact uit en
weer aan.
å