We raden aan dichtingen te gebruiken uit vezelig
i
materiaal in plaats van dichtingen uit rubberachtige
materialen, aangezien deze plastisch vervormen
waardoor drukverlies kan ontstaan.
Gebruik voor het vullen van het toestel in elk
b
geval de vulinrichting (3) op de aansluiting van
de retourleiding op het toestel aangezien anders
een vlekkeloze ontluchting van het toestel niet kan
worden gegarandeerd. De vulinrichting moet u
volgens de normen uitvoeren.
6.6
Veiligheidsklep (veiligheidsgroep)
verwarmingsinstallatie
3
Afb. 6.10 Veiligheidsgroep monteren
De Thema CONDENS is in de fabriek uitgerust met aansluitingen
voor een veiligheidsgroep:
- Vulinrichting (gecombineerde vul- en afl aatkraan) (1)
- Aansluiting voor expansievat (2)
- Aansluiting voor veiligheidsgroep (3)
• Breng een geschikte veiligheidsklep (3 bar, DN 20) aan.
Verbrandingsgevaar door stoom of kokende vloeistof!
a
De veiligheidsklep (3) moet zichtbaar zijn! Laat de
leiding zo eindigen dat als er water of stoom ontsnapt
niemand gewond kan raken. Het uiteinde van deze
leiding moet zichtbaar zijn.
Breng de veiligheidsklep (3) volgens de normen aan.
b
Laat de leiding zo stoppen dat geen kabels of andere
elektrische onderdelen beschadigd kunnen worden.
Opgelet : Bulex wijst elke verantwoordelijkheid af
b
(waterschade) wanneer het veiligheidsventiel niet
aangesloten is op de riolering.
• Monteer een voldoende groot expansievat (niet meegeleverd)
op de daarvoor voorziene aansluiting (2).
0020214562_00 - 04/15 - Bulex
6.7
Condensaatafvoer
1
Afb. 6.11 De sifon vullen
Vergiftigingsgevaar door ontsnappende rookgassen!
b
Bij het inschakelen van het toestel moet de sifon in
de afvoerleiding voor het condensaatwater met water
gevuld zijn, zodat geen rookgassen door de sifon
kunnen ontsnappen (Zie Hfdst. 8.1.3).
1
2
2
Afb. 6.12 Condensaatwaterafvoer
Het bij de verbranding ontstane condensatiewater wordt door een
condensatiewaterafvoerbuis (1) via een afvoertrechter (2) naar de
afvalwateraansluiting geleid.
Vergiftigingsgevaar door ontsnappende rookgassen!
a
De afl oopbuis van het condensatiewater mag
niet dicht met een vaste verbinding aan de
afvalwaterleiding verbonden zijn, aangezien de
interne sifon kan worden leeggezogen.
Bij het inschakelen van het toestel moet de sifon in
de afvoerleiding voor het condensatiewater met water
gevuld zijn, zodat geen rookgassen door de sifon
kunnen ontsnappen (Zie Hfdst. 8.1.3).
• Verbind de condensaatafvoerbuis (1) met de vooraf
geïnstalleerde afvoertrechter (2).
Opgelet : Bulex wijst elke verantwoordelijkheid af
b
(waterschade) wanneer de condensafvoerbuis niet
aangesloten is op de riolering.
1
INSTALLATIE
- 15 -