Draadspanning
Bovendraadspanning (1)
Basisinstelling van de draadspanning: "AUTO".
Draai om de draadspanning te verhogen het wiel naar een hoger getal. Draai om de
draadspanning te verlagen het wiel naar een lager getal.
A. Normale draadspanning
B. Bovendraadspanning te slap
C. Bovendraadspanning te strak
Onderdraadspanning (2)
Om de onderdraadspanning te testen wordt de volledige spoel in het spoelhuis geplaatst. Het
spoelhuis en de grijper worden opgehangen door het einde van de draad. Als de spanning
correct is, zal de draad bij licht zwaaien zich circa 5 - 10 cm afwikkelen en daarna blijven
hangen. Als de volledige spoel afwikkelt, is de spanning te slap. Bij een te strakke spanning,
zal deze nauwelijks of helemaal niet afwikkelen. Pas dit aan met gebruik van een schroeven-
draaier.
20