ONDERHOUD
10
9
8
Afb. 10.4 Compacte thermomodule inbouwen
• Steek de compacte thermomodule (6) in de
condensatiewarmtewisselaar (1).
• Draai de zes moeren (4) incl. de steun voor de geluidsdemper
kruiselings vast, tot de deur van de brander gelijkmatig tegen
de aanslagvlakken aandrukt.
• Controleer of blauwe keerring in de geluidsdemper perfect in
zijn zitting zit.
• Breng de geluidsdemper (2) op het aansluitbuisstuk aan en
draai de schroef (3) goed vast.
• Steek de ontstekingsdraad en de aardingsdraad op de
ontstekingselektrode (5).
• Breng de kabel (7) van de ventilatormotor, de PWM-
signaalkabel aan de onderkant van de ventilator (8) en de
kabel naar de het gasmechanisme (10) aan.
• Sluit de gasleiding (9) met een nieuwe dichting aan het
gasmechanisme aan. Gebruik hierbij het sleutelvlak aan de
fl exibele gasleiding om tegen te houden.
- 36 -
1
2
3
4
5
Afb. 10.5 Gasdichtheid controleren
6
Open de gastoevoerkraan en controleer daarna op
b
gaslekken door middel van een detectiespray. Kijk
voornamelijk de aansluitingen (1) na.
7
10.5
Condensaatleidingen en condensaatsifon
reinigen
Gevaar!
a
Wordt het toestel met een lege condenswatersifon
gebruikt, dan bestaat het gevaar voor vergiftigingen
door uitstromende verbrandingsgassen.
Vul de sifon daarom na elke reiniging opnieuw.
1
2
Afb. 10.6 Condenswatersifon reinigen
Voor het reinigen van de condensaatleidingen kan de
condensaatslang (1) en de volledige condensaatsifon (2) van de
condensatiewarmtewisselaar verwijderd worden. Daarna kunnen
beide in uitgebouwde toestand gereinigd worden. Neem daarbij
ook de voorschriften uit de montagehandleiding in acht.
1
0020214562_00 - 04/15 - Bulex