8
Onderhoud
Afbeelding 8-1
Afbeelding 8-2
Afbeelding 8-3
8-4
8.2
Onderhoudswerkzaamheden
8.2.1
Controle oliestand motor
Zie gebruiksaanwijzing motor.
8.2.2
Controle oliestand assen
8.2.2.1 Achteras
(1) Sluitkap uit asbrug (8-1/pijl) draaien.
OPMERKING
- Olie moet tot aan de sluitkapboring opgevuld zijn.
- Als olie naar buiten treedt, opvangen.
(2) Sluitkap weer erindraaien.
8.2.2.2 Planeettransmissie
(1) Machine zodanig verrijden, dat de markeringslijn „OIL
LEVEL/OLIEPEIL" horizontaal staat en de afsluitplug zich
daarbij links boven deze markeringslijn bevindt (8-2/pijl).
(2) Sluitkap eruitdraaien.
OPMERKING
- Olie moet tot aan de sluitkapboring opgevuld zijn.
- Als olie naar buiten treedt, opvangen.
(3) Sluitkap met nieuwe pakkingsring weer erindraaien.
8.2.2.3 Vooras
(1) Sluitkap uit asbrug (8-3/pijl) draaien.
OPMERKING
- Olie moet tot aan de sluitkapboring opgevuld zijn.
- Als olie naar buiten treedt, opvangen.
(2) Sluitkap weer erindraaien.
S050/S051/Z050