Handmatige meting
Via het schakelvlak Handmatige meting (59) komt u bij de
handmatige meting. In het venster dat volgt, moet u de
gegevens voor het leidingmateriaal, leidinglengte en
leidingdiameter invoeren. Ga op dezelfde wijze te werk als bij de
automatische meting. Zijn alle leidinggedeelten correct
ingevoerd, komt u met het schakelvlak Verder (62) bij het
venster voor de filterinstellingen. Op het hoofdscherm wordt de
coherentie van de laatste meting weergegeven. Op basis van de
frequentieverdeling het hoogdoorlaat- en laagdoorlaatfilter
instellen. Daarnaast kunnen door het activeren van de
koptelefoonuitgang de betreffende geluiden van kanaal A en
kanaal B worden afgeluisterd. Zo kan via het gehoor worden
herkend, met welke filterinstelling het geluid de beste kwaliteit
heeft.
Klikt u opnieuw op het schakelvlak Verder (62), komt u in het
hoofdvenster voor de correlatie. Anders dan bij de automatische
modus, start de meting tijdens handbediening niet automatisch.
In het hoofdvenster moet eerst de versterking van het geluid van
kanaal A (83) en kanaal B (76) worden aangepast, dit geldt ook
voor de andere signaalingangen. Door het aantikken van het
niveau, opent een ander venster, waarin de versterking kan
worden aangepast tussen 0 en 100%. Door te drukken op de
draaiknop of te tikken buiten het venster, sluit dit submenu en
wordt de ingestelde versterking onder het niveau weergegeven.
Kies de versterking dusdanig, dat het middelste geluidsniveau
ongeveer de helft van de niveau-indicatie vult. Het geluid kan
via de koptelefoon worden afgeluisterd en zo kan worden
gecontroleerd of het signaal te zacht of overstuurd is.
Is alles ingevoerd, start dan de correlatie door het aantikken van
het schakelvlak Meting starten / stoppen (70). Het aantal
middelingen wordt oplopend geteld en de correlatie-piek moet
zichtbaar worden.
De meting kan via Meting starten / stoppen (70) rechtsboven
worden onderbroken. In de handmatige modus loopt de meting
door tot 250 middelingen, als deze niet eerder wordt
onderbroken. Doorgaans zijn 40 tot 50 middelingen voldoende
voor het weergegeven van een goed resultaat. Mocht dit niet het
geval zijn, moet eventueel de filterinstelling, versterking of de
meetopbouw worden gecontroleerd en aangepast.
24
Instelmogelijkheden voor de correlatie (hoofdvenster voor
de correlatie)
85
84
83
82
81
80
In het hoofdvenster voor de correlatie zijn de volgende
bedieningselementen en weergaven/indicaties beschikbaar:
Nr.
Aanduiding
53
Menu verlaten
69
Pijpleidingbreuk symbolisch en numeriek & actief
schakelvlak voor materiaalinvoer
70
Meting starten / stoppen
71
Koptelefoonuitgang voor de verschillende
signaalingangen
72
Omschakelen tussen de verschillende
signaalingangen
73
Geluidssterkte koptelefoon
74
Meting opslaan
75
Numerieke waarde (0 - 100 %) voor de versterking
van kanaal B
76
Versterking kanaal B
77
Frequentiebeeld (FFT) van kanaal B
78
∆T van de middelingen in milliseconden
79
Aantal doorlopen middelingen
80
Coherentie (FFT) van A en B
81
Frequentiebeeld (FFT) van kanaal A
82
Numerieke waarde (0 - 100 %) voor de versterking
van kanaal A
83
Versterking kanaal A
84
Correlatieresultaat
85
Overzicht meettraject
correlator LD20HC
69
79
77
76
78
70
71
72
73
74
53
75
NL