9
Elektrische aansluiting EVU
9.7
Smart Grid
De buitenunit is Smart Grid Ready. De EVU-uitschakeling is een deel van
deze functionaliteit.
Met de EVU-uitschakeling kan het energiebedrijf de buitenunit uitscha-
kelen. De Smart-Grid-functie breidt de ingrijpmogelijkheden van het
energiebedrijf uit doordat deze de buitenunit op bepaalde tijden een
startcommando kan geven, bijvoorbeeld wanneer voordelige stroom be-
schikbaar is.
Naast de aansluiting voor de EVU-uitschakeling is een tweede aansluiting
van de meterkast naar de buitenunit nodig, om de Smart-Grid-functiona-
liteit te gebruiken.
Opmerking: neem contact op met uw energiebedrijf voor het mogelijke
gebruik van de Smart-Grid-functie.
De Smart-Grid-functionaliteit is automatisch ingeschakeld, wanneer de
externe ingang 1 voor de EVU-uitschakeling is geconfigureerd.
De cv-installatie moet een buffervat en uitsluitend gemengde cv-groe-
pen bevatten, zodat een startcommando van kracht kan worden.
De buitenunit werkt afhankelijk van de signalen, die het energiebedrijf
via de twee Smart-Grid-verbindingskabels overdraagt.
• Deze wordt uitgeschakeld conform de EVU-uitschakeling 1/2/3.
• Deze werkt normaal conform de warmtevraag uit het verwarmingssy-
steem.
• Of ontvangt een startcommando, om het buffervat te laden. Een la-
ding kan echter alleen plaatsvinden, wanneer de temperatuur in het
buffervat onder de maximale tempratuur ligt. Anders blijft de buiten-
unit uitgeschakeld.
9.8
Fotovoltaica
Omdat er slechts twee ingangen voor EVU en PV zijn,
kunnen deze niet tegelijkertijd worden gebruikt.
PV-aansluiting op externe ingang 1 of 4.
De warmtepomp is in staat een stuursignaal van een PV-installatie te ver-
werken.
Wanner de PV-installatie voldoende stroom voor het bedrijf van de
warmtepomp levert, kan deze dit aan de warmtepomp mededelen via
een startcommando over de stuurkabel. De stuurkabel moet op een van
de beschikbare externe aansluitingen zijn aangesloten. De geselecteer-
de externe aansluiting moet aan de HMI voor de PV-functie worden inge-
steld.
Het verwarmingssysteem moet een buffervat en uitsluitend gemengde
cv-groepen bevatten, zodat een startcommando van kracht kan worden.
Een aanloopopdracht zorgt voor het laden van het buffervat tot de maxi-
male temperatuur. Een lading kan echter alleen plaatsvinden, wanneer
de temperatuur in het buffervat onder de maximale tempratuur ligt. An-
ders blijft de warmtepomp uitgeschakeld.
40
EnviLine A/W Split T/TS • 6 720 816 444 (2015/06)