ONDERHOUD
ONDERHOUD
10 Inspectie en onderhoud
Gevaar!
b
Inspectie/onderhoud en reparatie van het toestel
mogen alleen door een erkende installateur
uitgevoerd worden. Niet-deskundig uitgevoerd(e)
inspecties/onderhoud kan tot materiële schade en
lichamelijk letsel leiden.
10.1
Foutdiagnose
• Vooraleer een specifi eke diagnose uit te voeren, dient u de
volgende controles te doen:
- Controleer of de elektrische netspanning niet is uitgevallen
en of het toestel juist is aangesloten.
- Controleer de gastoevoer van het toestel.
- Vergewis u ervan dat de kranen open staan.
- Vergewis u ervan dat de drukindicator een waarde weergeeft
van minimaal 1 bar; vul anders het toestel bij.
- Controleer de goede werking van de externe regelorganen
(kamerthermostaat, buitenvoeler...).
- Als het symbool
en het bericht "rE SEt" op het scherm
verschijnen, druk dan op reset-knop
op te starten.
Het toestel mag alleen met reglementair gesloten
b
toestelbehuizing permanent gebruikt worden!
Als dit niet gebeurt kan het – onder ongunstige
bedrijfsomstandigheden – leiden tot materiële
schade of zelfs levensgevaar.
10.2
Algemene inspectie- en
onderhoudsvoorschriften
Om alle functies van uw Bulex-toestel voor lange duur te
garanderen en om de toegestane seriestand niet te veranderen,
mogen bij inspecties en onderhoudswerkzaamheden enkel
originele wisselstukken van Bulex gebruikt worden!
Een opsomming van eventueel benodigde wisselstukken vindt u
in de geldige onderdelencatalogi.
Informatie krijgt u bij alle Bulex-fabrieksklantendiensten.
Veiligheidsvoorschriften
Aanwijzing!
i
Als inspectie- en onderhoudswerkzaamheden bij een
ingeschakelde netschakelaar nodig zijn, dan wordt
hier bij de beschrijving van het onderhoudswerk op
gewezen.
Gevaar!
e
Aan de voedingsklemmen van het toestel is ook
bij een uitgeschakelde netschakelaar elektrische
spanning aanwezig.
- 32 -
om het toestel weer
Voer voor de onderhoudswerkzaamheden altijd de volgende
bewerkingen uit:
• Schakel de hoofdschakelaar uit.
• Scheid het toestel van het elektriciteitsnet door het via een
scheidingsinstallatie met minstens 3 mm contactopening (bv.
zekering, vermogenschakelaar) spanningsloos te maken.
• Sluit de gastoevoer naar het toestel.
• Sluit de afsluitkranen in de uitgaande verwarmingsleiding- en
-retourleiding.
• Verwijder het voorpaneel van het toestel.
Voer na alle onderhoudswerkzaamheden altijd de volgende
bewerkingen uit:
• Open de afsluitkranen in de uitgaande verwarmingsleiding- en
-retourleiding.
• Vul, indien vereist, het toestel aan de warmwaterzijde opnieuw
tot op een druk tussen 1,0 en 1,5 bar.
• Ontlucht de verwarmingsinstallatie (zie Hfdst. 8.1.2. Vullen
van het toestel en gebruik van het controleprogramma P.0).
• Sluit de gasafsluitkraan.
• Verbind het toestel weer met het elektriciteitsnet.
• Schakel de hoofdschakelaar in.
• Controleer het toestel aan de gas- en waterzijde op dichtheid.
• Vul en ontlucht indien nodig nog eens de cv-installatie.
• Breng het voorpaneel van het toestel aan.
• Voer een werkingscontrole van het toestel uit.
0020214562_00 - 04/15 - Bulex