4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
Optimaliseren van het brandpunt en de helderheid van een aangeraakte
positie
Toepasbare modi:
U kunt de scherpstelling en de helderheid van de positie die u aangeraakt heeft optimaliseren.
1
Selecteer het menu.
>
MENU
2
Raak het onderwerp aan waarvoor u de
helderheid wilt optimaliseren.
• De positie voor de optimalisering van de helderheid
wordt op het midden van de AF-zone weergegeven. De
positie volgt de beweging van de AF-zone.
• De [Meetfunctie] wordt op [
voor Touch AE gebruikt wordt.
• Als u [Reset] aanraakt, worden de optimaliseringspositie van de helderheid en de
AF-zone naar het midden teruggezet.
3
Raak [Inst.] aan.
• De AF-zone met dezelfde functie als [Ø] wordt op de aangeraakte positie weergegeven.
• De aanraking van [
Als de achtergrond te helder geworden is, enz., kan
dit contrast met de achtergrond bijgesteld worden
door de belichting te compenseren.
• Wanneer opnames met Touch Shutter gemaakt worden, worden de scherpstelling en de
helderheid van de aangeraakte positie geoptimaliseerd voordat de opname plaatsvindt.
• Aan de rand van het scherm kan het focussen beïnvloed worden door de helderheid rondom
de aangeraakte plek.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• [AF+AE], die het brandpunt en de helderheid optimaliseert, werkt in de volgende gevallen niet.
– Bij het gebruik van de digitale zoom
– Als de AF-zone ingesteld is met gebruik van de cursorknop
– Wanneer [4K Live Bijsnijden] ingesteld is
(P51)
[Voorkeuze] > [Touch inst.] > [Touch AF] > [AF+AE]
] gezet, die uitsluitend
AE
] ([
] als [Ø] geselecteerd is) zal de [AF+AE]-instelling wissen.
99