6 Inbedrijfstelling
• Meet het CO2-gehalte in de rookgassen.
TS /3
% CO
bij nominale
2
last
G20 20 mbar
9,3 ± 0,2
G25 25 mbar
Tabel 6.2 Gewenste CO2-waarden voor nominale en minimale
last aardgas
Als de meetwaarde met de tabelwaarde overeenkomt, is
geen verdere instelling noodzakelijk. Ligt het gemeten
CO2-gehalte buiten dit bereik, dan is de instelling van de
brander-ventilator-module noodzakelijk.
Controle bij minimale last
• Start het testprogramma „P2" voor minimale last
(zoals hierboven beschreven).
• Meet het CO2-gehalte in de rookgassen.
Als de meetwaarde met de tabelwaarde (zie tabel 6.2)
overeenkomt, is geen verdere instelling noodzakelijk.
Ligt het gemeten CO2-gehalte buiten dit bereik, dan is
de instelling van de brander-ventilator-module noodza-
kelijk.
Om de controle te beëindigen, gaat u als volgt te werk:
• Stel de HR-gasketel buiten werking.
• Sluit de meetopeningen en drukmeetnippels af.
• Controleer deze op lekkages.
6.4.3 CO2-gehalte instellen
Instelling brander-ventilator-module
De gasinstelling moet in de vermelde volgorde worden
uitgevoerd. De brander-ventilator-module is in de fabriek
op de gassoort aardgas (G20) ingesteld.
h
Aanwijzing!
Na 15 minuten wordt de test-modus automa-
tisch verlaten. Als u de meting in dit tijdsbe-
stek nog niet heeft voltooid, moet de test-mo-
dus opnieuw worden geactiveerd.
26
h
% CO
bij minimale
2
last
9,0 ± 0,2
CO2 instelling bij nominale last
De gasinstelling voor de nominale belasting geschiedt
m.b.v. een inbussleutel 3 mm via de gasdoorstromings-
schroef (1) van het gasblok.
Afb. 6.3 Gasdoorstromingsschroef
• Breng de meetsonde van het rookgas-meettoestel in
• Verwijder de afdekkap van het gasblok.
Om het testprogramma „P1" voor nominaal vermogen te
starten, gaat u als volgt te werk:
• Druk de toets „+" in en houd deze ingedrukt.
• Druk op de resettoets.
• Houd de toets „+" ingedrukt tot „P0" verschijnt.
• Schakel met de toets „+" naar „P1".
• Start het testprogramma door op de toets „i" te druk-
Na de stabilisatietijd van 1 minuut wordt de HR-gasketel
naar nominaal vermogen geregeld.
• Bepaal bij vollast het CO2-gehalte en vergelijk deze
• Corrigeer indien nodig het CO2-gehalte m.b.v. een in-
• Om het CO2-gehalte te reduceren, draait u de inbus-
• Om het CO2-gehalte te verhogen, draait u de inbus-
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Aanwijzing!
De maximale trek mag niet hoger zijn dan
20 Pa, omdat anders de resultaten van de
CO2-meting kunnen worden vervalst. Indien
nodig kunt u tijdens de meting het deksel van
de inspectie-opening in het rookgastraject op de
standplaats verwijderen en na de meting weer
aanbrengen.
de meetopening naar binnen.
ken.
waarde met de waarden uit de tabel 6.2.
bussleutel 3 mm bij de gasdoorstromingsschroef (1)
conform tabel 6.2.
sleutel met de klok mee (rechts).
sleutel tegen de klok in (links).
1