• Na een automatische aanpassing van de
witbalans worden de witbalansgegevens
opgeslagen en keert de eenheid terug naar de
normale opnamestand.
De kleurbalans van de camera
wijzigen
Als u bijvoorbeeld het rood of het blauw in het
beeld van de camera feller wilt maken, pas dan
eerst de offset-waarde van de witbalans aan en
regel vervolgens de kleurbalans bij.
Voer uw aanpassingen door met de knoppen of
gebruik [White Balance] in het menu [Picture].
U kunt de geconfigureerde offset-waarde ook
opslaan in het interne geheugen. (Zo kunt u de
waarde ook na een nieuwe aanpassing van de
witbalans opnieuw oproepen.)
De knoppen gebruiken
Bedieningsknop
RED
Bedieningsknop
BLUE
Draai aan de bedieningsknop
BLUE om de offset-waarde voor R of B aan te
passen. Rechtsom draaien wil zeggen dat de
offset-waarde toeneemt (blauwe tinten worden
versterkt met
BLUE). Linksom wil zeggen
dat de offset-waarde afneemt (rode tinten worden
versterkt met
BLUE).
U kunt de offset-waarde weer op nul zetten
(fabrieksinstelling) door de bedieningsknop
RED of
BLUE één seconde of langer
ingedrukt te houden.
De instelling [White Balance] in het
menu [Picture] gebruiken
U kunt de offset-waarde voor de witbalans
aanpassen door [Red] of [Blue] te selecteren bij
[White Balance] in het menu [Picture].
Druk op de knop B/b om de waarde in te stellen
met de schuifregelaar die wordt weergegeven.
Het grijze rondje op de schuifregelaar geeft de
waarde van vóór de aanpassing aan en het blauwe
rondje de huidige waarde.
Tip
Wanneer een schuifregelaar wordt weergegeven,
kunt u de knop B/b ingedrukt houden, waardoor
de waarde sneller verandert en u sneller de
gewenste waarde bereikt.
RED of
33