(3) Contramoer (8-28/2) aan de tegenlager losdraaien.
(4) Afstelschroef (8-28/1) tot aan het tegenlager draaien.
OPGEPAST
Eventueel dikte van de remvoering controleren (zie reparatie-
handleiding).
(5) Functiecontrole doorvoeren.
8.2.15 Bedrijfsrem controleren/afstellen
GEVAAR
- Werkzaamheden aan de reminstallatie mogen alleen
door bevoegd personeel worden doorgevoerd.
- Als de pedaalweg te lang is of de remwerking duidelijk
achteruit gaat, mag de machine niet meer gebruikt
worden.
- Verlies van olie in de reminstallatie dient onmiddellijk
te worden meegedeeld aan bevoegd personeel
(lekkages).
(1) Flüssigkeitsstand am Compensatiereservoir voor hy-
drauliekolie remmen controleren (4-6/2) eventueel hydrau-
liekolie remmen bijvullen.
(2) Pedaalweg controleren.
(3) Complete installatie op functie controleren (Zicht-
controle).
OPMERKING
De bedrijfsrem is onderhoudsvrij en hoeft niet verder
gecontroleerd te worden.
8.3
Vetafsmeerplaatsen
OPMERKING
De vetafsmeerpunten aan de machine zijn rood
gekenmerkt.
8.3.1
Achterasslingerbout (8-29/pijl)
OPGEPAST
- De slingerpen van de achteras moet om de 50
bedrijfsuren gesmeerd worden.
- Voor het smeren van de achterasslingerpen moet
de achteras worden ontlast.
S050/S051/Z050
Onderhoud
1
2
Afbeelding 8-28
Afbeelding 8-29
8
8-13