Ingestelde maximale branderblokkeertijd [min]
Berekende aanvoerT°
[°C]
1
20
2,0
25
2,0
30
2,0
35
2,0
40
2,0
45
2,0
50
2,0
55
2,0
60
2,0
65
2,0
70
2,0
75
2,0
Tab. 9.2 Actieve branderblokkeertijden
De tabel 9.2 geeft u de branderblokkeertijden weer in functie
van de berekende aanvoertemperaturen en de maximaal
geprogrammeerde branderafsluittijden.
9.2.6
Onderhoudsinterval vastleggen/
onderhoudsindicatie
De elektronica van de Thema CONDENS F AS 65 A maakt het
u mogelijk om onderhoudsintervallen voor het toestel vast
te leggen. Die functie dient om na een bepaald, instelbaar
aantal branderbedrijfsuren de melding te geven dat het
verwarmingstoestel gestart moet worden.
De onderhoudsboodschap SEr (service) wordt na afl oop van
de ingestelde duur voor het onderhoud van de brander op het
display van de Thema CONDENS afwisselend met de huidige
temperatuur in de uitgaande verwarmingsleiding getoond. Op
het display van de eBUS-regeleenheid (toebehoren) verschijnt de
weergave "onderhoud".
Aantal
Warmtebehoefte
personen
2 - 3
15 kW
3 - 4
3 - 4
20 kW
4 - 5
3 - 4
25 kW
4 - 6
3 - 4
> 27 kW
4 - 6
Tab. 9.3 Richtwaarden voor branderbedrijfsuren
Richtwaarden voor bedrijfsuren
Via het diagnosepunt „d.84" kunnen de bedrijfsuren tot aan het
volgende onderhoud ingesteld worden.
Richtwaarden hiervoor kunt u in de bovenstaande tabel 9.3
vinden; deze waarden komen ongeveer met een gebruikstijd van
een jaar overeen.
De bedrijfsuren kunnen per tiental van 0 tot 3.000 h
ingesteld worden. Wordt in het diagnosepunt „d.84" geen
getalwaarde, maar het symbool „-" ingevoerd, dan is de functie
„onderhoudsindicatie" niet actief.
Aanwijzing!
i
Na het verstrijken van de ingestelde bedrijfsuren
moet het onderhoudsinterval opnieuw in de
diagnosemodus ingevoerd worden.
0020214562_00 - 04/15 - Bulex
5
10
15
5,0
10,0
15,0
4,5
9,2
14,0
4,0
8,5
12,5
4,0
7,5
11,0
3,5
6,5
10,0
3,0
6,0
8,5
3,0
5,0
7,5
2,5
4,5
6,0
2,0
3,5
5,0
1,5
2,5
3,5
1,5
2,0
2,5
1,0
1,0
1,0
Branderbedrijfsuren tot aan de
volgende
inspectie of het volgende onderhoud
(afhankelijk van het installatietype)
1.800 h
1.800 h
2.500 h
2.500 h
2.600 h
2.600 h
3.000 h
3.000 h
20
25
30
35
20,0
25,0
30,0
35,0
18,5
23,0
27,5
32,0
16,5
20,5
25,0
29,0
15,0
18,5
22,0
25,5
13,0
16,5
19,5
22,5
11,5
14,0
17,0
19,5
9,5
12,0
14,0
16,5
8,0
10,0
11,5
13,5
6,0
7,5
9,0
10,5
4,5
5,5
6,5
7,0
2,5
3,0
3,5
4,0
1,0
1,0
1,0
1,0
9.2.7
Aanpassing van het toestel aan langere
rookgasleidingen
Bij rookgasleidingen van meer dan 10 m lang (systeem 80/125)
kan het toerental van de rookgasafvoerventilator (aanjager) van
het toestel verhoogd worden.
• Roep daartoe in het DIA-systeem diagnosepunt "d.51" op.
• Verhoog de waarde met 20.
He maximale toerental van de ventilator wordt met 200 t/min
verhoogd.
9.3
Pompdiagram
A
1200
1100
1000
900
800
700
600
500
400
300
200
100
0
0
500
250
Afb. 9.2 Pompdiagram F AS 65 A
Legenda
A
Restopvoerhoogte pomp in hPa (mbar)
B
Systeemvolumestroom in l/h, min. vortex en nominale
volumestroom (DT 20 K) zijn gemarkeerd
40
45
50
40,0
45,0
50,0
36,5
41,0
45,0
33,0
37,0
41,0
29,5
33,0
36,5
26,0
29,0
32,0
22,5
25,0
27,5
18,5
21,0
23,5
15,0
17,0
19,0
11,5
13,0
14,5
8,0
9,0
10,0
4,5
5,0
5,5
1,0
1,0
1,0
100%
53%
1000
1500
2000
2500
750
1250
1750
2250
INSTALLATIE
55
60
55,0
60,0
50,0
54,5
45,0
49,5
40,5
44,0
35,5
38,5
30,5
33,0
25,5
28,0
20,5
22,5
15,5
17,0
11,0
11,5
6,0
6,5
1,0
1,0
B
3000
3500
2750
3250
- 31 -