10. Gebruik van de Wi-Fi-functie
Beelden verzenden tijdens de opname
Een foto kan automatisch naar een gespecificeerde apparaat gezonden worden telkens
wanneer u de foto neemt.
• Wanneer verbinding gemaakt is met [Afbeeldingen versturen
tijdens opname], wordt [
weergegeven en wordt [
verzonden wordt.
• Volg onderstaande stappen om de verbinding te beëindigen:
>
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Ja]
MENU
• U kunt de verbinding beëindigen of de verzonden instellingen
veranderen door op [Wi-Fi] te drukken.
U kunt de instellingen niet veranderen terwijl u beelden verzendt. Wacht tot het verzenden klaar
is.
• Aangezien de camera voorrang aan het opnemen verleent, kan het versturen langer duren
tijdens het maken van een opname.
• Als u dit toestel uitschakelt of de Wi-Fi-verbinding verbreekt voordat het versturen klaar is,
zullen de niet verstuurde beelden niet opnieuw verstuurd worden.
• Het kan zijn dat u er niet in slaagt bestanden te wissen of het afspeelmenu te gebruiken
wanneer u aan het versturen bent.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• U kunt geen films, 4K-burst-bestanden en foto's die gemaakt zijn met Post Focus-functie verzenden.
Afbeeldingen versturen van camera
De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden.
Selecteren van (een) beeld(en) na de selectie van [Enkelvoudig select.] of [Multi
∫
selecteren]
[Enkelvoudig select.] instelling
1
Selecteer de opname.
2
Selecteer [Inst.].
[Multi selecteren] instelling
1
Selecteer de opname. (herhalen)
• De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw
geselecteerd wordt.
2
Selecteer [Uitvoer.].
• Het aantal beelden dat door [Multi selecteren] verzonden
kan worden, is beperkt.
• Om de verzonden instellingen te veranderen op een scherm dat weergegeven wordt nadat het
beeld verzonden is, druk dan op [DISP.]. Selecteer [Exit] om de verbinding te beëindigen.
] op het opnamescherm
] weergegeven terwijl het bestand
(P261)
274
5