6 Inbedrijfstelling
6.5
Controleren van de toestelfuncties
Voer na afsluiting van de installatie en de gasinstelling
een functiecontrole van het toestel uit voordat het toe-
stel in werking wordt gesteld en aan de gebruiker wordt
opgeleverd.
Afb. 6.6 Visuele en dichtheidscontrole van het toestel en het
systeem
• Stel het toestel volgens de bijbehorende gebruiksaan-
wijzing in werking.
• Controleer met name de branderafdichting met behulp
van een CO2-meter op gasdichtheid. Eventueel moet u
de branderafdichting met 12 Nm vaster draaien.
• Controleer de gastoevoerleiding, het rookgasafvoer-
systeem, de HR-gasketel, de CV-installatie en warmwa-
terleidingen op lekkages.
• Controleer de correcte installatie van de rookgasaf-
voer.
• Controleer of het vlambeeld van de brander regelma-
tig is.
• Controleer de werking van de CV en van de warmwa-
terbereiding.
• Lever het toestel aan de gebruiker op.
6.6
Gebruiker instrueren
a
Attentie!
Het toestel mag
- voor inbedrijfstelling
- voor testdoeleinden
- voor continuwerking
alleen met volledig gemonteerd en gesloten ver-
brandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersysteem
gebruikt worden.
28
De gebruiker van het toestel moet over het gebruik en
de werking van zijn HR-gasketel geïnstrueerd worden.
Na het voltooien van de installatie moet de installateur:
• de werking van het toestel en de veiligheidsvoorzienin-
gen uitleggen aan de gebruiker, en indien nodig een
demonstratie geven en vragen beantwoorden
• de gebruiker alle nodige documentatie bezorgen
• de documenten waar nodig invullen
• de gebruiker inlichten over de voorzorgsmaatregelen
die noodzakelijk zijn om beschadiging van het systeem,
het toestel en het gebouw te voorkomen
• de gebruiker eraan herinneren het toestel jaarlijks een
onderhoudsbeurt te geven
• wijs de gebruiker erop, dat de handleidingen in de
buurt van het CV-toestel moeten worden bewaard.
• Informeer de gebruiker over de getroffen maatregelen
bij de verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer. Wijs
hem/haar er met name op dat deze niet mogen wor-
den veranderd.
• Informeer de gebruiker over het controleren van de
vereiste waterdruk van de CV-installatie en over de
maatregelen die hij indien nodig moet nemen bij het
bijvullen en ontluchten van de CV-installatie.
• Wijs de gebruiker op de juiste (efficiënte) instelling van
temperaturen, thermostaten en thermostaatkranen.
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00