aCCU: storing
Om vonkvorming te voorkomen:
– Controleert u of alle stroomverbruikers
zijn uitgeschakeld voordat u de accu-
klemmen losmaakt of aansluit.
– Schakelt u de acculader uit voordat u
deze op de accu aansluit of ervan los-
maakt.
– Mag u geen metalen of andere gelei-
dende voorwerpen, die kortsluiting
tussen de accupolen kunnen veroorza-
ken, op de accu leggen.
aansluiting van een acculader
de lader moet compatible zijn met een
accu met een nominale spanning van
12 volt.
Maak altijd (bij stilstaande motor) de kabels
los van de aansluitingen van de accu te be-
ginnen met de negatieve aansluiting.
Maak de accukabels nooit los als de motor
draait. Houd u aan de voorschriften van
de fabrikant van de acculader.
5.24
Alleen een goed opgeladen en onderhouden
accu heeft een lange levensduur en voor-
komt startproblemen.
Houd de accu schoon en droog.
Laat de capaciteit van de accu regelmatig
controleren:
– vooral als de auto veel korte (stads-)ritten
maakt;
– het is normaal dat de capaciteit bij lage
temperatuur afneemt. Gebruik in de
winter niet meer stroomverbruikers dan u
nodig heeft;
– de accu ontlaadt natuurlijk ook door per-
manente stroomverbruikers (klokje, ac-
cessoires, enz.).
Sluit accessoires zoveel mogelijk + na con-
tact in plaats van + voor contact aan. Laat
anders een accu met een grotere capaciteit
monteren. Vraag advies aan een merkdea-
ler. Als u de auto langere tijd, vooral in de
winter, niet gebruikt, maak dan de accuka-
bels los, of laat de accu regelmatig bijladen.
Daarna moet u apparaten met een geheu-
gen (radio, enz.) wel opnieuw programme-
ren. Bewaar de accu op een koele, droge
vorstvrije plaats.
Voor bepaalde accu's gelden
speciale voorwaarden bij het
laden, raadpleeg een merk-
dealer.
De geringste vonk kan een zware explo-
sie veroorzaken. Daarom mag u de accu
alleen in een goed geventileerde ruimte
opladen. Risico van ernstige verwondin-
gen.