7.8 Afdraaiproef / regulering van de zaaihoeveelheid
Voor het bepalen van de gewenste zaaihoeveelheid moet u een afdraaiproef
uitvoeren.
Ga als volgt te werk voor het uitvoeren van de afdraaiproef:
1. Verwijder de zaaiasafdekking, die zich
onder de blazer boven de onderplaten
bevindt (afb.: 39).
2. De afdraaiplaat op de zaaimachine
aanbrengen en met de
stergreepschroef op het frame
vastzetten (afb.: 40).
3. Bij de afdraaiproef gebruikt u een zak
of een andere container om het
zaaigoed op te vangen.
4. Start nu met de besturingsmodule de
afdraaiproef voor de gewenste zaaias
(zie ook de handleiding
besturingsmodule 5.7). Voer daarvoor
de door de besturingsmodule
gevraagde waarde in tot u op het punt
"Afdraaiproef starten" komt.
5. De afdraaiproef wordt nu automatisch
uitgevoerd, terwijl het zaaigoed
zonder verliezen over de afdraaiplaat wegstroomt.
6. Nu moet u de afgedraaide en opgevangen hoeveelheid zaaigoed wegen.
7. Voer de gewogen hoeveelheid in de besturingsmodule in. Indien de gewogen
hoeveelheid overeenkomt met de berekende hoeveelheid, is de afdraaiproef
afgesloten en gereed. Anders wordt u net zolang gevraagd de afdraaiproef te
herhalen, tot de gewenste hoeveelheid is bereikt.
8. U kunt ook nog de zaaihoeveelheid met behulp van de bodemklep (zie 6.3
Bodemklep (bezemverstelling)), iets aanpassen.
9. Na aanvang van de werkzaamheden moet u het zaaien op het veld
controleren. In het bijzonder de rijsnelheid, de zaaihoeveelheid en de
verdeling van de strooidoppen hebben een controle nodig.
10. Wij adviseren na ongeveer 1 ha gezaaid oppervlak de afdraaiproef te
herhalen.
Kwaliteit voor professionals
Afb.: 39
Afb.: 40
29