5.4
Bestuurdersplaats instellen
(1) De zitvering laat zich met behulp van een handwiel
(5-8/3) instellen. Daarvoor handwiel in richting van zijn
lengteas trekken en tegelijkertijd op » + « c. q. » - «
draaien.
(2) Met knop (5-8/7) zitvering op gewicht van de besturder
instellen. Daarvoor zit belasten, knop trekken en naar
rechts of links verschuiven.
(3) De bestuurderszit kan door gebruik van de hendel
(5-8/1) en het heen en weer bewegen van de zit in zijn
horizontale positie aan de behoefden van de bestuurder
worden aangepast.
(4) Met draaiknop (5-8/4) hoogte van armleuning
instellen.
5.5
Besturing omschakelen
OPGEPAST
- De wielen van de achteras moeten voor het bedienen
van de omschakelhefboom (5-9/pijl) rechtlijnig staan.
- De besturingsomschakeling mag alleen gebeuren
wanneer het toestel stilstaat. Om de besturing om te
schakelen moet de handhefboom naar rechts
(achterwielbesturing) of naar links (besturing van alle
wielen) worden bewogen.
S050/S051/Z050
1
1
2
Afbeelding 5-8
Afbeelding 5-8
1
Afbeelding 5-9
Afbeelding 5-9
Bediening
2
3
3
4
2
5-9
5