met verschillende instellingen uit op een proeflapje van de
stof die u wilt gebruiken en controleer de balans tussen de
boven- en onderdraad.
Let op: Wanneer u de waarde van de draadhoeveelheid/draadspanning-
instellingen wijzigt, hebben de wijzigingen alleen invloed op de
geselecteerde steek. Uw veranderde instellingen worden teruggezet op
standaard wanneer u een andere steek selecteert.
Tip: Verhoog de draadhoeveelheid/draadspanning-instelling voor de
beste resultaten wanneer u op spijkerstof naait met dik garen.
Draadspanning/draadhoeveelheid aanpassen
Om de steken zo mooi en duurzaam mogelijk te maken, zorg
ervoor dat de garens op gelijke afstand tussen de twee
stoflagen verknopen.
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van de stof,
is de draadspanning/draadhoeveelheid te hoog. Verlaag de
draadspanning/draadhoeveelheid.
Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant van de stof,
is de draadspanning/draadhoeveelheid te laag. Verhoog de
draadspanning/draadhoeveelheid.
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de
bovendraad zichtbaar zijn aan de achterkant van de stof.
Voer een paar testen uit op een proeflapje van de stof die u
gaat gebruiken en controleer de spanning.
Spiegelen
Druk op de toets verticaal spiegelen voor het spiegelen van
een steek of stekenprogramma in de lengte. Druk op de toets
horizontaal spiegelen voor het spiegelen van een steek of
stekenprogramma naar de zijkant.
Tip: Gebruik de smart toolbox voor een sneltoets voor spiegelen.
Let op: Sommige steken, zoals knoopsgaten, kunnen niet worden
gespiegeld.
94
1. Verticaal spiegelen
2. Horizontaal spiegelen
7 Naaien
De juiste spanning
Spanning te hoog
Spanning te laag