40
Kwaliteit voor professionals
• Rijgedrag, stuur- en remgedrag worden ook door aangebouwde of
aangekoppelde machines en ballastgewichten beïnvloed. Let daarom op
voldoende stuur- en rembekrachtiging!
• Houd bij het rijden door een bocht rekening met het uitzwenken en/of de
massatraagheid van de machine!
• Neem de machine alleen in bedrijf, wanneer alle veiligheidsinrichtingen zijn
aangebracht en in de beveiligingsstand staan!
• Verblijven in de werkzone is verboden!
• Kom niet in het draai- en zwenkbereik van de machine!
• Hydraulische klapramen mogen alleen worden bediend, wanneer er geen
personen binnen het zwenkbereik aanwezig zijn.
• Op extern bediende delen (bijv. hydraulisch) zijn beknellings- en letselplaatsen
aanwezig!
• Let bij apparaten met handmatig uitklappen altijd op een goede standvastigheid
letten!
• Bij snel gereden machines met grondaangedreven werktuigen: gevaar na het
uittillen door nalopende massatraagheid! Pas benaderen, wanneer deze geheel
stil staan!
• Voor het verlaten van de tractor de machine op de grond plaatsen, de motor
uitschakelen en de contactsleutel uitnemen!
• Tussen de tractor en de machine mag niemand zich ophouden, zonder dat het
voertuig tegen wegrollen is beveiligd door het aantrekken van de parkeerrem
en/of het plaatsen van een wielblok!
• Ingeklapte bomen en hefinrichtingen in de transportstand borgen!
• Packer-vangarmen voor het wegtransport inzwenken en borgen!
• Markeurs in de transportstand vergrendelen!
• Bij het vullen van de tank met slakkenkorrels en dergelijke giftige preparaten moet
slechts zoveel worden gevuld, als op korte termijn nodig is. Draag bij het vullen
beschermende kleding, veiligheidshandschoenen en gelaats- en
oogbescherming.
• Houd de op de verpakking vermelde waarschuwingsinstructies van de fabrikant
aan. De bij uw strooier gebruikte zaden kunnen giftig zijn!
• Kom nooit met de handen, kledingstukken enz. in de buurt van draaiende delen!
• Houd afstand, wanneer de machine is ingeschakeld!
• Kijk nooit in de strooikegel!
• Productresten moeten weer in de originele verpakking worden gedaan. Resten
mogen niet ongecontroleerd in het milieu terechtkomen.
• Negatieve effecten op de gebruikte materialen door toegelaten
gewasbeschermingsmiddelen zijn niet bekend.
• Reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden en het oplossen van
functiestoringen moeten altijd alleen bij uitgeschakelde aandrijving en stilstaande
motor worden uitgevoerd!
• Bij de montage van de strooiinrichting moet de exploitant deze via een metalen
verbinding en eventueel een massakabel met de tractor of het voertuig verbinden.
• Kijk nooit in de radarsensor!
• In de handleiding wordt het gebruik van CE-gemarkeerde, uitwisselbare
cardanassen en de afdekkingen daarvan voorgeschreven!
• Op bepaalde componenten wordt via stickers op hoge temperaturen gewezen. Bij
werkzaamheden aan deze delen moeten, wanneer deze verhoogde