Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Lumag MD-500HPRO Gebruiksaanwijzing pagina 9

Inhoudsopgave

Advertenties

delen en verbindingen onder spanning om vonken of flashover te voorkomen. Deze
gebeurtenissen kunnen rook of dampen doen ontbranden.
3.
Schakel de motor altijd uit en laat hem afkoelen voordat u
Verwijder nooit de tankdop en vul nooit brandstof bij als de motor warm is of draait.
Bedien de machine nooit met bekende lekken in het brandstofsysteem.
4.
Maak de tankdekenlangzaam los om eventuele druk in de tank los te laten.
5.
Vul de brandstoftank nooit te vol. Vul de tank niet meer dan 1 1/2 cm onder de bodem
van de vulhals om voldoende expansieruimte te creëren, omdat de warmte van de motor
de brandstof kan uitzetten.
6.
Vervang veilig alle tank- en reservoirdoppen en veeg eventuele gelekte brandstof op.
Bedien het apparaat nooit zonder dat de tankdop goed is bevestigd.
7.
Vermijd het genereren van ontstekingsbronnen in geval van gemorste brandstof. Als er
brandstof wordt gemorst, probeer dan niet om de motor te starten. Verwijder de machine
uit het getroffen gebied en vermijd ontstekingsbronnen totdat de brandstofdampen zijn
verdwenen .
8.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor ontworpen containers. Bewaar brandstof in een
koele, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, open vuur of andere
ontstekingsbronnen.
9.
Bewaar brandstof of een met brandstof gevuld apparaat nooit in afgesloten ruimtes waar
brandstofdampen vonken, open vuur of andere ontstekingsbronnen (zoals waterkokers,
ovens, wasdrogers en dergelijke) kunnen tegenkomen. Laat de motor afkoelen voordat u
deze in een afgesloten ruimte parkeert.
3.6
Gebruik en onderhoud van de machine
1.
Stel de machine zo in dat deze niet in beweging kan worden gezet tijdens onderhoud,
reiniging, afstelling, montage van accessoires of reserveonderdelen of tijdens opslag.
2.
Overbelast de machine niet. Gebruik alleen een geschikt apparaat voor uw werk. Met een
geschikte machine kunt u beter en veiliger werken in het opgegeven prestatiebereik.
3.
De motor mag niet bij te hoge snelheid worden gebruikt. Wijzig de basisinstelling van de
motor niet. De snelheidsregelaar regelt het maximaal toegestane bedrijfstoerental van de
motor.
4.
Laat de motor niet op hoge snelheid draaien als u niet aan het werk bent.
5.
Houd handen of voeten uit de buurt van draaiende onderdelen.
6.
Vermijd contact met hete brandstof, olie, uitlaatgassen en hete oppervlakken. Raak de
motor of uitlaat niet aan! Deze onderdelen worden extreem heet tijdens het gebruik. Ze
blijven korte tijd warm, zelfs nadat de motor is uitgeschakeld. Laat de motor afkoelen
voordat u onderhoud of aanpassingen uitvoert .
7.
Als de machine een ongewoon geluid of trilling begint te maken, stop dan onmiddellijk de
motor, koppel de bougieconnector los en zoek naar de oorzaak. Ongewone geluiden of
trillingen zijn meestal waarschuwingssignalen van problemen.
8.
Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde onderdelen. Deze machine voldoet aan de
relevante veiligheidsvoorschriften. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een
VEILIGHEID
de brandstoftank vult.
9
D

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave