5.2
Algemene aanwijzingen bij de CV-installatie
a
Attentie!
Functiestoringen!
Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van
het toestel zorgvuldig door! Daarmee verwijdert
u resten zoals walshuid, hennep, kit, roest, las-
resten, grove vervuiling e.d. uit de buisleidingen.
Anders kunnen deze stoffen in het toestel te-
rechtkomen en storingen veroorzaken.
• Leg van de uitblaasleiding van de veiligheidsklep op de
standplaats een afvoerbuis met inlaattrechter en sifon
naar een geschikte afvoer in de plaatsingsruimte. De
afvoer moet men in de gaten kunnen houden!
• Installeer op het hoogste punt van de CV-installatie
een ontluchtingsvoorziening.
• Installeer in de CV-installatie een vul- en aftap-
kraan, omdat de installatie niet via de ketelinterne
vul- en aftapkraan mag worden gevuld.
De in de HR-gasketel ingebouwde veiligheidstempera-
tuurbegrenzer dient naast de waterdrukschakelaar als
beveiliging tegen watergebrek.
De uitschakeltemperatuur door storingen van de
HR-gasketel ligt bij ca. 110 °C (nominale uitschakeltempe-
ratuur 110 °C, tolerantie - 6 K).
• Als in de CV-installatie kunststof buizen worden ge-
bruikt, moet u op de standplaats een geschikte ther-
mostaat op de CV-aanvoerleiding monteren. Dit is
nodig om de CV-installatie te beschermen tegen tem-
peratuurgebonden beschadigingen. De thermostaat
kan op de stekker voor de contactthermostaat (blauwe
ProE-stekker) elektrisch worden bedraad.
• Bij gebruik van niet diffusiedichte kunststof buizen in
de CV-installatie moet u een platenwarmtewisselaar
voor systeemscheiding naschakelen, om corrosie in de
CV-ketel te vermijden.
h
Aanwijzing!
De toevoeging van chemische stoffen aan het
CV-water, met name van antivriesmiddelen, is in
het primaire circuit niet toegestaan!
Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
5.3
Mantel verwijderen
Om de mantel te verwijderen gaat u als volgt te werk:
1
Afb. 5.5 Frontmantel verwijderen
• Verwijder de kunststof stop (1) boven het bedienings-
veld en draai de schroef eruit.
• Trek de frontmantel door de verzonken handgrepen
naar u toe.
• Til de frontmantel op, om deze te verwijderen.
• U kunt nu naar behoefte de resterende delen verwijde-
ren.
5.4
Gasaansluiting
De gasinstallatie mag alleen worden uitgevoerd door een
erkend installateur. Daarbij moeten de wettelijke richtlij-
nen en eventueel de plaatselijke voorschriften van het
energiebedrijf in acht worden genomen.
a
Attentie!
Lekkages!
Let erop dat de aansluit- en gasleidingen zonder
mechanische spanningen worden gemonteerd,
zodat er geen lekkages in de CV-installatie of bij
de gasaansluiting kunnen ontstaan!
• Ontwerp de buisleidingdoorsnedes van de gasleiding
overeenkomstig de nominale belasting van de CV-ke-
tel.
• Installeer een gaskogelkraan in de gastoevoerleiding
vóór het toestel. Deze moet ten minste dezelfde nomi-
nale wijdte als de gasaansluiting hebben (R 1 1/2") en
op een goed toegankelijke plek worden gemonteerd.
a
Attentie!
Schade aan het gasblok!
Het gasblok mag alleen worden gecontroleerd
op lekkages met een maximale druk van
110 mbar. De werkdruk mag niet hoger zijn dan
60 mbar! Als de druk wordt overschreden kan
het gasblok beschadigd raken.
Installatie 5
15