10. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Afspelen van beelden in de camera
1
Maak verbinding met een smartphone.
(P263)
2
Bedien de smartphone.
1 Selecteer [
• U kunt de weer te geven beelden
omschakelen door de icoon (A)
linksboven op het scherm te
selecteren. Om de beelden weer te
geven die in de camera opgeslagen
zijn, selecteert u [LUMIX].
2 Raak het beeld aan om het te
vergroten.
• Als u een film afspeelt, zendt de camera het naar de "Image App" met een gereduceerd
gegevensformaat. Als gevolg verschilt de beeldkwaliteit van die van de daadwerkelijk
opgenomen film. Bovendien kan de beeldkwaliteit verslechteren, afhankelijk van de
smartphone of de gebruiksomstandigheden of kan het geluid verspringen tijdens het afspelen
van film of beeld.
Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
1
Maak verbinding met een smartphone.
(P263)
2
Bedien de smartphone.
1 Selecteer [
• U kunt de weer te geven beelden
omschakelen door de icoon (A)
linksboven op het scherm te
selecteren. Om de beelden weer te
geven die in de camera opgeslagen
zijn, selecteert u [LUMIX].
2 Raak een beeld aan, blijf het
aanraken en versleep het om het te
bewaren.
• U kunt geen beelden bewaren in RAW-formaat, films in [AVCHD], [MP4] (alleen die welke
opgenomen zijn met het formaat ingesteld op [4K] in [Opn. kwaliteit]), [MP4(LPCM)] of
[MOV]-formaat, 4K-burst-bestanden en beelden die opgenomen zijn met [Post Focus].
].
].
268