6 Product gebruiken
Vóór het inschakelen
> Controleren of:
•
> Alle benodigde sonden / voelers zijn aangesloten.
> De stroomtoevoer van alle systeemcomponenten verzekerd
70
Alle daarvan afhankelijke grootheden worden met deze
waarde berekend. Deze manier om de verbrandingslucht-
temperatuur te meten is afdoende voor systemen die
afhankelijk zijn van de omgevingslucht. De rookgassonde
moet zich echter tijdens de nullingsfase in de buurt van het
aanzuigkanaal van de brander bevinden! Als een
verbrandingslucht-temperatuurvoeler is aangesloten, dan
wordt de verbrandingsluchttemperatuur continu via deze
voeler gemeten.
Na de nullingsfase wordt de momenteel gemeten
temperatuur weergegeven als rookgastemperatuur (RT).
Als de frisse luchtklep (optie) niet voorhanden is, dan wordt
de voor de nullingsfase benodigde frisse lucht aangezogen
via de gasuitlaat, bij ingebouwde frisse luchtklep via de
klepingang. Zodoende kan de rookgassonde zich al voor of
tijdens de nullingsfase in het rookgaskanaal bevinden.
Uitzondering: Bij inzet van een analysebox zonder
frisseluchtklep en overdruk in het rookgaskanaal moet voor
de nulling de rookgassonde uit het rookgaskanaal worden
genomen.
De testo 350 kan als volgt worden ingezet:
•
liggend
•
aan de draaggreep horizontaal naar beneden hangend
•
aan de draaggreep verticaal op de wandhouder
gestoken
Om meetfouten te vermijden mag de positie van de testo
350 tijdens een meting niet worden veranderd.
Bij omgevingstemperaturen van <10°C heeft de CO
meetcel een korte opwarmtijd nodig om de volle
meetnauwkeurigheid te bereiken. Deze ligt bij -5°C
normaal gezien bij 15min.
Alle systeemcomponenten correct zijn verbonden.
is.
-(IR)-
2