Smart-modus
In de Smart-modus wordt voor een eenduidige lokalisatie van de
lekkagelocatie een dubbele balkweergave van geluidsniveau en
Smart-indicator weergegeven. Aan de Smart-indicator ligt een
hoogwaardig berekenings- en analyse-proces op basis van de
factoren frequentie, niveau en analyse, ten grondslag.
Dit algoritme heeft zich in de praktijk bewezen bij zeer harde
omgevingsgeluiden en zeer stille lekkages.
117
116
115
114
113
Nr.
Aanduiding
109
Zachtste geluid numeriek
110
Zachtste geluid grafisch
111
Smart-indicator grafisch
112
Smart-indicator numeriek
113
Smart-indicator numeriek (historie meetreeksen)
114
Geluidsamplitude numeriek
115
Geluidsamplitude grafisch
116
Smart-indicator grafisch (historie meetreeksen)
117
Historie meetreeksen
Ga als volgt te werk voor het uitvoeren van een meting in de
Smart-modus:
1. Door te drukken op de toets opname (14) of de drukknop
op de greep van de microfoon wordt een meting gestart en
uitgevoerd, zolang de toets of knop ingedrukt wordt
gehouden.
2. Zodra u de toets / knop loslaat, wordt de uitgevoerde
meting beëindigd en opgeslagen.
Het meetweergavevenster kan een meetreeks van de laatste
zes uitgevoerde individuele metingen, evenals de actuele
meting weergeven. De actuele meting bestaat uit de velden
Zachtste geluid numeriek (109), Zachtste geluid grafisch (110),
Smart-indicator numeriek (112) en Smart-indicator
grafisch (111).
30
109
110
111
112
In de historie worden de laatst opgenomen geluidsniveaus
afgebeeld op posities 1 - 6. De eerst opgeslagen meting wordt
op positie 1 weergegeven, elke nieuwe meting verschuift de
voorafgaande naar rechts. Is de zesde positie bereikt, wordt bij
elke verdere meting de oudste meting gewist en de jongste
meting afgebeeld op positie 1.
Bij de Smart-modus wordt de volgende informatie
gevisualiseerd in de dubbele balkindicatie:
De linker, brede balkindicatie (115) geeft het geluidsamplitude
op een schaal van 0 tot 100. De grijze balkindicatie geeft hierbij
de gemeten minimale waarde, dus het voor de leklokalisatie
zachtste geluid. Deze waarde wordt onder de balkindicatie
tevens numeriek weergegeven (114).
De rechter, smalle balkindicatie (116) toont de Smart-indicator.
Hoe hoger de waarde van de Smart-indicator, hoe
betrouwbaarder de lekkage wordt bepaald. Daarnaast toont de
balk van de Smart-indicator in kleur de frequentie, die wordt
gebruikt bij de indicatorberekening. Als vuistregel geldt: Hoe
dichterbij de lekkage, des te hoger is de balk van de Smart-
indicator en des te lichter de kleur hiervan.
Naast de balkweergave wordt de waarde van de Smart-indicator
tevens numeriek weergegeven (113).
Info
U kunt u tijdens individuele metingen altijd de
meetmodus wijzigen en de metingen tot dan toe in een
andere modus analyseren of de meting voortzetten. De
meetreeks blijft bij de modusomschakeling behouden
en wordt niet gewist.
Een meting moet minimaal 5 s worden uitgevoerd.
Zolang het niveau (balk) nog sterk beweegt, moet de
meting worden voortgezet, tot de waarde niet meer
wijzigt, resp. enigszins stabiel is.
correlator LD20HC
NL