6 Product gebruiken
%). Dit geldt eveneens als in een meetprogramma een nullingsfase
wordt doorlopen. Het O
meetgasingang worden aangevoerd (net zoals bij de toxische
sensoren).
De volgende randvoorwaarden moeten bij een kalibratie / afstelling
vervuld zijn:
•
Niet-absorberend slangmateriaal gebruiken.
•
Brandstof
•
Rookgasanalyse-instrument min. 20 minuten vóór de kalibratie /
afstelling inschakelen (opwarming).
•
Gasnulling uitvoeren aan zuivere lucht.
•
Maximale overdruk van het testgas 30hPa (aanbevolen: drukvrij
via bypass)
•
Toevoer van het testgas minstens 3 minuten.
Aanbevelingen over testgasconcentraties en samenstellingen vindt
u in het Testo elementair handboek voor testgassen
(best.-nr. 0981 2313) of in het Download Center.
62
-testgas moet eveneens aan de
2
Als duidelijk onrealistische meetwaarden verschijnen dan
moeten de meetcellen gecontroleerd (gekalibreerd) en
indien nodig afgesteld worden.
De kalibratie/afstelling kan door de gebruiker of door een
door gekwalificeerd Testo servicepunt worden uitgevoerd.
Testo beveelt voor het aanhouden van de specifieke
nauwkeurigheden een halfjaarlijkse controle (kalibratie) en
eventueel een afstelling aan.
Afstellingen met geringe gasconcentraties kunnen tot
nauwkeurigheidsafwijkingen in de bovenste
meetsegmenten leiden.
De meetcelbescherming (functie uitschakeling) is niet
gedeactiveerd. De testgasconcentratie moet daarom lager
zijn dan de ingestelde drempelwaarden voor de
meetcelbescherming.
De functie
Alle verdunn.(x5)
gedeactiveerd.
Als het instrument is uitgerust met een CxHy-sensor, dan
moet deze vóór het aanvoeren van testgas worden
uitgeschakeld.
Bij aangebrachte CxHy-sensor deze bij aanvoer van
testgassen met O
2
uitschakelen. Indien dit werd vergeten, dan schakelt de
meetcel tijdens het meetproces weliswaar automatisch uit,
maar wordt hij niettemin onnodig belast.
Testgas
selecteren.
wordt automatisch
-gehaltes van <2% van tevoren