Appendix > Papier
Vochtgehalte
Het vochtgehalte van papier is de verhouding vocht-droge massa uitgedrukt in een percentage. Vocht beïnvloedt de
invoer van het papier, de elektrostatische eigenschappen van het papier en hoe de toner zich hecht.
Het vochtgehalte van papier verschilt afhankelijk van de relatieve vochtigheid in de ruimte. Bij een hoge relatieve
vochtigheid wordt het papier vochtig, waardoor de randen uitzetten en gaan golven. Bij een lage relatieve vochtigheid
verliest het papier vocht, waardoor de randen samentrekken en het afdrukcontrast minder wordt.
Door gegolfde of strakke randen kan het papier wegglijden bij het invoeren. Probeer het vochtgehalte tussen 4 en 6% te
houden.
Om het vochtgehalte op het juiste niveau te houden, geven wij u de volgende tips.
•
Bewaar het papier op een koele, goed geventileerde plek.
•
Bewaar het papier liggend en in een ongeopende verpakking. Als de verpakking eenmaal geopend is, sluit deze dan
weer af als u het papier gedurende langere tijd niet gebruikt.
•
Berg het papier afgesloten op in de originele verpakking en doos. Zet een pallet onder het karton zodat het niet op de
vloer staat. Vooral tijdens regenachtige periodes is het belangrijk om het papier niet op een houten of betonnen vloer
te zetten.
•
Voor u papier gebruikt dat opgeslagen geweest is, leg het eerst minstens 48 uur op een plaats met de juiste
vochtigheid.
•
Bewaar het papier niet op een plek waar het blootgesteld is aan hitte, zonlicht en extreme vochtigheid.
Overige papierspecificaties
Poreusheid: De dichtheid van de papiervezels
Stijfheid: Het papier moet stijf genoeg zijn zodat het niet dubbelvouwt in het apparaat en een papierstoring veroorzaakt.
Opkrullen: De meeste papiersoorten gaan van nature opkrullen als de verpakking geopend is. Als er papier door de
fixeereenheid gaat, dan krult het licht omhoog. Voor vlakke afdrukken moet u het papier zo plaatsen dat de krul naar de
onderkant van de lade wijst.
Statische elektriciteit: Tijdens het afdrukken wordt het papier elektrostatisch geladen zodat de toner zich hecht. Kies
papier dat makkelijk ontlaadt zodat de kopieën niet aan elkaar vastkleven.
Witheid: De witheid van het papier beïnvloedt het afdrukcontrast. Gebruik witter papier voor scherpere, helderdere
afdrukken.
Kwaliteit: Er kunnen apparaatstoringen optreden als de vellen niet van hetzelfde formaat zijn of als de hoeken niet recht
zijn, de randen te ruw, de vellen niet gesneden of de randen of hoeken gekreukt zijn. Let om deze problemen te
voorkomen extra goed op als u het papier zelf snijdt.
Verpakking: Kies papier dat goed verpakt is en in dozen gestapeld is. De verpakking zelf moet bij voorkeur behandeld
zijn met een coating tegen vocht.
Speciaal behandeld papier: Wij adviseren u om niet af te drukken op de volgende papiersoorten, ook al voldoen ze
aan de basisspecificaties. Als u deze papiersoorten wilt gebruiken, schaf dan eerst een kleine hoeveelheid aan om het
uit te proberen.
•
Glanzend papier
•
Papier met een watermerk
•
Papier met een ongelijk oppervlak
•
Geperforeerd papier
8-8