Appendix > Invoeren van karakters
Invoeren van karakters
Om karakters in te voeren voor een naam, gebruikt u het toetsenbord op het aanraakscherm en volgt u de onderstaande
stappen.
OPMERKING
Als toetsenbordlay-out hebt u de keuze tussen QWERTY, QWERTZ en AZERTY, net als bij het toetsenbord van een
pc. Druk op de Systeemmenu/Tellers-toets, op [Algemene instellingen] en vervolgens op [Toetsenbordlay-out] om de
gewenste lay-out te selecteren. In dit voorbeeld wordt QWERTY gebruikt. U kunt met dezelfde stappen een andere
lay-out selecteren.
Invoerscherm
1
2
GB0057_E01
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
3
4
5
10
11
Display/toets
Display
Geeft de ingevoerde karakters weer.
Toetsenbord
Druk op een teken om het in te voeren.
[ABC] / [Symbol]
Om te selecteren welke soort karakters ingevoerd worden. Selecteer [Symbol]
om symbolen of cijfers in te voeren.
[A/a] / [a/A]
Druk op deze toets om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters.
Pijltjestoetsen
Druk op deze toetsen om de cursor in het display te verplaatsen.
Weergave [Input] /
Geeft het maximumaantal karakters en het aantal ingevoerde karakters weer.
[Limit]
Delete-toets
Druk op deze toets om het karakter links van de cursor te verwijderen.
Spatietoets
Druk op deze toets om een spatie in te voegen.
Enter-toets
Druk op deze toets om naar de volgende regel te gaan.
[Cancel]
Druk op deze toets om de ingevoerde karakters te annuleren en terug te keren
naar het scherm voor het invoeren.
[< Back]
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige scherm.
[OK] / [Next >]
Druk op deze toets om de ingevoerde karakters te bewaren en om naar het
volgende scherm te gaan.
[ ]/[ ]
Om een cijfer of symbool dat niet op het toetsenbord staat in te voeren, drukt u
op de pijltjes van de schuifbalk en verschuift u het scherm om andere in te
voeren cijfers of symbolen weer te geven.
6
7
8
9
GB0057_E03
12
Beschrijving
8-4
13