Nr.
Handeling
Toestel van het elektriciteitsnet scheiden, gastoevoer en afsluitkranen sluiten, en toestel aan de kant van het water
1
drukloos maken (manometer in het oog houden)
2
Compacte thermomodule demonteren
3
Condensatiewarmtewisselaar reinigen
4
Brander op vervuiling controleren
5
Compacte thermomodule inbouwen. Attentie: dichtingen vervangen!
6
Elektrische stekkerverbinding en aansluitingen op correcte positie controleren en zo nodig corrigeren
7
Druk in het expansievat (toebehoren) controleren, zo nodig bijvullen
8
Luchtafscheidingssysteem reinigen
Afsluitkranen openen, toestel/installatie vullen tot ca. 1,0 - 1,5 bar (naargelang statische hoogte van
9
de installatie)
Ontluchtingsprogramma starten
10
Toestel op algemene toestand controleren, algemene vervuilingen aan het toestel en in de onderdrukkamer verwijderen
11
Condenswatersifon in het toestel controleren, evt. reinigen en vullen
12
Condenswaterwegen in het toestel reinigen
13
Gastoevoer- en afsluitkranen openen, toestel inschakelen
14
Toestel en cv-installatie incl. warmwaterbereiding laten proefdraaien, evt. ontluchten
15
Ontstekings- en brandergedrag controleren
16
Controleer de dichtheid van het toestel bij de rookgasleidingen, de warmwaterkringen en de condensaatafvoer.
17
Verbrandingsluchttoevoer/verbrandingsgasafvoersysteem op dichtheid en bevestiging controleren, evt. corrigeren
18
Breng het voorpaneel opnieuw aan en start het toestel op.
19
Gasinstelling van het toestel controleren, evt. opnieuw instellen en protocolleren
Boiler onderhouden (indien voorhanden): Kuip spoelen, de toestand van de magnesium beschermingsanode controleren
20
(afslijting) en max. na 5 jaar vervangen.
21
Uitgevoerd(e) inspectie/onderhoud in een rapport gieten.
Tab. 10.1 Uit te voeren stappen bij inspectie- en
onderhoudswerkzaamheden
10.3
Toestel en verwarmingsinstallatie vullen/
ledigen
10.3.1
Vullen van het toestel en van de cv-installatie
Het vullen van het toestel en van de cv-installatie is in hoofdstuk
8.1 beschreven.
10.3.2
Ledigen van het toestel
• Sluit de afsluitkranen van het toestel.
• Open de aftapventielen aan de afsluitkranen.
• Open de ontluchtingsklep van de luchtafscheider en de
afl aatnippel in de uitgaande verwarmingsleiding om het
toestel volledig af te laten
0020214562_00 - 04/15 - Bulex
10.3.3
Ledigen van de volledige installatie
• Bevestig een slang aan het aftappunt van de installatie.
• Breng het vrije einde van de slang naar een geschikte
afvoerplaats.
• Zorg ervoor dat de koudwaterkranen van het
verwarmingstoestel open zijn.
• Open de afl aatkraan.
• Open de ontluchtingsventielen aan de verwarmingstoestellen.
Begin aan het hoogst gelegen verwarmingstoestel en ga dan
verder van boven naar beneden toe.
• Als het water afgelopen is, sluit dan de ontluchtingsventielen
van de verwarmingstoestellen en de afl aatkraan opnieuw.
10.4
Compacte thermomodule onderhouden
10.4.1
Compacte thermomodule demonteren
De compacte thermomodule bestaat uit de toerentalgeregelde
ventilator, het gasmechanisme, de gastoevoer (mengselbuis)
naar de ventilatorvoormengbrander alsook de voormengbrander
zelf. Deze vier onderdelen vormen de gemeenschappelijke
bouweenheid compacte thermomodule.
ONDERHOUD
Uit te voeren bij:
Inspectie
Onderhoud
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
- 33 -