Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Correlatie

Sensoren voor de correlatie
In principe zijn er twee verschillende sensortypen:
• Contactgeluidopnemer
• Hydrofoonopnemer
De contactgeluidopnemers zijn speciaal voor metalen leidingen
ontwikkeld en kunnen o.a. met een magneet op toegankelijke
locaties (schuifafsluiters, hydrant, putten) op ferromagnetische
pijpleidingen worden aangebracht. Ze nemen het geluid op dat
via het pijpmateriaal wordt doorgegeven.
Hydrofoonopnemers zijn speciaal ontwikkeld voor niet metalen
leidingen (kunststof) en moeten met speciale adapters op
hydranten of andere toegankelijke aansluitingen direct op de
waterkolom worden aangesloten. Ze nemen het geluid op dat
zich via het medium (water) voortplant.
Controleer om welk materiaal het gaat bij de te meten
pijpleiding en kiest het juiste sensortype hiervoor.
Info
Het apparaat heeft de mogelijkheid een geluid niet
alleen via de zenders A/B/C te correleren, maar kan
een geluidsbron ook via het aansluiten van de
betreffende sensor direct bij de centrale eenheid
opnemen en gebruiken voor een meting. Gebruik de
sensoraansluiting voor het aansluiten van een sensor
op de centrale eenheid. Bij optioneel verkrijgbare
accessoires vindt u een keuze aan verkrijgbare
zenders.
Correlatie uitvoeren via de centrale eenheid
Het menu voor de correlatie wordt via het startscherm en het
schakelvlak
>>Correlation <<
45
44
43
22
(correlatie, 44) opgeroepen.
Nr.
Aanduiding
40
Batterij-indicatie
41
Akoestische leklokalisatie (geofoonmeting)
42
Gegevensuitwisseling met een PC
43
Instellingen
44
Correlatiemeting
45
Weergave van datum en tijd
Met het apparaat kunt u een berekening van de exacte positie
van een lekkage uitvoeren (correlatie). Ga te werk volgens de
inbedrijfstelling voor correlatie (zie hoofdstuk bediening) en volg
de aanwijzingen m.b.t. sensortypen, zenders en
signaalingangen.
In principe kan bij het apparaat worden gekozen uit het
handmatig uitvoeren van een correlatie en een automatische
meting. Bij de handmatige uitvoering moeten o.a. instellingen
voor analoge filters en signaalversterking door de gebruiker zelf
worden gedefinieerd. In de automatische modus kiest het
apparaat zelf deze instellingen op basis van bepaalde
algoritmen. In het hoofdscherm voor de correlatie kunnen echter
alle instellingen voor signaalversterking en filters in elke
meetmodus nog handmatig worden gewijzigd. D.w.z. ook bij
automatisch bedrijf kan na een meting nog achteraf handmatig
worden gewijzigd.
61
40
Nr.
Aanduiding
41
59
Handmatige correlatiemeting
60
Meetgegevens laden
61
Automatische correlatiemeting
42
correlator LD20HC
60
59
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave