Op het scherm verschijnt
(n ON). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de VFL-2 voor
bijzonderheden over het gebruik van de videoflitslamp.
OPMERKINGEN
• De flitser zal niet afgaan in de volgende gevallen:
- Als de flitsstand ingesteld is op [U Auto] of [V Rode ogen red.] en u de
belichting handmatig instelt.
- Tijdens reeksopnamen (AEB).
- Als de flitsstand op [U Auto] of [V Rode ogen red.] en het
opnameprogramma op [q Nachtscène] ingesteld is.
- Bij gebruik van een optionele videolamp.
• Over de AF-hulplamp: Als u j half indrukt en de omgeving van het
onderwerp te donker is, dan kan het gebeuren dat de minivideolamp
kortstondig gaat branden om de camcorder in staat te stellen nauwkeuriger
scherp te stellen (AF-hulplamp).
- U kunt 8
niet wordt geactiveerd.
- Ook als de AF-hulplamp ingeschakeld is, kan het gebeuren dat de
camcorder niet kan scherp stellen.
- Als het opnameprogramma ingesteld is op [r Onderwater] of
[s Oppervlakte], dan wordt [AF Hulplamp] automatisch ingesteld op
[B Uit].
• Het praktische bereik van de flitser is circa 1 tot 2 m. Het praktische bereik
met een aangesloten VFL-2 is circa 1 tot 4 m. In elk geval zal het feitelijke
bereik afhangen van de opnameomstandigheden.
• Het bereik van de flitser neemt af bij gebruik van de functie continu-
opnamen.
• Rode ogen kunnen alleen worden gereduceerd als het onderwerp naar de
hulplamp kijkt. De mate van reductie hangt af van de afstand en de
persoon.
• De flitsstand kan niet worden geselecteerd als de belichting is vergrendeld.
• Het verdient aanbeveling om geen gebruik te maken van de flitser terwijl de
optionele groothoekconverter of teleconverter aangesloten is; de schaduw
hiervan kan op het scherm verschijnen.
Transportmodus: Continu-opnamen en reeksopnamen
Maak een reeks foto's van een bewegend onderwerp of maak dezelfde
foto met 3 verschillende belichtingen om later de foto te kiezen die u
het best bevalt.
104
Foto's
als u de videoflitslamp inschakelt
8
[AF Hulplamp] op [B Uit] instellen zodat de hulplamp