8.2.3
Controle oliestand
verdelertransmissie
(1) Sluitkap uit aandrijvingsomhulsel (8-4/pijl) draaien.
OPMERKING
- Olie moet tot aan de sluitkapboring opgevuld zijn.
- Als olie naar buiten treedt, opvangen.
(2) Sluitkap weer erindraaien.
8.2.4
Stand hydraulische olie
(1) Machine zo parkeren dat ze waterpas staat.
(2) De schoeparm in de onderste positie brengen.
(3) Snelwisselinrichting kippen en met de handhefboom
voor de extra hydraulica (4-7/6) de vergrendelingsbouten
uitrijden.
(4) Motorkap openen.
(5) Oliestand door het kijkoog (8-5/pijl) controleren.
OPMERKING
De oliestand moet in het bovenste kwart van het kijkoog
te zien zijn (8-5/pijl) zichtbaar sein. Als nodig hydraulische
olie met behulp van invulstuk (8-15/pijl) opvullen.
8.2.5
Motorolie vervangen
OPMERKING
De olieaftapplug is van beneden toegankelijk en bevindt
zich in de rijrichting gezien van vooraan aan de motor.
(1) Grote opvangkuip voor olie opstellen.
(2) Beschermkap van olieaftapstop aan motor (8-6/pijl)
afschroeven.
(3) Aftapstuk met slang uit gereedschapskist (4-1/10)
aan olieaftapstuk schroeven.
(4) Sluitkap van slang trekken.
(5) Verder, zie gebruiksaanwijzing motor.
OPMERKING
S050/S051/Z050
Onderhoud
Afbeelding 8-4
Afbeelding 8-5
Afbeelding 8-6
8
8-5